HOBBY PUK
van Hobby Club Dordrecht

Redactie: Margreet de Waard, Dik Walvis, Rob Ruurs, R. Versluis.
Adviseurs: Corrie Timmermans en G.W.V. van Aardenne.
Redactie adres: Frans Lebretlaan 8, Dordrecht, tel. 21935.
Gironummer: 601060 t.n.v. penningmeester H.C.D.
Clublokaal: Hellingen 7, Wo 7 - 10, Za 2 - 5 en 7 - 10 uur.

9e jaargang, nummer 2                                                         Zomer 1965.
---------------------------------------------------------------------------

INHOUD.
Van het bestuur
Nieuwe leden
Luisteren naar muziek
Doel en opzet van de H.C.
Afdeling astronomie
Het mozaik
Het nieuwe gebouw
Studie rubriek
Tips voor fotografie
Afdelingsnieuws
Opgave Donateurs
Het Pinksterkamp
Jeugd en muziek
Puks Peins Pagina
Schrijven is ook een hobby

Tekeningen en lay out, Wim Dolk en Margreet de Waard.
Technische staf, Ries Versluis en Wim de Leeuw van Weenen.

VAN HET BESTUUR.

Op het ogenblik ligt dan de tweede Hobby Puk van de nieuwe serie voor je.
Het is nog niet zo lang geleden dat je de vorige gekregen hebt, dus je ziet wel dat de huidige redactie zeer actief is. Zoals de vorige Hobby Puk in het teken stond van de plannen voor het nieuwe gebouw zal deze in het teken staan van het bouwen. De trap is al af en met de rest kunnen we ook beginnen. In de vakantie kunnen we al veel jongens en meisjes gebruiken in het nieuwe gebouw.
Op woensdag 7 juli is er een ledenvergadering geweest die weer nuttig genoemd mag worden.
Op 30 juni hebben we meegedaan aan het défilé voor Burgemeester van der Dussen, die afscheid nam. Dit is een daverend succes geworden.
De volgende dag 1 juli hebben we voor het Joh. de Wit gymnasium een geluidsinstallatie verzorgd op de Windhondpolder en 's-avonds weer in de fietsenkelder van het zelfde gymnasium. In verband met de kermis op zaterdag 3 juli was het bijzonder druk op de Hobby Club.
Zaterdagmorgen 17 juli om 10 uur gaan we met het Hobby Club Kamp naar boer Suikerbuik in Ruckphen, dus nu eens niet naar de Wildert. Tot nu toe hebben we 15 opgaves, wat natuurlijk nog niet genoeg is.
We besluiten dit stukje met jullie allemaal een prettige vakantie toe te wensen En vergeet dan vooral de H.C. niet!

NIEUWE LEDEN (per 1 juni 1965)

Barend van Andel Bernhardstraat 23, Dubbeldam.
Gerrit van Dongen Kromme Zandweg 26, Dubbeldam.
Kees den Haan Sperwerstraat 47, Dordrecht.
Louise Kieboom van de Tempelstraat 24, Dordrecht.
Johan Rademaker Willem Marisstraat 65, Dordrecht.
Huib van der Weyden Willem Marisstraat 86, Dordrecht.

 

GENIET MEER VAN MUZIEK.

Beste Hobby-clubbers,

Deze keer zal ik het hebben over het orkest. Laat ik beginnen met een algemene opmerking: In wezen bestaan alle orkesten uit de zelfde instrumenten. In de radioprogramma-bladen vinden jullie ze in allerlei soorten.
Het Metropole Orkest, het Omroeporkest, het Radio Kamerorkest en het Radio Philharmonisch Orkest.
Deze orkesten zijn samengesteld met behulp van de zelfde instrumenten: alleen de groepering hiervan is verschillend, naar gelang de soort muziek die gespeeld wordt: hetzij amusementsmuziek, jazz muziek, klassieke muziek. In de jazzmuziek bijv. overheersen de blaasinstrumenten, in de klassieke muziek spelen veel meer strijkinstrumenten dan blaasinstrumenten.
Maar hoe die groeperingen ook zijn: eigenlijk hebben wij steeds met dezelfde instrumenten te maken.
Naast het strijkorkest (violen, altviolen, celli en bassen) speelt er een harmonie orkest, dat bestaat uit houten blaasinstrumenten ( 2 fluiten met picolofluit, 2 hobo's met alt-hobo, 2 klarinetten met basklarinet en soms ook saxofoon, 2 fagotten met contrafagot), koperen blaasinstrumenten ( 3 trompetten, 4 hoorns, 5 trombones en één tuba), en slagwerk ( melodische slaginstrumenten: pauken, buisklokken, xylofoon, klokkenspel, celesta, vibrafoon, en geraasmakende slaginstrumenten: alle soorten trommels, bekkens, gong en tamtam, triangel, castagnetten, zweep,). Dit geheel wordt dan nog gecompleteerd door één of twee harpen. Een dergelijk orkest wordt een sinfonie of filharmonisch orkest genoemd. Jullie zien dat ik bij alle instrumenten cijfers heb genoemd, uitgezonderd de strijkinstrumenten. De reden hiervoor is dat de strijkers altijd in grote groepen spelen. De violen bijv. spelen, nog onderverdeeld in twee groepen (zgn. eerste en tweede violen) als groep één partij, één stem dus. Dat is met de blazers niet het geval, zij spelen altijd solo. Als ik schrijf. altijd, dan moet ik wel opmerken dat hierop vele uitzonderingen zijn. Natuurlijk spelen alle blazers ook wel eens een zelfde partij, maar bij de strijkers is dat gewoonte, bij blazers niet. Dit hangt uitsluitend af van de man die de muziek bedenkt: de componist. Hij schrijft het gehele muziekstuk op in een boek: de partituur. Uit dit zeer belangrijke boek leest - en - leert de leider van het orkest: de dirigent, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de wil van de componist, wat, wanneer en hoe de musici in het orkest moeten spelen.

De musici hebben geen partituur op hun lessenaar staan: zij hebben alleen hun eigen partij, waaruit zij spelen. Alleen de dirigent heeft in zijn partituur alle partijen onder elkaar staan. Hij kan alles overzien en heeft dan ook de leiding bij de concerten en vanzelfsprekend op de repetities: dat zijn de gelegenheden tijdens welke het gehele orkest oefent. Want jullie zullen wel begrijpen: een orkest van 80 man speelt niet zomaar mooi en gelijk. Daar gaan vele uren - eigenlijk vele jaren - van studie aan vooraf. Nu in het kort iets over de instrumenten zelf. Bijvoorbaat zeg ik al: als jullie werkelijk iets willen weten over de instrumenten, lees dan hét boek dat daarover geschreven is: "Het orkest onder de loup" van Louis Metz. Ik moet het hier natuurlijk erg beknopt houden.
Om te beginnen een opmerking die voor alle instrumenten geldt hoe groter hun vorm des te lager hun toon. Wij zien dit al direct bij de strijkers. Overigens: op strijkinstrumenten kan ook getokkeld worden. Zij bezitten vier snaren, uitgezonderd enkele contrabassen, die vijf snaren hebben. De houten blaasinstrumenten hebben allen een systeem van gaten en kleppen: de zgn. applicatuur. Door het openen en sluiten hiervan wordt de trillende luchtkolom verkort of verlengd en dus de toon hoger of lager. Zij worden aangeblazen door middel van een of twee rieten: iedere rechtgeaarde hobbyist begrijpt onmiddelijk dat het blazen op één of twee rieten de luchtkolom in het instrument in trilling brengt, zodat het gaat klinken. Alleen de fluit heeft geen riet: hier ontstaat het geluid door luchtsplijting. In wezen werken de koperen blaasinstrumenten op dezelfde wijze: het ziet er alleen anders uit. Ook hier buizen. Bekijk eens een afbeelding van een hoorn.
Het lijkt ingewikkeld, maar dat is het niet. Eigenlijk zijn er drie zijbuizen, die op de grote hoofdbuis kunnen worden aangesloten door middel van drie ventielen (hoorn, trombone en tuba) of pistons bij trompetten.
De drie zijbuizen zijn ongelijk van lengte. Elk ventiel of piston opent en sluit zo'n zijbuis: jullie kunnen je dus de werking hiervan voorstellen. De trombone doet hetzelfde door uitschuiven van de ene buis in de andere. Het aanblazen geschiedt via mondstukken: hierbij moet worden opgemerkt dat ook andere tonen kunnen worden verkregen door de stand en de spanning van de lipspieren, de zgn. embouchure, te wijzigen. De toepassing van de juiste embouchure en het gebruik van de ventielen/pistons geeft ook de koperen blaasinstrumenten de gelegenheid alle tonen voort te brengen.
Het slagwerk in een modern orkest is zo uitgebreid dat ik daar eens een andere keer over zal schrijven. Nu nog iets over de harp. Deze heeft 47 of 48 snaren.
De toonhoogte wordt geregeld door middel van 7 pedalen. Door deze pedalen naar beneden of naar boven te drukken wordt de toonhoogte veranderd. De grondstemming geeft de tonen ces - des - es - fes - ges - as - bes. Alle tonen ces corresponderen met hetzelfde pedaal: wordt dit eenmaal naar beneden gedrukt dan veranderen de tonen ces in C. Dit kan nog eenmaal gebeuren: dan veranderen de tonen C in cis. Uiteraard kan dit met de overige 6 pedalen ook gebeuren. En natuurlijk omgekeerd. Zo kan dus ook de harp alle tonen spelen: zij wordt getokkeld met 8 vingers: de pinken doen niet mee omdat zij te kort zijn.
Tot besluit van dit overigens zeer onvolledige overzicht nog het volgende: er is in de loop der tijden ontzagwekkend veel muziek voor orkest gecomponeerd. In de vele goede composities spelen alle instrumenten een gelijkwaardige rol. Toch wil ik enkele stukken noemen waarin jullie bepaalde instrumenten of instrumentengroepen wel zeer goed kunt beluisteren. Dè plaat en hêt muziekstuk, speciaal gemaakt om de instrumenten te leren kennen en herkennen is "Young Person's guide to the orchestra" van de engelse componist Benjamin Britten. Stukken waarin groepen uit het orkest alleen spelen: strijkorkest: Mozart's Serenade "Eine kleine Nachtmusik", Serenade voor strijkorkest van Tsjaikofsky en bijv. uit de 20e eeuw" Muziek voor dubbel strijkorkest, piano en pauken" van de Tsjechische componist Bohuslaw Martinu. De blazers zijn in het klassieke genre te beluisteren o.m. in diverse serenades van Mozart en om een stuk uit 1926 te noemen: het Weense Klokkenspel en slag en nederlaag van Napoleon uit de Harry Janos suite van Zoltan Kodaly. Dan enkele beroemde instrumentale soli in orkestwerken: bijv. de ouverture "Wilhelm Tell" van Rossini, waarin begonnen wordt met een kwintet van 5 celli, waarvan de eerste de belangrijkste solo speelt: daarna zijn de trombones te beluisteren, die gevolgd worden door een duo van de althobo en de fluit, terwijl deze ouverture op virtuoze wijze wordt besloten. Zo zou ik op deze wijze doorgaande, vele bladzijden van deze Puk kunnen vullen met het opnoemen van dergelijke stukken: een soort va Hobby Puk Muziek Encyclopedie: maar dat is allerminst de bedoeling. Daarom eindig ik met twee opmerkingen: solo-instrumenten zijn natuurlijk het beste te beluisteren in de concertante literatuur: dat is de muziek voor een soloinstrument met orkest, bijv. een viool- of piano-concert. En wie het sinfonie-orkest in de meest verscheiden en imposante gedaante wil horen: luister dan naar de volgende twee werken: "Le sacre du Printemps" van Igor Strawinsky en "Festo Romane" van Ottorino Resphigi.
In de volgende Puk zal ik jullie vertellen over de slaginstrumenten en de dirigent.
Tenslotte wens ik jullie allen een prettige en mooie vacantie!

Ru Sevenhuijsen.

Wat is een Hobby Club? In de eerste plaats, zoals de naam trouwens al aangeeft, een club van jonge mensen met hobbies, een club, waar alle hobbies beoefend kunnen worden. Verder is een Hobby Club, zoals Leonard de Vries het genoemd heeft: "een jeugdgemeenschap-werkplaats op democratische grondslag en op coöperatieve grondslag en tevens een cultuur- en ontspanningscentrum, waar voor alle jonge mensen alle mogelijkheden zijn om zich in hun vrije tijd naar eigen keuze te ontwikkelen en naar eigen talent en ambitie "creatief" werkzaam te zijn". Welke hobbies zoal in een Hobby Club beoefend kunnen worden? Allerlei technische hobbies, zoals radio, elektriciteit, modelbouw van schepen, vliegtuigen en treinen, timmeren, metaalbewerking en nog allerlei andere vormen van technisch knutselen. Dan de natuurwetenschappelijke hobbies, zoals scheikunde, natuurkunde, biologie met zijn vele mogelijkheden en sterrenkunde. Verder de meer artistieke hobbies, fotografie, film, tekenen, schilderen, boetseren, houtsnijden, mode, muziek, toneel en de vele vormen van kunstnijverheid en pottenbakken. Je ziet, het aantal mogelijkheden is zó groot, dat niemand kan zeggen dat hij of zij niet weet wat hij met zijn vrije tijd moet doen. Er is keus genoeg!
Het is fijn om een hobby te hebben, een eigen liefhebberij, die niemand je heeft opgedrongen en waarin je helemaal jezelf kunt zijn.Zelf iets te ontwerpen, zelf iets te maken, dat is iets heerlijks! En wat misschien nog mooier is: je door je hobby op't een of andere gebied zo te bekwamen, dat je later van je hobby je beroep kunt maken.
Maar voor dit alles is nodig dat je je hobby serieus beoefent en daarvoor moet je over de nodige middelen beschikken: gereedschap, instrumenten, materialen, onderdelen en boeken om steeds verder te kunnen gaan in je hobby. Bovendien, als je niet verder kunt, moet je de mogelijkheid hebben om deskundigen te raadplegen. En…. je hebt er een goede werkruimte voor nodig!
Maar waar haal je dat geld vandaan om dat alles te kopen? Waar haal je deskundige hulp vandaan? En waar vind je een goede werkplaats?
Het antwoord op dit alles is de Hobby Club, omdat je daar niet alleen staat, maar samenwerkt met anderen. In de Hobby Club leggen we botje bij botje, niet alleen in financieel opzicht, maar ook wat betreft onderdelen, gereedschap, materialen en boeken. Ja, dat botje bij botje leggen geldt zelfs voor ervaring, kennis en kundigheid. Wat de één niet kan of begrijpt, weet of begrijpt de ander; wat de één niet kan, kan de ander; op elk gebied proberen we elkaar aan te vullen en te helpen. En wat voor de enkeling onbereikbaar is, kunnen we door samen te werken! Zo in je eentje kun je met je hobby een heel eind komen, maar vroeger of later loop je waarschijnlijk vast. De radio-enthousiast komt tot zulke ingewikkelde toestellen, dat hij meetinstrumenten nodig heeft om ze af te regelen. Voor een jongensbeurs zijn goede meetinstrumenten onbetaalbaar. De jongen met een hobby voor fotografie wil zelf gaan vergroten. Waar haalt hij het geld voor een vergrotingsapparaat vandaan? Een behoorlijke timmeruitrusting, een draaibank, voldoende glaswerk en een balans voor interessante scheikunde proeven, een microscoop voor biologie - het is voor de enkeling onbereikbaar.
En dan zijn er jonge mensen, die zo dolgraag een grote modelspoorweginstallatie zouden bouwen, die plannen hebben voor elektronische afstandbesturing van modelvliegtuigen, die gramofoonplaten, geluidsbanden of films willen opnemen, en zo zijn er nog veel meer verlangens,die practisch onbereikbaar zijn omdat de kosten voor de enkeling te hoog zijn en de verwezenlijking van dergelijke objecten zo'n grote technische ervaring op velerlei gebied vereist.
Samenwerking is het toverwoord, dat dit alles mogelijk maakt. Tien of twintig jongens kunnen samen wel een goed meetinstrument bekostigen en construeren; een aantal fotoliefhebbers ziet best kans samen een vergrotingsapparaat te kopen of zelf te bouwen. Modelspoorwegen, elektronische afstandbesturing, films en geluid opnemen - door samenwerking kan dit alles. Maar ook de beginneling heeft niets anders dan voordeel van een dergelijke samenwerking. Hij kan beginnen met de onderdelen die de gevorderde niet meer gebruikt, -wat hij niet weet kan hij die gevorderde vragen. Als je je in je eentje een technisch handboek moet aanschaffen kost je dat misschien zes gulden; koop je dat boek met zijn dertigen dan kost het ieder maar twintig cent, terwijl toch allen dat boek kunnen raadplegen. Het is allemaal zo klaar als een klontje en toch: dit wordt zo zelden in praktijk gebracht!
Zo kunnen er nog tientallen andere voorbeelden gegeven worden. Dus het doel van de Hobby Club is: jonge mensen met dezelfde of verschillende hobbies in contact met elkaar te brengen en tot onderling begrip en daardoor tot vriendschap te brengen!

(Ontleend aan een artikel van Leonard de Vries, in "Hobby Club", 1e jaargang no. 3: november 1949).

Afdeling ASTRONOMIE.

Idealen en plannen zijn er genoeg met de inrichting van het nieuwe gebouw. Eén van deze idealen ziet U in de tekening onderaan deze pagina. Het is een sterrenwacht. Deze koepel moet op het dak worden gebouwd, kompleet met schuifdeuren, en geheel draaibaar. Hij wordt gesteund door een stenen muur die op de balken geconstrueerd zal worden. (Zie tekening).
De telescoop komt dan onder een hoek van 52o N. te staan. Dit is gedaan omdat om dat zelfde punt de gehele sterrenwereld draaid. Dit punt ligt bij de poolster.
Het instrument wordt op een buis gemonteerd, die op zijn beurt weer op een trillingsvrije betonnen voet staat. Ook zal de kijker een contragewicht krijgen en een volgkijker. dit is gedaan voor het instellen van de kijker. We zullen hopen dat we al deze idealen kunnen verwezenlijken.

Wim Boer.

HET MOZAIK.

Jullie hebben me wel eens bezig gezien met het maken van een mozaik tafeltje en daarom vind ik het leuk jullie iets te vertellen over de oorsprong en de geschiedenis van het mozaïk.
Het mozaik is een samenvoeging van gekleurde stukjes of schijfjes steen, gebakken klei, glas of hout.
De wieg van de mozaikkunst ligt in het oosten. Reeds heel vroeg in de geschiedenis werden de vloeren en wanden van de koninklijke paleizen hiermee versierd.
Deze mozaiken waren uit marmerplaatjes samengesteld, meestal waren het decoratieve voorstellingen, bestaande uit driehoekjes vierkanten, cirkels of sterren, van verschillende kleuren. Men vervaardigde daarvoor eerst marmeren balkjes, met zo'n driehoekje of ster als doorsnee. Dan kon het balkje in schijfjes worden gezaagd en had men een aantal steentjes of blokjes van precies de zelfde grootte en kleur.
Op ongeveer dezelfde wijze werden later lange glasstaafjes van verschillende kleur op elkaar gelegd, tot één bundel, zodat zo in doorsnee een bepaalde figuur opleverden.
Legde men dan het bundeltje in de oven dan smolten ze samen. Na afkoeling werd het bundeltje versneden in platte schijfjes die elk weer de figuur opleverden, die men wenste.
De meeste mozaikwanden en vloeren zijn evenwel samengesteld uit kleine vierhoekige stukjes glas van geringe grootte, op z'n hoogst enkele centimeters lang. De stukjes zijn van verschillende kleuren glas, ook wel van paarlemoer of marmer, en dan vooral voor de gezichten en handen van de figuren.
Goudkleurige stukjes werden vervaardigd van dunne goudplaatjes met een laag glas overtrokken.
Vroeger maakte de mozaikwerker een schets op de wand, bestreek een deel ervan met cement en drukte ieder stukje glas of steen er apart in, zoals de figgur dat vereiste.
Hij liet echter ruimte tussen de verschillende stukjes en legde ze niet alle in het zelfde vlak om meer glans en afwisseling en lichtwerking te verkrijgen door breking en reflecteren. Tegenwoordig worden de stukjes glas op de schets op papier geplakt of op een gedeelte er van.
Dan wordt dat gedeelte met cement op de wand aangebracht met het papier naar buiten en goed aangedrukt.
Daarna verwijdert men het papier als de laag droog aan de wand zit. De glorietijd van het mozaik was de tijd van de Byzantijnse stijl. In het Byzantijnse tijdvak gaan de mozaiken geheel op in architectuur.
Ze offeren zich als het ware op voor het schone geheel.
In de 12e eeuw leefde de mozaikkunst weer op in het Byzantijnse rijk en in Italy, vooral in Konstantinopel, Palermo maar ook in het heilige land, bijvoorbeeld Bethlehem. In de 15e eeuw kreeg Rome veel nieuwe mozaiken en ook Florence. Sedert de 16e eeuw benutte men het mozaik voor het kopiëren van schilderijen, hetgeen een veel fijnere techniek noodzakelijk maakte. Op die manier werden schilderijen van Rafaël gekopeerd, op zulk een technisch knappe wijze, dat ze op geringe afstand bijna niet van schilderijen op linnen te onderscheiden zijn.
Napoleon liet zo het Avondmaal van Leonardo da Vinci uitvoeren. Dit werk bevindt zich in de Minoritenkerk van Wenen.
Ook in de moderne tijd zijn veel mozaiken uitgevoerd, enkele in een techniek, die zowel bij opvallend als doorvallend licht prachtige kleurwerking geven.
Het onvergankelijke materiaal sluit goed aan bij het karakter van de kerkelijke bouwkunst.
De techniek, gebruikmakend van kleine kleurvakjes, leent zich vooral voor gestileerde figuratie. Het bezwaar is evenwel, dat eenmaal gevonden vormen bij een dergelijke techniek gemakkelijk leiden tot verstarring, tot vastlopen in bepaalde formules van vormgeving, omdat men ze telkens op dezelfde wijze herhaalt.
Daarbij is de mozaik kostbaar. Haar onvergankelijkheid maakt haar echter onvervangbaar op plaatsen, die onderhevig zijn aan de schadelijke inwerking van het weer.
Daarom wordt mozaik bijvoorbeeld nogal eens toegepast in buitenportalen van kerken en van voorgevels.

Margreet.

Gegevens ontleend aan "De weg naar de kunstwaardering"

SCHRIJVEN IS OOK EEN HOBBY!

Denk niet: "De cijfers voor mijn opstellen op school zijn maar zo zo en dus kan ik geen goede stukjes schrijven, kan ik niet aan de Hobby Puk meewerken", want het een hoeft niets met het ander te maken te hebben, meestal worden op school aan een opstel taalkundige en min of meer literaire eisen gesteld en bij het schrijven ervan wordt je bepaald geremd door de gedachte dat bij de beoordeling en het toekennen van een cijfer scherp wordt gelet op taal- en stijlfouten. Je durft je niet te laten gaan en daardoor ontstaat vaak een onnatuurlijk, krampachtig product.
Als je goed je woordje kunt doen en onder je schoolvrinden of thuis niet met een mond vol tanden staat, maar in staat bent iets goed, dus duidelijk en levendig te vertellen, en bovenal, wanneer je werkelijk iets te zeggen hebt en niet praat om maar te praten, dan kun je ook schrijven. Want schrijven betekent niet in een stroom van stadhuiswoorden en fraaie volzinnen op gewichtige of plechtige wijze vertellen. Schrijven is je gedachten zo op papier zetten als ze uit je hoofd en hart voortkomen. Hiervoor is ongetwijfeld een zekere durf nodig. Gek eigenlijk, vind je niet? Toch is het zo: zelfs in brieven missen de meeste mensen de moed om zich te geven zoals ze zijn. In wezen is dit een kwestie van openhartig durven zijn, niet alleen op papier, maar in al je levensuitingen. Probeer daarom te schrijven zoals je bent en denkt en waarschijnlijk zul je er dan een nieuwe hobby bij krijgen, die je je hele leven van enorm gemak en voordeel zal zijn. De "Hobby Puk" biedt daartoe een prachtige gelegenheid. Heb je jets moois of interessants beleefd, gelezen of ontdekt, reageer daar dan op met een klein artikeltje, desnoods voor de aardigheid of voor een dagboek (het Hobby Club Logboek! - Red.) maar bij voorkeur voor de "Hobby Puk". Hoe meer je schrijft des te meer ervaring en waarschijnlijk des te meer plezier zul je in je nieuwe hobby krijgen. Daarbij moet je je niet toeleggen op zo "mooi" en "gewichtig" mogelijk schrijven, maar zo duidelijk, eenvoudig en vooral ze eerlijk als je kunt.

Ontleend aan de Hobby Puk van maart 1959(Leonard de Vries).

---------------------------------------------------------------------------------------

NIEUWS VAN DE AFDELING HOUT- EN METAALBEWERKING.

Eigenlijk is er weinig nieuws van deze afdeling te vermelden. In afwachting van wat komen gaat, is er alleen gewerkt aan een maquette van de toekomstige Hobby-zolder.
Op een grondplaat van 15 mm multiplex, die tegelijkertijd het schoolplein voorstelt, is het schoolgebouw gemaakt. Alle muren zijn uit 6 mm multiplex gezaagd en met een elektrische set zijn lipverbindingen gemaakt waardoor alles precies in elkaar past. Daar alleen de zolder interessant voor ons is, is van de rest van het gebouw alleen de uitwendige vorm gemaakt. Als de dakspanten met het dak, dat in drie delen afneembaar zal zijn, klaar zijn, wordt alles (behalve het dak) vastgelijmd en blijft de afwerking en inrichting over.
Voor de inrichting zijn al meer dan 100 stoeltjes (schaal 1:50) gemaakt van zilverdraad.

Gijs van Aardenne.

PLANNEN VOOR DE NIEUWE HOBBY-ZOLDER.

In het vorige nummer van onze "Hobby puk" konden wij U meedelen dat de lang gekoesterde wens van Hobby Club Dordrecht om een nieuw onderkomen te krijgen, in vervulling zal gaan, dankzij de beslissing van het gemeentebestuur om de Hobby Club de zolder boven de openbare lagere school aan het Oranje Vrijstaatplein ter beschikking te stellen.
Na de vreugde over deze unieke kans voor de eerste Hobby Club in ons land die nu de mogelijkheid krijgt zijn activiteiten op grotere schaal te gaan bedrijven, willen wij U met het volgende artikel een indruk geven van wat er zoal nog gebeuren moet alvorens wij onze intrek op de nieuwe Hobby-zolder kunnen nemen en hoe het er volgens onze plannen ongeveer uit zal gaan zien.
Op pagina 18 en 19 ziet U het voorlopige ontwerplan voor de indeling van de nieuwe Hobby-zolder.
Daar het wenselijk is dat de Hobby Club toegang tot de zolder krijgt, geheel onafhankelijk van de school, wordt er, terwijl wij dit schrijven, hard gewerkt aan een degelijke, geheel elektrisch gelaste, stalen trap met antislip treden, die een regelrechte toegang vanaf de binnenplaats van de school tot de Hobby-zolder zal geven.
Halverwege de trap, dus op de eerste verdieping van de school wordt een deurkozijn in de gevel gemaakt die een toiletgroep in het schoolgebouw bereikbaar zal maken, welke van de rest van de school afgesloten kan worden.
Dit kozijn en de te maken dakkapel, die toegang tot de zolder zal geven, zullen, zodra de trap gemonteerd is, gemaakt worden. Daarna pas zullen de leden zelf aan de slag kunnen gaan. Het belangrijkste werk is wel het leggen van de vloeren en het maken van de wanden met kozijnen voor ramen en deuren erin. Eerst zullen dan nog water-, gas- en afvoerleidingen onder de vloer gelegd moeten worden.
De aanleg van de elektrische installatie en verlichting en het maken van plafonds is ook een omvangrijk werk.
De installatie van een aantal ventilatoren is voor luchtverversing noodzakelijk, terwijl een verwarming voor de koude winteravonden ook onontbeerlijk is.
Voor gereedschappen en materialen zullen verschillende magazijnen gemaakt worden.
Dit alles moet gereed zijn voor met de eigenlijke inrichting en afwerking begonnen kan worden.
Het betekent een omvangrijk werk dat alle tijd, enthousiasme en zeer veel doorzettingsvermogen van onze leden zal vergen. Voor sommige zaken is deskundige hulp onontbeerlijk. Het spreekt dan ook vanzelf dat wij alle hulp die ons geboden zal worden zeer dankbaar zullen aanvaarden.
Voor alle afdelingen wordt door de leden van de afdelingen een detailplanning gemaakt. Van de plannen van de afdeling Astronomie kunt U in dit nummer reeds kennis nemen. Wat aardig zou het zijn als deze plannen verwezenlijkt zouden kunnen worden en de Hobby Club voor de eerste sterrewacht in Dordrecht zou kunnen zorgen!
Laten we nu trachten U een rondleiding op papier te geven van onze Hobby Club, zoals we hopen dat hij over enige tijd zal kunnen zijn. De lichtbak met de woorden "Hobby Club" geeft de toegang naast de gymnastiekzaal van de school aan. Via een gangetje komen we op de binnenplaats, waar fietsenrekken zijn. Als we de lange ijzeren trap opgelopen zijn, komen we bij de eigenlijke ingang. Hier hangen mededelingenborden met nieuws van bestuur en afdelingen. Het grote bord met namen laat zien wie aanwezig zijn. Ieder die hier komt ontsteekt door middel van een schakelaar een lampje achter zijn naam. Het bord is dus tevens ledenlijst. Voor bezoekers zijn ook een aantal lampjes. Het bord kan nog uitgebreid worden met bij iedere naam een rood lampje, waardoor het tevens dienst kan doen als oproepsysteem. Dit bord is in de bestuurskamer en op nog een paar plaatsen herhaald. Bezoekers worden ook verzocht hun naam in het "logboek" te zetten, waarin tevens iedere keer een verslag van de belangrijkste gebeurtenissen geschreven wordt.
Recht tegenover de ingang zien we door een groot raam de scheikunde afdeling. De ingewikkelde opstellingen om te tritreren en voor gefractioneerde destillatie geven een interessant laboratoriumachtig idee, maar er worden ook heel eenvoudige proefjes met reageerbuizen gedaan.
De organische scheikunde is ook een belangrijk terrein van onderzoek. Er zijn een aantal experimenteertafels met zuurstofbestendige bekleding en een ruime zuurkast, waarin de schadelijke dampen die bij sommige proeven ontstaan afgezogen kunnen worden.

Linksom kunnen we onze jassen kwijt in de garderobe. Naast de scheikunde afdeling is de bestuurskamer. Deze is niet zo groot, maar biedt precies genoeg ruimte om bestuursvergaderingen te kunnen houden. De ordners met correspondentie staan hier, evenals onder meer het ledenkaartsysteem en het kaartsysteem van de Hobby Puk. Er is hier een schrijfmachine en een stencilmachine en het is tevens de redactiekamer voor de Hobby Puk.
Gaan we verder, voorbij de trap naar de school, dan geeft de deur rechts toegang tot de afdeling Fotografie. Dankzij de lichtsluis kan er geen licht in de donkere kamer komen als we naar binnen gaan. Er is hier meestal licht waarvoor het fotografisch papier ongevoelig is. In de doka zijn verschillende vergrotingsapparaten voor kleinbeeld, 6x6 en 6x9 opgesteld. Er zijn afdrukkastjes en bakken voor ontwikkelaar en fixeer. De afdeling Radio heeft een elektronische tijd schakelaar gemaakt om zeer nauwkeurig de juiste belichtingstijd voor afdrukken of vergroten te kunnen instellen. Voor het ontwikkelen van films is een speciale cabine, omdat de films in complete duisternis in de ontwikkeltank gestopt moeten worden. De afdeling scheikunde zorgt voor de benodigde chemicaliën. Alle regelmatig voorkomende papiersoorten en formaten zijn in voorraad en worden bijgehouden in een eenvoudig kaartsysteem.
De volgende ruimte is van de afdeling Radio. Er kunnen hier ongeveer twintig leden tegelijkertijd werken aan allerlei elektronische apparaten, die in de meetstudio getest kunnen worden. Hoewel er natuurlijk ook radio's gemaakt worden, maken de leden ook vele andere elektronische schakelingen. Meestal wordt begonnen met een serie bouwdozen van eenvoudige schakelingen, waarvan verwacht wordt dat de bijbehorende theorie ook gemakkelijk begrepen kan worden. De onderdelen van deze bouwdozen worden steeds opnieuw gebruikt. Behalve stopcontacten voor de soldeerbouten en toestellen zijn er bij iedere plaats ook aansluitingen voor antenne en aarde en voor de meest gebruikte spanningen, die gevoed worden van een centraal elektronisch gestabiliseerd voedingsapparaat, zodat niet ieder toestel een eigen voedingsapparaat nodig heeft. Door dubbel glas, in verband met de geluidsisolatie, kunnen we in de meetstudio kijken.
Deze studio ligt ongeveer een halve meter lager en hierin staan allerlei elektronische meetinstrumenten. Hier wordt ook aan projecten als radiografische afstandbesturing gewerkt. Er is een schoolbord dat voor instructie gebruikt wordt en om schema's op te tekenen.
Deze studio kan ook gebruikt worden als projectiecabine voor films en dia's voor de toneelzaal.
Aan de andere kant van het pad naar de toneelzaal ligt op dezelfde diepte de geluidstudio.
Hierin is ook de toekomstige zelf te maken elektronische Hobby Club Huistelefooncentrale geprojecteerd. Hier wordt voor muziek en omroep gezorgd en worden bandopnames gemaakt. Ook is de ruimte bestemd voor de stem van Hobby Club Dordrecht in de ether. Wij hopen een vergunning te krijgen om hier permanent een zender te mogen hebben, die bediend zal worden door de Hobby Club leden met een zendmachtiging. Via twee spiegels die als periscoop werken en een raam met dubbel glas kunnen we de toneelzaal in de gaten houden als er daar voor geluid gezorgd moet worden.
De toneelzaal biedt plaats aan maximaal ongeveer 75 personen en wordt behalve voor eigen toneel gebruikt voor films, lezingen, diavertoningen (bij voorkeur van leden van de afdeling fotografie) en ledenvergaderingen. Soms is het ook een filmstudio of wordt er muziek gemaakt en gedanst. Maar meestal zijn hier de leden bezig met artistieke hobbies. Er is een elektrische oven voor pottenbakken en glazuren en er zijn plannen om een weefgetouw te maken.
Er wordt getekend, geschilderd en geboetseerd en de afdeling "bar" zorgt ondertussen voor de dorstige en soms ook hongerige leden.
Ook worden hier onder meer onderdelen voor het landschap van de modelspoorbaan gemaakt. In deze afdeling zijn steeds de meeste meisjesleden.
De jongenskleedkamer naast het toneel, ligt ongeveer twee meter lager en is bereikbaar via een steile trap. Dit is tevens het domein van "groep X" De deur heeft een kiesschijf inplaats van een deurkruk om binnen te komen en alleen de leden van "Groep X" kennen het juiste nummer.
De meisjeskleedkamer wordt ook als geluiddichte spreekcabine voor de omroepgroep van de afdeling radio gebruikt.
Keren wij nu terug naar de ingang om de andere kant op te gaan, dan kunnen wij eerst nog een ladder opgaan naar de nok van de zolder waar de afdeling Astronomie in de Hobby Club Sterrewacht gevestigd is. Het plan is om hier een 15cm spiegeltelescoop geheel zelf te maken met een inrichting om, tegen de draaiïng van de aarde in, sterren of planeten te kunnen volgen.
De vleugel rechts van de ingang is een ruime geheel open zolder voor de afdeling modelbouw en hout- en metaalbewerking. Op deze zolder worden zo nu en dan ook tentoonstellingen gehouden van de werkstukken die de afgelopen tijd weer klaargekomen zijn op de Hobby Club.
Links zijn een aantal eenvoudige machines voor hout- en metaalbewerking opgesteld. Degenen die hiermee werken hebben eerst geleerd hoe ze ermee moeten omgaan.
Aan de tafels meer naar rechts wordt gebouwd aan modelboten en modelvliegtuigen, verschillende voor radiografische afstandbesturing.
Het achterste gedeelte is geheel voor de afdeling modelspoorwegbouw. Naast de zolder, meer dan anderhalve meter dieper is over de hele lengte het magazijn voor de onderdelen en materialen. Bovendien zijn hier een paar goed uitgeruste werktafels, waar bijzonder fijn en nauwkeurig werk ongestoord verricht kan worden door degenen die tegelijkertijd voor het magazijn zorgen, zodat de andere leden niet steeds de steile trap afhoeven. Hier wordt bijvoorbeeld ook gewerkt aan een speciale trein met afstandsbesturing via de rails.
De commando's worden gegeven in de vorm van pulsen en tonen die gesuperponeerd worden op de gelijkstroomvoeding.
De grote trots van de Hobby Club is tenslotte de uitgebreide modelspoorwegbaan (schaal HO) van 4 bij 6 meter die door de heer B.J. Verhey aan de Hobby Club is geschonken om hem verder te vervolmaken. Dit is een project dat nooit helemaal klaar zal zijn omdat er steeds weer verbeteringen aangebracht kunnen worden en het een voortdurend onderhoud vereist en het aardige is ook dat practisch alle hobbies er op de een of andere wijze wel in tot hun recht komen.
Het is ook zo'n omvangrijk object dat er verschillende werkgroepen gevormd zijn die door de heer Verhey gecoördineerd worden.
Een electriciteitsgroep zorgt voor alle electrische aansluitingen. Deze worden keurig gebundeld in kabelstrengen (de leden die bij de P.T.T. in dienst zijn hebben extra handigheid hierin) en gevoerd naar aansluitborden. Dankzij dit systeem is een storing steeds gemakkelijk op te sporen. Een speciale elektronicagroep heeft een automatisch beveiligingssysteem uitgewerkt en werkt aan een brein om de treinen automatisch volgens bepaalde dienstregelingen te kunnen laten rijden. Het op de juiste wijze leggen van de rails en het onderhoud ervan is ook specialistenwerk, evenals het maken van de bovenleidingen.
Het landschap is in verschillende stukken verdeeld waaraan verschillende groepen werken. Alles wordt zo veel mogelijk natuurgetrouw en op de schaal 1:88 gemaakt. De huizen en gebouwen zijn vaak modellen van werkelijk bestaande. De bruggen zijn tot dusver alle meesterwerken van de heer Verhey zelf. Voor sommige onderdelen, zoals de masten voor de bovenleidingen, seinpalen, de bewegingsmechanismen van de wissels enz. is een complete massagefabrikage opgezet.
Als we in het model van een seinpost aan de achterzijde van de zolder bovenin klimmen hebben we een bijzonder goed overzicht over de hele baan. In dit seinhuis hebben we schematisch het railplan op een groot bord en kunnen we aan het branden van de vele kleine lampjes precies zien hoe alle wissels staan en waar de treinen zich bevinden. Voor iedere trein is een bedieningspaneel en vanaf deze post kan het hele complex met talloze schakelaars en knoppen compleet bediend worden.
Dit alles is op dit moment natuurlijk nog toekomstmuziek. Het zal nog niet direct allemaal zo perfect kunnen zijn als hiervoor beschreven, maar het is fij om te kunnen werken met een ideaalbeeld voor ogen, waarvan we welliswaar niet mogen verwachten dat het helemaal bereikt zal kunnen worden, maar wat toch vele reële mogelijkheden in zich houdt en het is ook een fascinerende gedachte dat wat wij nu in Dordrecht gaan maken, mogelijk in de toekomst een inspirerend voorbeeld voor vele andere Hobby Clubs in Nederland en misschien ook wel daarbuiten, zal kunnen zijn.
Daarbij zijn wij buitengewoon dankbaar dat burgemeester J.A.H.J. van der Dussen, die reeds vanaf het begin van zijn ambtsperiode in Dordrecht zo'n warme belangstelling voor onze Hobby Club getoond heeft en ons werk daarmee steeds gestimuleerd heeft, tezamen met de wethouders en overige leden van de gemeenteraad, ons jonge mensen het vertrouwen geschonken heeft om van deze ruimte naar eigen inzichten (onder de deskundige leiding van Openbare Werken) een ideaal onderkomen voor Hobby Club Dordrecht te mogen maken.
Van harte wensen wij oud-burgemeester Van der Dussen en zijn echtgenote, nu na zijn pensionering, nog vele gelukkige jaren in Kijkduin toe en wij hopen tevens hen bij de opening van onze nieuwe Hobby-zolder ook te mogen ontvangen.

 

IETS OVER ELEKTRONENBUIZEN.

We nemen aan dat iedereen de begrippen spanning, stroom en weerstand nu kent en de wet van ohm (E = I.R.) nog beter kent. De eenvoudigste electronenbuis is de diode, een apparaat dat de stroom maar in één richting doorlaat. Hij ziet er van binnen als volgt uit:1 Een anode met een metalen huls die om de gloeidraad heen zit.
2. Een gloeidraad, ook van metaal die als kathode dienst doet. In een schema tekenen we een diode als in figuur 1b.

Dit zijn namen die je nu nog zonder meer moet onthouden en waarvan dadelijk de functies hopelijk duidelijk gemaakt worden. De anode en kathode, de electronen van de buis zitten in een glazen of metalen ballon waar bijna alle lucht uitgezogen is en waar een heel klein beetje ander gas, meestal stikstof in is gebracht. Waarvoor dienen deze electroden? Dat zullen we nu proberen uit te leggen. Als we een batterij hebben en we verbinden de twee polen (de plus en de min) door een koperdraad met elkaar, dan zal er volgens spraakgebruik een stroom gaan lopen van plus naar min, eigenlijk gaat er een electronenstroom van min naar plus.

Als we nu een batterij aansluiten op een diode (fig. 3a,3b) kan dat op twee manieren. Er gebeurt dan….. niets, tenminste bijna niets. In figuur 3a worden de electronen door de plus aangetrokken en weggezogen van de anode. Bij de anode dus een tekort aan electronen, de anode is ook positief geworden. De negatieve pool stuwt de electronen naar de kathode, de kathode is dus negatief. Ongelijknamige polen trekken elkaar aan dus de electronen worden door de positieve anode aangetrokken, maar ze kunnen niet uit de kathode. Na de korte beweging van de electronen gebeurt er niets meer.
Bij figuur 3b gebeurt precies het omgekeerde, de electronen gaan van min naar de anode en van de kathode naar de plus. De anode wordt dus negatief en de kathode positief! Wat nu? Het is toch de bedoeling dat er een stroom gaat lopen, d.w.z. dat er electronen van de min pool naar de pluspool gaan, ofwel de electronen moeten hier door het luchtledige van de kathode naar de anode. Dit gaat als volgt. We verwarmen de kathode tot ongeveer 2000 graden celcius door er een electrische stroom door heen te laten lopen. (fig. 4).

Door deze verhitting gaan de atomen heftiger om hun evenwichtstoestand trillen en raken sommige electronen los van de atoomkern. De vrije electronen schieten uit de kathode en worden, omdat ze negatief zijn, door de anode aangetrokken. Er loopt dan een stroom!
Een diode wordt dus als in fig. 5 geschakeld. Een vrij hoge positieve spanning op de anode, de kathode of gloeidraad aan de negatieve kant en een batterij (apart) voor de gloeidraad.

Bij deze diode is de kathode, dat deel van de buis dat de electronen uitzendt, tegelijkertijd gloeidraad, wat vrij onplezierig is. Men heeft dan ook wat anders bedacht. Wat ze bedacht hebben zien we in fig. 6. Om de gloeidraad zit een warmte geleidend maar electrisch isolerend buisje. Hierop zit een electronen emitterende stof, d.w.z. een stof die gemakkelijk electronen uitzendt.
Als nu de gloeidraad verwarmd wordt, wordt het buisje ook warm en gaat de electronen emitterende stof electronen uitzenden. De kathode die tegelijkertijd gloeidraad is noemen we een direct verhitte kathode en een kathode die door een aparte gloeidraad verwarmd wordt, een indirect verhitte kathode. Bij een diode met indirect verhitte kathode wordt in een schema de gloeidraad meestal weggelaten, dus eigenlijk hoort het zo:

Zoals je in de tekening ziet wordt de gloeidraad met f aangeduid. We hebben steeds alleen maar naar de diode gekeken, waarbij de pluspool aan de anode en de minpool aan de kathode zit, wat gebeurt er als de aansluitingen omgedraaid worden? Dan moeten de electronen van de anode naar de kathode, maar omdat de anode niet verhit wordt kunnen daar ook geen electronen uit komen. Er loopt geen stroom! We zien dus dat een diode alleen stroom geleid als de anode positief is t.o.v. de kathode en de kathode verhit wordt.

Nu is een goede eigenschap van de diode dat er als de spanning op de anode (de anodespanning=va) hoger wordt gemaakt een sterkere stroom door de anode (de anodestroom = Ia) gaat lopen. Dit is logisch, als je bedenkt dat door de verhoging van de anodespanning de electronen sterker worden aangetrokken en er dus meer electronen per seconde door de buis gaan en dat geeft een grotere stroom. De Ia - Va karakteristiek ziet er zo uit (figuur 9).

Zo'n karakteristiek is erg handig als je de anodestroom, die bij een bepaalde anodespanning hoort, niet weet kan je hem gemakkelijk vinden door bij die anodespanning loodrecht omhoog te lopen en, wanneer je bij de karakteristiek komt, loodrecht naar de vertikale as te gaan. Waar je dan terecht komt, is de gezochte anodestroom. Als je de anodespanning bij een bepaalde anodestroom moet weten, gaat het natuurlijk net andersom. Nu zie je ook dat bij een negatieve anodespanning de stroom nul is, wat we al eerder gevonden hebben. Wanneer je de anodespanning steeds maar verhoogt, wordt de anodestroom op een gegeven ogenblik niet meer groter. De kathode kan dan niet meer electronen uitzenden en we noemen dit dan ook de verzadigingsstroom. Hoe verandert de anodestroom nu als we de anodespanning laten varieren, bijv. als we een wisselspanning op de anode zetten. Een wisselspanning, getekend in fig. 10, is een spanning, die varieert tussen een bepaalde positieve en een bepaalde negatieve waarde.

Als we dus een wisselspanning op de anode zetten, dan wordt de anodestroom zoals in figuur 11b
Wanneer je deze karakteristiek niet begrijpt, wat ik me voor kan stellen, dan moet je de moed toch niet verliezen, want we zullen proberen het eenvoudiger uit te leggen. In de eerste halve periode van de wisselspanning is de anode positief t.o.v. de kathode. Er loopt dan dus anodestroom. Als de anode negatief wordt t.o.v. de kathode, in de tweede helft van de eerste periode loopt er geen anodestroom. Van iedere periode loopt er alleen in de eerste (positieve!) helft een stroom.

Later zullen we hier de toepassingen van bespreken o.a. bij een voedingsapparaat. We weten nu wat een diode doet. Laten we nu eens een spiraalvormige draad tussen de kathode en anode plaatsen. Deze draad heet: "het rooster" (fig. 12), en een electronenbuis met een rooster heet een triode.
We schakelen de triode volgens fig. 13. De anodespanning wordt constant gehouden en de roosterspanning = Vg, de spanning tussen rooster en kathode is instelbaar. We bekijken eerst de anodestroom als Vg = 0, d.w.z. dat het rooster dezelfde spanning heeft als de kathode.
De electronen die uit de kathode komen en naar de anode toegaan, merken dan helemaal niets van het rooster. Wanneer de roosterspanning negatief is stoot het de electronen af, daardoor komen de electronen er moeilijk doorheen. De anodestroom wordt kleiner! Als het rooster heel erg negatief wordt dan stoot het de electronen heel erg af en komt er geen electron meer van de kathode naar de anode. De anodestroom wordt dan nul en we zeggen dat de buis wordt afgeknepen.
Maken we de roosterspanning positief dan trekt het de electronen aan en gaat er een roosterstroom lopen. Het rooster werkt dan ongeveer als anode. Dat mag over het algemeen niet! Nu is het zo dat anodespanningsvariaties net zoals bij de diode anodestroomvariaties ten gevolg hebben. Het grote voordeel van een triode echter is, dat roosterspanningsvariaties een grotere invloed heeft op de anodestroom dan de anodespanning. Hierop berust ook de versterking van de triode, want wat gebeurt er als we een weerstand opnemen in het anode circuit (fig. 14), en een wisselspanning zetten op het rooster. De wisselspanning heeft hier dus een wisselstroom door de anode tot gevolg. Deze wisselstroom veroorzaakt weer een wisselspanning over de weerstand.

Het laatste gaat vlug, maar dat zullen we de volgende keer uitvoerig opnieuw behandelen. Probeer toch eens te bedenken hoe de anodespanningsvariaties eruit zien ten opzichte van de roosterwisselspanning.

Dik Walvis.

________________________ + ______________________
_________

1. Zorg dat U Uw film voor de afloopdatum volschiet en laat hem dan meteen ontwikkelen.
2. Gebruik altijd een zonnekap.
3. Werk formaatvullend!
4. Gebruik bij opnamen op statief altijd een draadontspanner.
5. Houd Uw lens schoon
6. Met een geelfilter laat U wolken beter uitkomen tegen de blauwe hemel, maar hierdoor moet U ook Uw diafragma een stop verder openzetten.
7. Kom bij portretten nooit dichterbij dan anderhalve meter, omdat U anders vertekening krijgt ( te grote neus, te kleine oren).
8. Zoek .. naar een origineel camerastandpunt!
9. Koop een goed fotoboek (bijv. het Prisma fotoboek) en bestudeer dat!
10. Denk nooit "Zo ongeveer komt het er wel op" maar druk pas op de ontspanner als alles perfect is!!

Rob Ruurs.

++++

Afdelings-nieuws ASTRONOMIE.

Met deze afdeling wil het nog niet zo erg vlotten. Dit komt omdat het enthousiasme voor deze afdeling nog maar van enkele leden uitgaat. Dit is echter niet te verwonderen omdat het een vrij jonge afdeling is en daardoor nog niet zo veel leden heeft als bijvoorbeeld afdeling "Radio".
In ieder geval zijn er voor deze afdeling grootse plannen. Met als eerste een grotere telescoop, dit instrument zal een objectief van ± 12 centimeter krijgen. De spiegel zal hol geslepen worden, daarna verzilverd om een spiegelend oppervlak te krijgen. Door de holle spiegel verkrijgt men een brandpunt. De lichtstraal wordt nog een keer teruggekaatst alvorens naar het oculair te gaan. Met deze kijker hopen wij een vergroting te krijgen van min. 200 maal het ware beeld. Misschien kan de afdeling fotografie hierdoor later enige "astro foto's maken.

Wim Boer.

Afdelingsnieuws Fotografie.

In de afgelopen maand is er een nieuwe regeling bijgekomen: Ieder lid der afdeling fotografie mag op de 1e van elke maand niet meer dan fl. 1,- schuld aan de fotokas hebben, anders mag hij niet in de doka komen voor zijn schuld is aangezuiverd.
Het resultaat van deze regeling is verrassend: binnen 2 weken werd ons saldo met fl. 30,- verhoogd!
Voorts hebben we nu drie vergrotingsapparaten die in goede staat verkeren:
1 kleinbeeld apparaat
1 oud 6-9 apparaat
1 nieuw, halfautomatisch 6-6 apparaat.
Er wordt over gedacht om, als we in het nieuwe gebouw zitten, de leden die het nieuwe( en dure) 6-6 apparaat willen gebruiken, een klein examentje af te laten leggen, waar zo voor moeten slagen, willen ze met het 6-6 apparaat mogen werken.

Rob Ruurs

---------------------------------------------------------------------------------------

AFDELING TONEEL:

Deze afdeling, die enige tijd terug is opgericht door een zo groot aantal uiterst enthousiaste leden, vraagt zich vol verwondering af, waarom er tot nog toe geen activiteiten zijn ontplooid. Misschien ligt de oorzaak in de verminderde belangstelling, maar dit is niet waarschijnlijk gezien het oorspronkelijke enthousiasme. Daarom is de wens van vele leden; Laten we er eens iets aan doen: laten we eens een toneelstuk opvoeren! De tijd zal wel leren of deze wens bewaarheid zal worden of niet. Ik zou zeggen, vooruit schouders er onder en niet als het eventjes niet gaat, zoals het moet er mee op houden!

(Het is nu vakantie, wat let jullie om te gaan repeteren op avonden , dat de overige leden niet aanwezig zijn?)

Margreet

Afdelingsnieuws RADIO.

Er zijn ook voor deze Hobby Puk weer enkele vermeldens waardige feiten in de afdeling Radio.
De meetbrug, die niet meer "brugde" op het condensator en spoelenbereik, is weer gemaakt. Het werk aan de universeelmeter, dat enige tijd gestopt was, is weer hervat en zowaar enkele oude getrouwen van de Hobby Club hebben de brom uit de bandrecorder kunnen krijgen.
De radioleden zijn moeilijk aan het werk te krijgen, ze zijn een beetje lui, maar toch erg enthousiast, zodat de instructeur heel erg optimistisch is.
Enkele leden hebben een eigen peilontvanger gemaakt die na enige moeilijkheden definitief werken.
Aan een ander werkje of werk zijn ze moeilijker te krijgen, namelijk het sorteren van allerlei radio-onderdelen uit het magazijn, maar zelfs dat lukt niet.
Tijdens het Pinksterweekeind is er geen vossejacht gehouden. Dit kwam doordat te laat gevraagd werd of de apparatuur in orde was. Alles moet van te voren gecontroleerd en vaak opnieuw afgeregeld worden en daar was toen geen tijd meer voor. We zullen nu onze uiterste best doen voor de vakantie een vossejacht te houden; (Deze is inmiddels al geweest op woensdag 15 juli). Mocht er nog animo zijn voor een tweede vossejacht dan zal deze in de vakantie gehouden worden.
Te weinig radioleden weten, dat er een boot voor afstandsbesturing in het magazijn ligt. De boot heeft een paar jaar geleden al gevaren, maar niet helemaal naar de zin van de bouwers zodat ze het electronische gedeelte er uit gehaald hebben, en hem niet weer in orde gemaakt.
Als dit model klaar is, zijn er nog grootse plannen voor een boot met twee schroeven, en een versterkertje met luidspreker op het dek om met de nieuwsgierige kijkers een praatje te maken.
Jullie zien, een fantastisch onderwerp, wie werkt er aan mee? Een plaats waar in de grot vakantie geen radio mag ontbreken is het nieuwe gebouw. Daar wordt in het begin wel niet veel geradiood, maar, maar de verlichting moet aangelegd worden en ook kunnen er altijd mensen gebruikt worden bij het vloeren leggen. Jullie zien het, er is veel te doen op de Hobby Club en echt niet alleen bij de afdeling Radio

Dik Walvis.

JEUGD EN MUZIEK.

Een met de Hobby Club verwante instelling is de vereniging "Jeugd en Muziek". Deze internationale organisatie, die in vele steden van Nederland afdelingen heeft, stelt zich ten doel het bevorderen van de belangstelling voor de muziek bij de jeugd. ( In verband met het H.C. principe: de jeugd heeft in de afdelingsbesturen een stemoverwicht!
Op het programma van de afdeling Dordrecht van vorig jaar stond o.m. : Een cursus van dhr. Ru Sevenhuijsen "Leren luisteren naar muziek. (Op deze avonden verzorgde de H.C. het geluid) een pianorecitel van Maartje Laurentius.
Een recital van de bas Cornelis Schell.
Een avond waarop de leden zelf musiceerden, etc.
Verder heeft elke afdeling een aantal z.g. gramoclubs. Iedere maand komt zo'n club samen, en dan bespreekt één van de leden een bepaald muziekstuk of een bepaalde componist. Op het programma voor het volgend jaar staat o.a.:
Een voorstelling van het poppentheater van dhr. Bragman, met de opera Porgy and Bess, van George Gershwin.
Een cello-recital.
Een piano-recital, etc.

Rob Ruurs.

HET PINKSTERWEEKEND.

Zaterdagmorgen 5 juni vertrokken een twintigtal jongens vanaf het clubgebouw Hellingen 7 om 10 uur per fiets naar hun vakantie doel, de Wildert. Ondanks enige rustpauzes en kleine reparaties kwamen de laatste fietsers om half een op de Wildert aan, waar direct werd begonnen met de inrichting van het kamp Na de maaltijd stond er een wandeling op het program en werd de eer van de Hobby Club verdedigd in een partijtje voetbal. Het plan om 's-avonds een nachtwandeling te gaan maken viel in duigen doordat een fikse regenbui dit onmogelijk maakte en wij dus genoodzaakt waren ons binnenstents te vermaken.
Zondag 6 juni stond er zwemmen op het programma en 's-avonds werd er een nachtwandeling gemaakt. Het geheel vormde een rustige 1e pinksterdag.
Maandag 7 juni werd er een speurtocht gehouden. De leden werden verdeeld in 5 groepen! De laatste opdracht voor iedere groep was een kilometer terugrennen en een nummer op een wagen te weten te komen. Weer terug in het kamp werden de prijzen uitgereikt. Na deze tocht werden de voorbereidingen voor de terugtocht gemaakt. Om 4 uur vertrok de hele groep van de Wildert. Het Pinksterkamp is ook dit jaar weer een succes geweest!

 

---------------------------------------------------------------------------------------

(hierlangs afknippen)

Hierbij geef ik mij op als D O N A T E U R van

HOBBY CLUB DORDRECHT

Naam: ...................................................
Adres: ...................................................
Woonplaats: ...................................................

voor f……. per maand

of f.….… per jaar.

Datum: ………………….Handtekening:

Onlangs was ik aan het spelen met een oscillograaf. Dat is zo'n fraai instrument waar electronici van die mooie groene lijntjes op te voorschijn kunnen toveren.
Het toeval wilde dat ik, nog van een vorige meting, 9 punten met potlood op m'n scherm getekend had staan, in een rangschikking zoals onderstaande tekening laat zien.
Met de middelen die ik toen tot m'n beschikking had kon ik alleen rechte lijnen op het scherm laten verschijnen. Onwillekeurig begon ik toen te proberen om met behulp van m'n rechte lijntjes alle punten met elkaar te verbinden. En natuurlijk kon ik m'n schrijvend lichtpuntje niet even van het scherm aftillen. Per slot van rekening is het daar binnen in zo'n beeldbuis maar een zuurstofarm gebied. Na een poosje aan de knopjes gedraaid te hebben lukte het me om alle 9 punten met elkaar te verbinden met 4 rechte lijnstukjes, zonder een enkel traject te doubleren. Zij of hij die me dat op de leukste manier nadoet ontvangt een aardig prijsje van de puzzelredactie. En bij gebrek aan een oscillograaf is het ook wel goed als je de 9 punten met 4 rechte potlood lijnen weet te binden, zonder de punt van het papier te tillen of wegen te doubleren.

Opl. aan: Dik Walvis, Lijsterbesstraat 2, Dordrecht.