H O B B Y   P U K
==============
van Hobby Club Dordrecht.

Redactie: G.W.V.van Aardenne en A.Kastelein.
Redactieadres: Jan Luykenstraat 19, te1.: 6926.
Gironummer: 601060 t.n.v. Penn. H.C. Dordrecht.
Clublokaal: Hellingen 7, Wo 7½-10, Za 2½-10 u.

5e jaargang, nummer 3                                           december 1959.
=====================================================

VAN DE REDACTIE.

Het verschil tussen een literair orgaan op amateuristische basis en een op commerciële basis, bestaat hierin dat eerstgenoemde gratis verstrekt wordt en het tweede regelmatig verschijnt. Een samengaan van deze twee nuttige kenmerken schijnt niet mogelijk te zijn.
Nu is het ook weer niet zo dat de redactie dit verschijnsel als een natuurwet beschouwt. Nog altijd voert de redactie een strijd om een verstek laten gaan van deze regel tot een feit te maken.
Mogelijk is deze strijd op dit moment beslist en wel als een overwinning aan onze kant. De redactie heeft nog hoop, U ook? Ondertussen is het zo'n half jaar geleden sinds de vorige Hobby Puk Uw brievenbus in rolde. Daar is bij het samenstellen van het vorige nummer geen rekening mee gehouden. Waar nodig, gaan er dan ook aan de vervolgartikelen enkele overkoepelende woorden vooraf.
In verband met het heengaan van onze medewerker Jaap Dortwegt treft U ditmaal voor het laatst een bijdrage tot de artikelenserie "De kracht van het kleine" aan.
Wij hebben gemeend er goed aan te doen dit nummer enigszins sober te houden, reden waarom U minder tekeningen van Wim Dolk aantreft dan gebruikelijk en wij ook de meer-kleurendruk achterwege hebben gelaten.
Ru Sevenhuysen willen wij nogmaals van deze plaats onze excuses aanbieden voor de hinderlijke onderbreking van zijn artikelenserie "Luisteren naar muziek".
Een plezierige verrassing was de leuke en enthousiaste brief van Janneke uit Utrecht, waaraan wij ook de eerste dichtregels in de Hobby Puk te danken hebben.
Dit nummer is het derde en laatste nummer van deze vijfde jaargang.
Het volgende nummer komt in januari 1960 uit in de zesde jaargang. Wij wensen U een Gelukkig Nieuwjaar!

IN MEMORIAM JAAP DORTWEGT.

24 april 1936-13 juli 1959.

In het hartje van de zomer werden we plotseling opgeschrikt door het fatale bericht, dat Jaap Dortwegt, onze vroegere voorzitter en erelid, op terugreis naar Zwitserland was verongelukt.

Op iedereen die Jaap kende, en dat zijn er in onze club velen, heeft zijn plotseling verscheiden een wel zeer diepe indruk gemaakt.

De Hobby Club heeft steeds een grote plaats in zijn leven ingenomen en zonder het vele wat hij voor onze vereniging heeft gedaan, zou de tegenwoordige bloeiende Hobby Club Dordrecht ondenkbaar zijn.

Toen hij nog maar kort in het bestuur zat, was het dankzij zijn initiatief en door de bijzonder grote medewerking van zijn vader en de welwillendheid van de directie van van Dijk & Co., dat de Hobby Club per 1 oktober 1953 verhuisde van het knusse en gezellige, naar wel zeer bouwvallige gebouwtje in de Vleeschhouwersstraat naar de stevige en ruime zolder van het pakhuis van de kalkfabriek van Dijk & Co. op de Hellingen. Hoewel het toendertijd een hele ingreep was, die betekende dat de Hobby Club bijna weer geheel opnieuw opgebouwd meest worden, is deze beslissing op het juiste moment, toen de mogelijkheid er was, genomen - ongetwijfeld van doorslaggevende betekenis geweest in het bestaan van Hobby Club Dordrecht.

Onder de bezielende leiding van Jaap, die in 1954, na zijn eindexamen H.B.S., voorzitter werd, zijn de Doka en de Studio's gebouwd en is ons lokaal, mede dankzij de enorme medewerking van zijn vader, geworden tot de ons zo vertrouwde omgeving, waar wij trots op zijn.

Onder zijn voorzitterschap is de Hobby Club tot groter bloei gekomen, dan wij ooit hadden durven hopen, een bloei die zich tot nu toe nog steeds heeft voortgezet. "Groep X" heeft nooit zo goed gefloreerd als toen Jaap er voorzitter van was. Bij zijn afscheid als voorzitter, in juni l956, kreeg hij voor zijn vele verdiensten voor Hobby Club Dordrecht, als vijfde, een zilveren H-tje aangeboden. Maar ook na zijn praktische jaar van de H.T.S., gedurende hetwelk hij steeds een intensief contact, zelfs vanuit Duitsland, heeft gehouden, heeft Jaap nog veel voor de Hobby Club gedaan en bij zijn vertrek, als elektrotechnicus, naar Zwitserland in maart 1958, werd hij erelid van Hobby Club Dordrecht.

Gedurende de keren dat hij van zijn werk in Zwitserland, bij Zellweger, overkwam, heeft hij nooit verzuimd een bezoek aan onze Hobby Club te brengen en vaak had hij dan nog een bijzondere verrassing meegenomen.

Ook van de "Hobby Puk" was hij steeds een trouwe medewerker. De eerste nieuwe copy die de redactie binnen kreeg, kwam meestal van Jaap.

Jaap was een bijzondere jongen. zijn grote oprechtheid werkte veelal ontwapenend en zijn bijzondere eerlijkheid, trouw en doorzettingsvermogen zullen ons steeds ten voorbeeld blijven. Aan zijn vriendschap zullen wij dankbare herinneringen blijven dragen.

 

Ik weet niet of die mooie woorden van Leonard de Vries expres boven m'n stukje zijn gezet, maar ik zal maar gewoon verder gaan alsof er niets gebeurd was. Ik heb ondertussen een nieuw spel bedacht: Spoorzoekertje met onze isotopen. Een van ons neemt een hoeveelheid radioactieve isotopen van silicium en maakt daarvan radioactief zand en strooit dit uit op zijn weg. Wij gaan hem dan opzoeken door met onze Geigerteller de weg op te sporen die door deze radioactieve zanddeeltjes wordt aangegeven.
Het lijkt mij wel een leuk spel voor het volgende H.C.kamp. Maar nu verder over onze alphastraling. Om deze straling goed te verklaren zou ik jullie eerst moeten invoeren in de theorieën van de golfmechanica en dit zou niet alleen voor jullie zeer grote moeilijkheden met zich brengen en zou dus veel te veel bonbons kosten. We doen het dus maar eenvoudig.
De kern van uranium 238 is dus onstabiel. Dit wil echter niet zeggen dat hij zonder meer uit elkaar springt. Nee, dat zeker niet. Alle deeltjes worden nog stevig bij elkaar gehouden door allerlei elektrische krachten. De deeltjes hebben veel te weinig energie om deze krachten te overwinnen. De kracht, potentiaal barriere genaamd, bedraagt ongeveer 25 MeV (mega-elektronvolt, één elektronvolt is de energie die een elektron krijgt als het een potentiaal verschil van 1 Volt doorloopt, mega is zoals jullie weten: 1 miljoen). Een alphadeeltje heeft ongeveer een energie van 6 MeV, dit is dus veel minder. Maar nu is het alphadeeltje heel slim en gedraagt zich soms als golf (tussen golven en massa was niet zo'n groot verschil, zoals ik jullie al eens verteld heb) en weet te ontsnappen. Het alphadeeltje heeft dan nog maar een kleine kans om er doorheen te komen, maar op een gegeven ogenblik werken alle omstandigheden mee en het alphadeeltje ziet zijn kans schoon. Een atoom is geen rustig gebouw, maar alles is voortdurend in beweging, zodat de omstandigheden steeds veranderen. Als we alles zo eens overdenken dan kunnen we best begrijpen waarom het op deze wereld zo onrustig toegaat: de bouwstenen van onze wereld zijn al druktemakers die voortdurend in beweging zijn, zodat de gebouwen hieruit opgetrokken wel onrustig moeten zijn. We zien dus dat het een kwestie van kans is dat het alphadeeltje weet te ontsnappen. Een alphadeeltje met hogere energie zal dus eerder ontsnappen dan een met lagere energie. Daarom heeft een stof die alphadeeltjes met grote energie uitzendt een kortere halveringstijd dan stoffen die alphadeeltjes met minder energie uitzenden. Dit zouden we tenminste denken als de theorie juist was en tot onze grote verbazing blijkt dit met de praktijk te kloppen. We vinden het natuurlijk ook niet onbegrijpelijk meer waarom het periodiek systeem met 92 eindigt. De hogere elementen hadden een korte halveringstijd want het alphadeeltje had nog meer energie dan Uranium. Al deze elementen waren dus al van de aardbodem verdwenen voordat de mensen er waren.
Is de α straling het uitzenden van α deeltjes, deeltjes van de atoomkern, β straling grijpt veel verder in de struktuur van het atoom aan. Het is nl. het omzetten van een soort elementair deeltjes in andere.
De normale β mutatie berust op de omzetting van een neutron in een proton. Daarbij ontstaat een elektron om de positieve lading van het proton te compenseren, het neutron is immers neutraal. Verder ontstaat een neutrino dat niet kan worden waargenomen daar het praktisch ongehinderd door alle metalen dringt. Dit neutrino dient om het draaimoment in evenwicht te houden. Het elektron verlaat de kern als straal. Ook kan een proton zich omzetten in een neutron. Dan wordt een positron uitgezonden.
De β mutatie ontstaat meestal na een of meer α mutaties. Bij α mutatie is het verlies aan protonen en neutronen gelijk. Bij een lichtere kern zijn naar verhouding minder neutronen nodig om de protonen bij elkaar te houden dan bij een zwaar element, dus een van de neutronen zet zich in een proton. Uit Uranium 238 ontstaat Thorium (weten jullie nog wat die getallen betekenen? Kijk anders de vorige delen nog maar eens na). Bij dit Thorium verandert zich een neutron in een proton. Nu ontstaat Protactinium (Pa, dan nog eens een β mutatie en zo ontstaat Uranium . Een nieuw isotoop van U. Deze soort uranium is weer α actief en zendt een α deeltje uit. Hierdoor ontstaat een isotoop van Thorium, nl.: Thorium . Door verdere α en β mutaties ontstaat tenslotte een isotoop van lood die stabiel is.
De elektromagnetische straling, de β straling, is niet aan de eigenlijke verandering van een atoomkern gebonden. Het is een straling zoals licht, een röntgenstraling, maar met een zeer korte golflengte en ze wordt uitgezonden bij inwendige verplaatsingen van deeltjes in de atoomkern of door de electronen (in het laatste geval kan de golflengte in het zichtbare lichtgebied vallen).
Bij de uit de natuur aan ons bekende soorten van radioactiviteit komen nu vele atoomkernreacties die in het laboratorium bewerkstelligd worden. Van deze kunstmatigen werd de eerste reactie in 1919 door Chadwick en Rutherford (een zeer beroemd atoomgeleerde) tot strand gebracht.
Ze beschoten stikstof met α deeltjes uit een natuurlijke straler. Deze bron is, zoals de naam zegt, een natuurlijke bron van α deeltjes en wel radium-C.
De volgende reactie vond nu plaats: N + He O + H. Dit betekent: Helium met 2 protonen en 2 neutronen, dit is het α deeltje, dringt de stikstofkern die uit 7 protonen en 7 neutronen bestaat binnen. Hieruit wordt dan een proton, een waterstofkern, weggeschoten. Over blijft zuurstof met 8 protonen en 9 neutronen, dus een isotoop van normaal zuurstof, dat is nl. O.
Als we de neutronen links en rechts optellen en ook de protonen, zien we dat wat de deeltjes betreft de reactie klopt. Verder moet dan nog gecontroleerd worden of de twee grondwetten van de natuurkunde opgaan, nl. de wet van behoud van energie en de wet van behoud van het draaimoment.
Door de banen van de deeltjes van een nevelkamer te fotograferen kan men dit controleren.
Een nevelkamer is een cylinder met een gas met verzadigde waterdamp. Door de druk plotseling te verlagen wordt het gas oververzadigd en de waterdamp slaat neer op ionen die gevormd worden door de snelle deeltjes die ontstaan zijn door kernreactie. Deze deeltjes ioniseren de gasmoleculen en deze vormen dan condensatiekernen voor de waterdamp.
Aangezien het nu volgende stuk weer zeer pittig is, zullen we er maar weer mee ophouden. De volgende keer zullen we deze reactie nog wat nader bekijken.
We zullen nu nog even iets anders bekijken Maar laten we eerst weer een bonbon nemen, dan voelen we ons weer wat beter. Zo. Deze reactie, ik bedoel de stikstofreactie, werd dus veroorzaakt door α deeltjes uit een natuurlijke bron, dus een stof die van natuur uit radioactief is. Later heeft men geleerd met kunstmatig versnelde deeltjes kernreacties te veroorzaken. Hierbij maakte men voor het eerst neutronen vrij, die als gevolg hiervan ook ontdekt werden. Men liet deze nieuw ontdekte neutronen ook als projectiel dienst doen, waardoor nieuwe kernreacties ontstonden, o.a. de uraansplijting waarover nog gesproken zal worden. In vele gevallen ontstaan bij deze kunstmatige reacties kernen die niet stabiel zijn, dus die na een zekere tijd plotseling weer veranderen, meestal wordt dit een mutatie, zodat vele kernen dan kunstmatige stralers worden. Deze kunstmatige radioactieve stoffen zijn de gevaarlijke bijprodukten bij de uraanreacties, die de ergste uitwerking van de atoombommen veroorzaken en die de bouw van reactoren zo moeilijk maakt.

Jaap Dortwegt.

---------------------------------------------------------------------------------------

Hebben jullie goed over de vragen in de vorige Hobby Puk nagedacht? Vergelijk dan jullie antwoorden eens met de volgende:

1. Er is geen verschil tussen de 1e en 2e violen; zij spelen wel een verschillende partij.

2. De saxofoon behoort tot de houten blaasinstrumenten, omdat zij een systeem van gaten en kleppen bezit.

3. Houten blaasinstrumenten hebben gaten en kleppen en worden aangeblazen door middel van rieten (uitgezonderd de fluit).

Koperen blaasinstrumenten zijn uitgerust met ventielen, (drukknoppen, pistons) die zijbuizen in- en uitschakelen. Zodoende wordt de grontoon gewijzigd en dus ook de toonhoogte (uitgezonderd de trombone: deze bestaat uit twee U-buizen, die in verschillende standen kunnen worden geschoven).

4. Zie de tekening in de Hobby Puk, 5e jaargang no. 2, blz 8.

5. Klarinet.

6. Met melodische slaginstrumenten kun je een melodie spelen: die kunnen dus gestemd worden; pauken - klokkenspel - buisklokken - xylofoon - celesta.

Met geraasmakende slaginstrumenten kun je alleen maar geraas maken: die kunnen niet gestemd worden; trommels - tamboerijn - bekken - triangel – gong – castagnetten.

7. Engelse hoorn.

De dirigent.

De dirigent is de leider van het orkest. Wanneer jullie naar een dirigent kijken, dan zie je dat hij met de rechterhand het tempo van de muziek aangeeft en dat hij met de linkerhand allerlei gebaren maakt om de musici aan te geven hoe sterk zij moeten spelen en wie er moet gaan spelen. Nogmaals dat zìen jullie, maar eigenlijk doet een dirigent veel meer. En dat is moeilijk uit te leggen. Maar door een vergelijking begrijpen jullie het misschien beter. Ik wil een dirigent eens even vergelijken met een leraar op de H.B.S. Velen van jullie zullen immers op een middelbare school zijn en dus les hebben bij meerdere leraren. Nu heb je natuurlijk al lang opgemerkt dat je de ene leraar veel leuker vindt dan de andere. Een leraar in geschiedenis, die alles boeiend kan vertellen, vind je natuurlijk prettiger dan een leraar, die alles uit een boekje op een saaie manier behandelt. De ene leraar zal de geschiedenis tot een prettig vak voor je maken, de andere zal de geschiedenis zo droog en vervelend maken, dat het je maar weinig zal interesseren. Bij de één word je geïnspireerd en gaat de geschiedenis leven, bij de ander ontbreekt de inspiratie en zal het dus min of meer boekenkennis worden. Kijk: dat is bij een dirigent net zo: de ene dirigent leidt het orkest zo dat de musici werkelijk erg mooi spelen en de andere leidt het orkest zo dat de musici alleen zo goed mogelijk spelen wat de componist hen voorschrijft.
Musici maken - en doen dat vaak ook al heel gauw - uit de persoonlijkheid van de dirigent, het totaal van zijn gebaren, en zijn wijze van repeteren, al direct op of de dirigent de muziek, die in zijn partituren staat, kan laten leven of alleen maar de kennis bezit deze partituur tot klinken te laten brengen.
Voor je nu verder leest, herlees dan die laatste zin nog eens goed en denk er eens even over na. En nu gaan wij samen conclusies trekken en enkele vragen beantwoorden:

1. Elke dirigent moet veel kennis hebben. Hij moet het orkest van binnen en buiten kennen; hij moet de mogelijkheden van de instrumenten kennen.

2. Elke dirigent moet zijn partituur terdege kennen: hij moet alles weten wat er in staat; hij komt hierachter door een diepgaande studie van de partituur. Hij leert hem a.h.w. van buiten en stelt zorgvuldig vast hòe hij moet dirigeren om de mooiste en beste resultaten te krijgen. Hij moet dus van tevoren weten hoe hij de musici wil laten spelen. Dat alles bestudeert hij thuis, rustig in zijn studeerkamer.

Misschien vragen jullie je af hoe een dirigent studeert? Ja: dat is weer heel iets anders en... iets aparts. En daar komt veel bij te pas, zo bijv. zijn innerlijk klankvoorstellingsvermogen. Dat is een lang en een duur woord, hè? Maar moeilijk is het beslist niet. De meesten van jullie zullen dat ook wel hebben: jullie kunnen nl. best muziek horen, zonder dat er ook maar een of ander muziekapparaat speelt. Je kunt je best het Wilhelmus voorstellen, zonder dat het gespeeld of gezongen wordt. Probeer het meer eens! Dit vermogen om je muziek voor te kunnen stellen kan natuurlijk sterk worden ontwikkeld. Jullie begrijpen dus wel dat als een dirigent 'n partituur leest, - dus dat boek waarin het gehele muziekstuk nauwkeurig en volledig staat opgetekend - hij dat muziekstuk ook hoort (zich kan voorstellen). En dan gaat hij aan het studeren: analyseren (uit elkaar halen) , instrumentatie bestuderen, tempo en sterktegraden tegen elkaar nu afwegen en vaststellen, hele andere voor de uitvoering belangrijke dingen onderzoeken (stijl van de componist, zijn plaats in de geschiedenis, enz., enz!)
Vanzelfsprekend staan de dirigent bij zijn studie vele middelen ter beschikking, bijv.: gramofoon, bandapparaat en piano. Kortom, het is een langdurige zaak, dat studeren. En ook een zeer veeleisende. Maar toch nog maar een onderdeel, want hierboven viel ook het woord: "repeteren".

3. Repetitie. Zo wordt het oefenen genoemd, dat de dirigent met het orkest moet doen. Dat gebeurt iedere dag, tenminste drie uren. De dirigent staat dan achter zijn lessenaar, waarop zijn partituur ligt, die hij dan al helemaal moet kennen. Hij moet voor de eerste repetitie al precies weten hoe hij wil dat de musici spelen. Deze musici hebben allemaal hun eigen partij. En dan begint de repetitie. Nu gaat de dirigent zijn bedoelingen verwezenlijken. Iedere keer wordt het musiceren door hem onderbroken voor het geven van aanwijzingen en daarna wordt het betrokken gedeelte opnieuw gespeeld. En zo gaat het door. Iedere keer worden de bedoelingen van de dirigent beter begrepen, iedere keer worden er minder fouten gemaakt.

Jullie begrijpen: die repetities zijn nogal vermoeiend. Onder musici wordt de repetitie weleens de keuken genoemd: Het "gerecht" (muziekstuk) wordt daar klaargemaakt!

4. Maar nog is de taak van de dirigent niet geheel omschreven. Nog meer behoort tot zijn taak!

Hij is namelijk ook verantwoordelijk voor de samenstelling van het programma. Goede programma's samenstellen is een moeilijke zaak. Ook moet hij de solisten uitkiezen: dat zijn meestal heel beroemde musici, die solo (alleen) spelen met begeleiding van het orkest. Deze solisten geven de dirigent op welke werken zij kunnen spelen. De dirigent kiest dan uit.

5. Maar nòg moet de dirigent meer doen: hij moet ook de leden van zijn orkest uitkiezen. Ook dat is heel belangrijk. En dan begrijpen jullie natuurlijk direct: hoe beter de musici zijn, des te beter is het orkest.

Ziezo jongelui: nu weten jullie iets over de omvangrijke taak van de dirigent. Maar daar is nog meer over te vertellen. Ik zal de volgende keer het programma van een concert behandelen Dus tot de volgende keer!

Ru Sevenhuysen.

OVERZICHT VAN HOBBY CLUB DORDRECHT
Maart t/m november 1959.

Begin maart was het lokaal van de Hobby Club vol kinderen, ouders en onderwijzers, die kwamen kijken naar een tentoonstelling van werkstukjes, die de kinderen van de Dordtse Schoolclubs van lagere scholen hadden gemaakt. Deze tentoonstelling was georganiseerd door de heer Van Hees van L.O.V.B.S. en de leerkrachten, leiders van de schoolclub in samenwerking met de Dordtse Hobby Club, welke haar lokaal beschikbaar stelde en o.a. ook voor interessante scheikunde-demonstraties zorgde. Deze activiteit is toen,als snel weer tot bloei gekomen afdeling Scheikunde, steeds het middelpunt van belangstelling geweest.
De voordeur kreeg een nieuw slot, welke ook het aanbrengen van een elektrische deuropener zal vergemakkelijken. Na de lange tijd dat het luik met ketting en hangslot gesloten was geweest werd hierop nu ook weer een nieuw slot aangebracht, wat een aanmerkelijke verbetering betekende.
Voor de tentoonstelling waren de studio's nu eindelijk ook voor een belangrijk gedeelte geschilderd en met zeer goede resultaten. Het begon zo al een representatieve ruimte te worden, waarin ook de gloednieuwe 20-watt versterker goed tot zijn recht kwam. Verder stond er geluids- en zendapparatuur in opgesteld en in de meetstudio waren enkele demonstratie-opstellingen met de verschillende meetinstrumenten gemaakt.
De donkere kamer was niet representatief, want de achterwand was verwijderd om er een steviger geheel van te maken.. Dat betekende wel weer heel wat werk, waardoor de afdeling Fotografie enkele maanden non-actief moest zijn. De leden van de afdeling Fotografie hadden evenwel hun handen vol met de hernieuwde inrichting van hun Doka.
De afdeling Radio was, als steeds, zeer actief. Op 18 maart werd bv. een zaalvossejacht gehouden. Ook werd begonnen met de bouw van een toongenerator in een gesloten kast, als eerste van een serie meetinstrumenten voor Studio I. Verder werden o.m. enkele radio's gerepareerd en werd een nieuwe indeling van de deelnemers aan de Radiocursus gemaakt.
Op 11 april was de afdeling Radio met een geluidsinstallatie present bij de feestelijke opening van de speeltuinvereniging "Oosterkwartier".
De Hobby Club kreeg een present-exemplaar toegezonden van het maandblad "Techniek en Hobby", waarin een heel aardig artikel-
Op 18 april viel de Hobby Club daarna de eer te beurt de heer A.Hugenot van der Linden, redacteur wetenschappen van het dagblad "De Telegraaf", onverwacht te mogen ontvangen, welke een gehele zaterdagmiddag bleef en wij kregen de indruk dat hij een blocnote vòl aantekeningen maakte. Dit bezoek resulteerde in een denderende reportage, compleet met foto's, enkele weken later als besluit van een artikelenserie over "Experimenterende jeugd en raketten" in de "Telegraaf". Op 13 mei verscheen dit artikel onder het hoofd: "Hobby Clubs de oplossing?"
Eind april bleek het noodzakelijk de butagasfles, voor het eerst na bijna negen maanden, opnieuw te laten vullen. Op 30 april was de Hobby Club, als ieder jaar, weer aanwezig op de Windhondpolder om o.a. met de nieuwe grote 30-watt luidsprekerkast en de grote Hobby Club versterker, alsmede nog enkele geluidsinstallaties, de nodige luister bij te zetten aan de kinderspelen en poppenkast van speeltuinvereniging "Oosterkwartier", ter gelegenheid van Koninginnedag.
In mei wordt een tweede grote H.C.-luidsprekerkast vervaardigd voor 3 ti3n-watt luidsprekers en twee gesloten luidsprekerkasten voor 8-watt Goodmans speakers komen ook gereed.
Nog steeds wordt doorgewerkt aan de voltooiïng van de studio's en de Doka. De afdeling Scheikunde is bijzonder actief, evenals de Afdeling Radio.
De afdeling Artistieke Hobbies verdient ook zeker wel bijzondere vermelding, vanwege de bijzonder aardige prestaties van onze meisjesleden.
Op 9 mei wordt een algemene ledenvergadering gehouden, waarop besloten wordt dit jaar weer een H.C.V.K. te organiseren en wel in Hoeven (N.B.).
Op 20 mei wordt de Hobby Club Vakantie Kamp Commissie 1959 ingesteld, bestaande uit: W.de Leeuw van Weenen (voorzitter), P.J.v.d.Weg (secretaris), G.W.V.van Aardenne (penningmeester) A.Kastelein en A.Verheul.
De komende tijd staat dan ook al in het teken van het naderende Vakantiekamp, een van de hoogtepunten van het jaar.
Afdeling Radio werkt aan peilontvangers. In de Radiocursus wordt een Ia-Vg karakteristiek opgemeten en opgetekend door H.Hilbink. Ook komt er een nieuwe versterker klaar.
Op 30 mei maakt Frits Jongeneel van de afdeling Modelbouw een nieuwe ideeënbus gereed.
Begin juni krijgen we bezoek van een verslaggever van "HET blad voor Jonge mensen", met een fotograaf, welke ook een
In juni is het belangrijkste feit wel, dat de vloer in de Studio's gelegd wordt. Op de spletige, ongelijke houten vloer (van oud hout!) van de studio's werden eerst nauwkeurig op maat vezelplaten aangebracht, welke in de zon sterk bleken te krimpen en daardoor enige malen vervangen moesten worden om nauwkeurig paswerk te krijgen. Zo goed mogelijk werd de ondervloer gelijk gemaakt.
Het moeilijkste en meest riskante werk was wel de plattegrond van de beide studio's, compleet met tafelpoten en andere obstakels uitgespaard, zeer nauwkeurig op het linoleum, dat beneden in het lokaal uitgerold was, over te brengen en uit te snijden. Het leek bijna een onmogelijkheid, maar het lukte wonderwel met afwijkingen van minder dan 1 mm langs kromme muren en niet-haakse hoeken! Op zaterdag 4 juli werd de linoleum vloerbedekking van 2 x 6,5 m2 uit één stuk in de beide studio's op de ondergrond vastgelijmd en was meteen voor gebruik geschikt. Hoewel de argeloze bezoeker slechts zal kunnen vermoeden hoeveel werk en moeite er aan het simpele, gladde en vlakke vloertje in onze studio's vastzit, vormt het één van de dingen waar we in stilte trots op zijn.
De studio's werden nu ook van keurige nieuwe deuren voorzien met drempels eronder. De verwarmingsplaten pasten nauwkeurig, verzonken in de vloer en vermen, vooral nu ze geverfd zijn en van een lijst voorzien, een lust voor het oog.
Op zaterdag 11 juli was de inrichting van de studio's, op afverven van de deuren en tafelpoten na, voltooid en konden we hem vol trots aan Jaap Dortwegt, die ons zaterdagavond tijdens een algemene ledenvergadering met een bezoek kwam verrassen, laten zien. Onze geliefde vriend werd met gejuich ontvangen. Diep verslagen zaten we maandagavond 13 juli in diezelfde studio's in de wetenschap dat we Jaap hier nooit meer zouden zien. Op terugreis naar zijn werk in Zwitserland, is hij verongelukt. Op 17 juli werd hij op de Algemene Begraafplaats in Dordrecht begraven.
Tijdens de rumoerige Kermisweek en Hoffeesten in Dordrecht, zat de Hobby Club, met het prachtige weer dat deze zomer kenmerkte, in het Dordtse recreatie-oord "De Wildert" te Hoeven van 20 tot 27 juli.
Deze fantastische en onvergetelijke week was een herademing. Nog nooit is een kamp zozeer in Hobby Club sfeer gehouden. Dankzij de enorme medewerking en gastvrijheid van de familie Van Hees en het goede weer, is deze week in alle opzichten geslaagd. Als dank heeft de Hobby Club het Dordtse vakantiecentrum voor de rest van de zomer een geluidsinstallatie gelaten om het omroepen voor de leiding van de Vakantie Kinder-Feest-kampen te vergemakkelijken. Deze installatie heeft tot bijzondere tevredenheid voldaan. Na de terugkeer in het lokaal sneuvelt op 28 juli de laatste van de nog niet vervangen ruiten van de Studio's door een onverwachte windvlaag. Van de maand augustus vallen niet veel opmerkelijke feiten te vermelden. Op 19 augustus draait Arend voor het eerst de Hobby Club film over het Vakantie Kamp, welke deze zomer is opgenomen. Misschien vormt dit een inleiding tot een uitbreiding van de activiteiten van de afdeling Fotografie op Filmgebied.
Op 22 augustus is het oude logboek vol en wordt een nieuw in gebruik genomen. Op 5 september is het eindelijk zo ver dat de Doka weer voor de afdeling Fotografie ontsloten wordt en Hans Diemel, maar wel speciaal Wim de Leeuw van Weenen, bijgestaan door nog enige andere leden, waaronder Marjoke van den Brink, kunnen trots zijn op het resultaat. Geverfd en van een nieuwe, solide, achterwand voorzien, mankeert alleen nog een stofdichte vloerbedekking en een nieuwe deur. De afdeling Fotografie gaat direct met grote ijver aan de slag en ook deze afdeling ontwikkelt een haast ongekende activiteit.

Nu de scholen weer begonnen zijn en alle vakanties afgelopen, blijkt de activiteit, de werklust en het enthousiasme van de leden groter dan ooit.
Zo worden er steeds nieuwe records vastgelegd in het bestaan van de Hobby Club. Reeds vanaf het begin van de septembermaand behoort het tot de grote uitzonderingen als er niet meer dan 50 ijverig werkende jongens en meisjes bezig zin op de zaterdagavond in het lokaal. Ook dit jaar wordt volledige, medewerking toegezegd om het geluid te verzorgen op de muziekcursusavonden van Ru Sevenhuysen voor het Nut van het Algemeen. Ook op andere terreinen was de afdelingen Radio actief. Door het bestuur werd geïnstalleerd een commissie ter voorbereiding van het 10-jarig bestaan van Hobby Club Dordrecht.
Deze commissie kreeg ook de voorbereiding van de tentoonstelling "Uw Vrije Tijd" in Rotterdam, welke van 6 t/m 11 oktober in de Ahoy-hal gehouden werd. Dat ook onze Hobby Club hieraan deel zou nemen was slechts zeer kort van tevoren bekend maar we raken er langzamerhand aan gewend om snel iets voor elkaar te krijgen.
Van de Stichting "Doe het zelf ter bevordering van de zelfwerkzaamheid" ontvingen we een subsidie voor onze deelname en van de Jaarbeurs kregen we hard-board, waarop Wim dolk in enkele (lange!) avonden een fantastische wandschildering maakte met felle kleuren van Historverf, welke Varossieau's Verffabrieken ter beschikking stelde. Dit werd de achterwand van onze stand van ca. 25 m2 in de Ahoy-hal, welke tezamen met onze buurvrouw, de Keramische Industrie uit Haarlem, tot de twee beste stands van deze tentoonstelling gerekend werden door o.a. "Hier Rotterdam".
Het moet gezegd worden dat onze inzending, waar achter de tafels (die zó uit het lokaal kwamen) jongens en meisjes lieten zien hoe we op de Hobby Club onze hobbies beoefenen, steeds veel belangstelling trok. Vooral Marjoke trok met haar tekeningen zeer de aandacht. Over de afdeling Scheikunde was de heer Zondervan, hoofdredacteur van het maandblad "Doe het zelf", zo enthousiast, dat deze spontaan, namens het maandblad, een glasblaasbrander aanbood (Wanneer kunnen we beginnen met oefenen in glasblazen? – Afd. Scheikunde).
Dankzij de spontane en zeer gewaardeerde medewerking van de Dordtse Luchtvaart Club, en ook van Bas Verhey, kon ook de Modelbouw goed voor de dag komen. De afdeling Radio had, als vanouds, een overvloed van apparatuur, waarmee demonstraties gegeven werden. Ook was de ieëed met de kiesschijf weer aanwezig als attractie voor de bezoekers, waarvoor de firma Helders & Zonen N.V., wederom enkele aardige prijsjes beschikbaar stelde. R.S.Stokvis & Zonen stelde een prachtige propaanbrander beschikbaar voor de Scheikunde proeven.
Aardig was, dat bezoekers met peilontvangertjes zelf de uitzendingen van de opgestelde zender PAøTMC konden volgen.
Op zaterdagavond 10 oktober werd medewerking op geluidsverzorgingsgebied verleend aan de vereniging "Vrienden van de Ziekenverpleging" in een nieuwe fabriekshal op de Staart, evenwel niet tot volledige tevredenheid van de organisatoren.
Eerst in oktober werden de Studio's geheel afgeschilderd en deze vormen nu het eerste gedeelte van het lokaal dat, wat vaste inrichting betreft, klaar is gekomen en er bijzonder goed en helder uitziet.
Alle afdelingen, behalve de afdeling Modelbouw, werkten nu op volle toeren. De afdeling Scheikunde was er wel eens oorzaak van dat er een hartig woordje werd gezegd, maar verder verliep alles toch in zeer goede harmonie. Nadat het ook in het najaar nog lange tijd prachtig weer was geweest, werd het eind oktober toch kouder en toen op woensdag 11 november voor het eerst de kachel weer brandde, was dat een voorproefje hoe gezellig de komende winteravonden op de Hobby Club wel kunnen worden.
Zaterdag 28 november draaide de afdeling Radio met twee geluidsinstallaties stereofonische muziek, ter voorbereiding van een stereofonische geluidsverzorging op de muziekcursus van Ru Sevenhuysen op woensdag 9 december.
De goede sfeer en het enthousiasme onder de leden is opmerkelijk en veelbelovend voor de viering van het 10-jarig bestaan in de laatste week van februari 1960.
Maar voor die tijd zal er nog heel wat moeten gebeuren op de Hobby Club. De maand januari kan dus weer belangrijk worden!

---------------------------------------------------------------------------------------

HANS DIEMEL NAAR CANADA.

Op 17 september l.l. is Hans Diemel, na het einddiploma elektrotechniek van de H.T.S. behaald te hebben, geëmigreerd naar Canada. Hij stelt het daar goed, naar wij vernemen, en heeft een aanstelling bij de Bell Telephones Inc.
Vanaf deze plaats wensen wij onze oud-penningmeester veel succes en een goede toekomst in Canada toe. Wij wachten met spanning zijn eerste verhaal voor onze Hobby puk uit Canada af!

STUDIE RUBRIEK.

Ditmaal is het mijn bedoeling een onderwerp te behandelen, dat goed aansluit aan de cursussen welke op de Hobby Club mondeling gegeven worden, maar dat op het eerste gezicht niet zoveel met radiotechniek te maken heeft, doch meer op het terrein der wiskunde ligt, en wel over grafieken en wat daar mee samenhangt.
Eerst zou ik echter vooral de nieuwere leden van de Hobby Club willen aanraden nog eens de diverse Studie Rubrieken uit de vorige Hobby Puks na te lezen. Voor het geval dat de betreffende Hobby Puks niet in eigen bezit zijn, zijn ze toch in ieder geval te allen tijde op de Hobby Club aanwezig en daar in te zien.
Bij elke studie is herhaling een tovermiddel! Om een zaak goed te begrijpen en te onthouden, is het nodig het een paar maal te lezen en ze daar tussenin weer gerust te vergeten. De kennis moet als het ware een paar maal door een zeef zakken, alvorens het voldoende samenhangend is met andere begrippen uit het dagelijks leven, waar het onder de zeef mee kennis heeft gemaakt, om voorgoed bovenop de zeef te blijven liggen.
Vergeet iets dat je gelezen hebt gerust, maar lees het na een zekere tijd, bv. na enkele weken, nog eens na. Tien tegen één, dat je dan al veel meer begrijpt dan bij de eerste keer van de bestudering.Als iedereen weet, dat 2 x 2 = 4, komt dat niet omdat het zo gemakkelijk is, maar omdat dit sommetje zo vaak herhaald wordt! Maar laat ik ophouden met deze afdwaling en starten met het eigenlijke onderwerp voor "vandaag".
Bij grafieken komen heel vaak negatieve getallen voor en daarom eerst eens wat over deze getallen gesproken.
Negatieve getallen zijn door wiskundigen in het leven geroepen om antwoord te kunnen geven op vragen die men daarvóór niet kon oplossen. Om dit nader toe te lichten wat eenvoudige voorbeelden: 7-5=2, want 5+2=7; 7-6=1, want 6+1=7; 7-7=0, want 7+0=7.
Op gelijke wijze: 7-8=-1, want 8+(-1)=8-1=7 en evenzo:
7-9=-2, want 9+(-2)=7.
We zien dus dat het negatieve getal -1 is ontstaan om antwoord te geven op de vraag hoeveel 7 – 8 is.
Overigens kennen we deze toestand in het dagelijks leven ook. Bij een thermometer bv. weten we heel goed, dat 7o -, 8o = -1o is, d.w.z. wanneer er ergens een temperatuur heerst van 7o en de temperatuur wordt 8o lager, dat het dan 1o gaat vriezen, of om het een beetje anders te zeggen, dat de temperatuur -1o wordt. Al de getallen die we nu kennen kunnen we ook in een soort tekening brengen.
Laten we ons een lijn voorstellen, waarlangs alle getallen uitgezet zijn op een bepaalde wijze, nl. de volgende:

We zien hieruit, dat getallen groter worden naarmate we meer naar rechts gaan op onze getallenlijn of getallenreeks, zoals de officiële naam is. Daaruit volgt ook al direct dat +2 groter is dan bv. -4 (in wiskundige formulering schrijven we dit aldus: +2 > -4, of: -4 < +2).
Verder kunnen we met negatieve getallen net zo rekenen als met normale positieve getallen. Hierbij dienen we nog wel te weten dat het produkt of quotient van twee negatieve getallen positief is bv. -4 x -2 = +8 en -4/-2 = +2, maar –4 x +2 = -8 en -4/+2 = -2.
Verder is dus bv. -4 - 2 = -6; -4 + 2 = -2 en -2 + 4 = +2.
Tot zover de negatieve getallen.
Een ander punt is het probleem der machten.
Een buitenstaander vindt waarschijnlijk dat wiskundigen nogal luie mensen zijn. De wiskunde voert nl. ontzettent veel afkortingen in. Enkele voorbeelden hiervan zijn de tekens =; +3; -; x; :; <; > enz.
Zo heeft de wiskunde nog veel meer manieren om een uitgebreide zaak kort te beschrijven.
Voor 4 x 4 bv. schrijft hij 42, voor 4 x 4 x 4: 43 en voor 4 x 4 x 4 x 4: 44, enz.
De getallen boven het grondtal zijn de machten. Zo wordt bv.43 uitgesproken als 4 tot de derde macht of korter, 4 tot de derde. Voor 42, 4 tot de tweede macht is nog iets korters aanwezig nl. 4 kwadraat.
Op dezelfde wijze kunnen we de getallen 10, 100, 1000, 10.000, 100.000, 1.000.000, enz. eenvoudiger schrijven als:
101, 102, 103, 104, 105, 106, enz. We tellen dus eenvoudig het aantal nulletjes en schrijven dit getal boven de 10. Wat gaat er nu gebeuren als we negatieve machten gaan gebruiken? Daartoe gaan we eens voorzichtig kijken wat er gebeurt als we de machten steeds kleiner laten worden:
103 = 1000
102 = 100 = 1000 : 10.
101 = 10 = 100 : 10.
100 = 1 = 10 : 10.
10-1 = 1/10 = 1 : 10.
10-2 = 1/100 = 1 : 10 : 10 enz.
We zien dus dat 103 = 1000, maar 10-3 1/1000 is.
We zien dat het gebruik van machten erg gemakkelijk is. Vooral in de radiotechniek, waar we zo vaak werken met hele grote of hele kleine waarden van bv. weerstanden of condensatoren. We kennen uit het dagelijks leven een serie woorden waardoor eenheden groter of kleiner worden, bv. de kilogram = 1000 g en de milligram = 1/1000 gram. Zo zijn er nog veel meer van deze vergrotings- of verkleiningsafkortingen:

Tera = 1012 kilo = 103 deci = 10-1 micro = 10-6
Giga = 109 hecto = 102 centi = 10-2 nano = 10-9
Mega = 106 deca = 101 milli = 10-3 pico = 10-12

Dat is dus een hele lijst, maar toch wel gemakkelijk te onthouden. Behalve tera en giga komen ze allen vrij vaak voor. Tot zover deze toepassing van de machten.
In het dagelijks leven, maar ook en vooral in de radiotechniek, ontmoeten we vaak grootheden, die van elkaar afhankelijk zijn, d.w.z. zou de ene grootheid veranderen, dan verandert ten gevolge daarvan ook de andere grootheid.
Een voorbeeld is bv. de spanning en de stroom door de weerstand. wordt de spanning groter, dan zo ook de stroom. De stroom door een radiobuis wordt bepaald o.a. door de spanning op het rooster. De temperatuur van de kathode van een radiobuis is afhankelijk van de stroom door de gloeidraad. Zo kunnen we nog wel even door blijven gaan.
De samenhang tussen de diverse grootheden kan bovendien op een bepaalde manier verlopen en kan ook vaak nauwkeurig omschreven worden.
Laten we daartoe de grootheden voorstellen door bv. x en y. We kunnen nu een verband leggen tussen x en y met een formule, bv. y = 3x.
Kiezen we nu voor x een bepaalde waarde, dan is bij die waarde voor x de waarde voor y uit te rekenen:

voor x = 1 is y = 3
x = 2 is y = 6
x = -1 is y = -3
x = 0 is y = 0, etc.

Dit verband nu kunnen we ook in een tekening uitbeelden. Dan verkrijgen we een grafiek. Daartoe zetten we de x- en de y waarden uit langs twee lijnen, die loodrecht op elkaar staan. Deze lijnen heten de assen. Het snijpunt van de assen heet de oorsprong.
Met behulp van schaalverdelingen langs de assen is het tekenen van de grafiek van y = 3x een eenvoudige zaak. (Zie tek. Op dezelfde manier kunnen we bv. de grafiek van y = 2x tekenen. We zien dat het rechte lijnen worden.
In het algemeen is de grafiek van: y = c.x (waarin c een constante is) een rechte lijn door de oorsprong met een helling c. Hoe hoger c, hoe steiler de grafiek stijgt. Als c negatief is, dan loopt de grafiek naar beneden. Dan daalt hij dus (bv y = -x).
Dit verband tussen twee grootheden, dat na aanleiding van de rechte grafiek lineair wordt genoemd of evenredig, komt vaak voor. Bij een weerstand bv. geldt:

E = R.I (wet van Ohm).

R is constant en de grafiek van E = R.I is dus een rechte lijn. Bij radiobuizen wordt dit lineaire verband nagestreefd, maar niet helemaal bereikt.
Een ander verband tussen y en x is bv. het volgende:

y=x2.

Laten we hier weer een grafiek van tekenen. Daartoe berekenen we het aantal waarden van y bij bepaalde waarden van x:
x = -3 -2 -l 0 1 2 3
y = 9 4 1 0 1 4 9
We zien dus dat dit geen rechte lijn meer is (zie tek). De hier ontstane kromme heet een parabool.
Enkele bijzonderheden: de y-waarde is gelijk voor + en – x waarde, ofwel de y-as is as van symmetrie.
Laten we de parabool om de y-as wentelen, dan beschrijft de parabool de contouren van onze fietslantaarn.
In het algemeen kan een kromme lijn voorgesteld worden door een formule waarin een aantal machten van x voorkomen. (Ook hogere machten van x).
De karakteristiek van een triode wordt bv. aardig benaderd door de formule y = ax + bx2, waarin a en b dus constanten zijn.
De schaalverdelingen langs de assen moeten zodanig gekozen worden dat de afmetingen van de grafiek binnen redelijke grenzen blijven. Hierbij treden vaak moeilijkheden op. Bij het tekenen van de frequentie-karakteristiek van een versterker bv., dat is dus een grafiek waar de versterking uitgezet wordt als functie (dit betekent: in afhankelijkheid) van de frequentie.
Het frequentiegebied loopt van 20 Hz - 20.000 Hz. Maken we de grafiek 20 cm breed (en dat is al behoorlijk!), dan hebben we voor elke 1000 Hz één cm beschikbaar. Het gebied van 0 tot 100 Hz komt in 1 mm te staan. Vanzelfsprekend is hier niets meer uit af te lezen en dat in een gebied, waarvan het verloop zo belangrijk is. Voor dit soort gevallen gebruikt men dan ook een andere schaalverdeling, de zg. logaritmische verdeling. Hierbij krijgt het gebied van 1 - 10 evenveel ruimte als het gebied van 10 - 100; 100 - 1000; 1000 - 10.000; 10.000 - 100.000 etc. (Zie tek.)

We plaatsen de machten van 10 bij de lineaire verdeling. Meestal wordt dan ook langs de y-as deze logaritmische verdeling gebruikt.
Vaak wordt een grafiek automatisch getekend in een grafiekenschrijver. Een voorbeeld hiervan is de barograaf, die de grafiek tekent van het verloop van de luchtdruk als functie van de tijd. Een andere grafiekenschrijver is de oscillograaf. Deze tekent traagheidsloos de grafiek van het verloop van elektrische spanningen, meestal als functie van de tijd. Dit laatste is echter niet altijd het geval.
De oscillograaf is dan ook bij uitstek het middel om het verloop van een wisselspanning gedurende een periode, dit is dus de golfvorm, te bekijken.
Tot besluit zullen we nog wat verder ingaan op de belangrijkste golfvorm die er bij wisselspanningen optreedt, de zg. sinusvorm. Wiskundig is deze vorm vastgelegd door een formule:

y = sin x.

De waarde van sin x voor een bepaalde x is te bepalen door een punt A over een hoek x over een cirkel te laten lopen. De hoogte van punt A boven de x-as is dan sin x.
y = sin x is eenvoudig te tekenen. (Zie tek.)
De volgende keer in aansluiting hierop een verhandeling over de oscillograaf.

A.K.

----------------------------------------------------

SCHOT IN DE LUCHT.

Vandaag zal het dus moeten gebeuren: proberen weg te komen van de aarde.
Dat dit een moeilijke zaak is zal U zo langzamerhand wel duidelijk zijn geworden. Ondanks de enorme krachtsinspanningen van de grote mogendheden zijn de resultaten nog betrekkelijk gering. Wat is hier de oorzaak van? Dat is in eerste instantie de aantrekkingskracht van de aarde op andere lichamen die in haar omgeving zijn. Stelt U zich voor dat we een steen de lucht ingooien, dus van de aarde afwerpen. Direct vanaf het moment dat we de steen loslaten, wordt de snelheid van de steen verminderd, evenredig met de tijd dat hij onderweg is, totdat hij tenslotte hoog in de lucht stil staat. Nu begint de snelheid weer toe te nemen, zij het in tegengestelde richting, totdat de steen de aarde weer bereikt met dezelfde snelheid als waarmee we hem even tevoren weggeworpen hebben. De remmende invloed van de lucht is hierbij duidelijkheidshalve verwaarloosd.
Zouden we de snelheid waarmee we de steen wegwerpen, de beginsnelheid, opvoeren, dan zou de steen steeds verder wegkomen, alvorens terug te keren tot de aarde. Daar kunnen we zo lang mee door blijven gaan, totdat hij in het geheel niet meer terugkomt. Het omkeerpunt ligt dan ergens in het oneindige. Bij nog hogere beginsnelheid komt hij zeker niet meer terug. Hoe hoog zijn deze snelheden? In de eerste plaats wordt deze snelheid bepaald door de massa en de straal van de aarde, en niet door de aard van het weggeworpen lichaam. We kunnen de beginsnelheid, waardoor een lichaam juist de aarde kan verlaten, dan ook berekenen en vinden hier dan voor een snelheid van 11,2 km/sec, de ontsnappingssnelheid.
Deze snelheid geeft een lichaam juist voldoende bewegingsenergie om zich los te maken van de aantrekkingskracht van de aarde. Vergelijk hiermee de "potentiaal barriere" voor de alphadeeltjes tengevolge van de elektrostatische krachten in een uraniumkern, zoals beschreven in "De kracht van het kleine".
Omdat dit dus een energie kwestie is, is het ook niet zo belangrijk in welke richting we het lichaam wegwerpen.
Deze snelheid van 11,2 km/sec is overigens een enorme snelheid voor onze begrippen. Ze staat gelijk met rondweg 40.000 km/uur. Met deze snelheid zijn we dus in 1 uur de aarde rond.
Er is echter nog een gulden middenweg tussen het heelal en de aarde en dat is een baan om de aarde, zoals de maan en de kunstmanen die beschrijven. Omdat een dergelijke maan de aarde niet verlaat, doch op een nagenoeg constante hoogte ten opzichte van de aarde blijft, is hier practisch geen bewegingsenergie nodig om de aantrekkingskracht te overwinnen. Wel is een snelheid nodig om in de juiste baan te blijven.
Stelt U zich voor een maan, cirkelend om de aarde.
Op deze maan werken de volgende krachten: De aantrekkingskracht van de aarde en de middelpuntvliedende kracht tengevolge van die draaiing. De aantrekkende kracht is praktisch constant. De middelpuntvliedende kracht is afhankelijk van de draaisnelheid. Door nu de snelheid zo te kiezen, dat de middelpuntvliedende kracht gelijk is aan de aantrekkingskracht, blijft de maan juist rondcirkelen. Zou de draaisnelheid door een of andere oorzaak afnemen, en daardoor de middelpuntvliedende kracht, dan wint de aantrekkingskracht het en begint de maan te vallen. Hierdoor neemt haar snelheid echter toe en daarmee weer de middelpuntvliedende kracht, zodat het evenwicht hersteld wordt. Blijft er steeds een geringe remmende kracht aanwezig (zoals dat bij de kunstmanen nog altijd het geval is door de laatste resten van de aardatmosfeer) dan beschrijft de maan dus een spiraalvormige baan naar de aarde terug. De bewegingsenergie wordt dan omgezet in warmte, waardoor de maan, vooral in de dichtere atmosfeerlagen, spoedig tot verbranding komt.
De echte maan, die in een volledig te noemen luchtledig rondcirkelt, zal hier altijd mee door blijven gaan. De snelheid, waarmee een maan in de buurt van de aarde rond kan cirkelen, is 1/2 x de ontsnappingssnelheid = 7,9 km/sec. Deze snelheid kunnen we dus vandaag aan de dag met behulp van meertrapsraketten bereiken.
We kunnen ook nog op een andere manier het gedrag van een kunstmaan verklaren. Stelt U zich weer voor dat we een steen wegwerpen, in horizontale richting. De steen beschrijft dan een stukje ellipsbaan, totdat ze het aardoppervlak bereikt. Hoe hoger de beginsnelheid zal zijn, hoe verderweg de steen het aardoppervlak zal bereiken. Op een gegeven moment is de beginsnelheid weer zo hoog, dat de kromming die de steen beschrijft, juist gelijk is aan de kromming van het aardoppervlak en zal de steen dit aardoppervlak nooit bereiken. Dan is de steen dus een kunstmaan geworden. De invloed van de lucht is weer verwaarloosd, wat in de praktijk natuurlijk niet opgaat bij deze hoge snelheden.
Vandaar dat de kunstmanen op een paar kilometer hoogte rond moeten cirkelen, waar de atmosfeer zo ijl is, dat ze het tenminste enige maanden of jaren volhouden.
Bij de start van een kunstmaanraket wordt daarom ook eerst loodrecht omhoog gegaan, om zo snel mogelijk uit de dichte atmosfeer te komen, waarna de baan afgebogen wordt in de cirkelbaan.
Tot besluit voor vandaag zullen we nog even het gedrag van de zwaartekracht bekijken.
De zwaartekracht neemt evenredig af met het kwadraat van de afstand tot het middelpunt van de aarde. Zie hiervoor de tekening.

De zwaartekracht wordt dus nooit helemaal gelijk aan nul.
Wel wordt ze verwaarloosbaar klein op grote afstand in verhouding tot de aantrekkingskracht van andere planeten. De afstand aarde-maan is ongeveer gelijk aan 60x de straal van de aarde (60.R).
De aantrekkingskracht bij de maan van de aarde is dus nog slechts 1/3600 van die bij het aardoppervlak.
Op een zekere afstand van de maan tussen maan en aarde is de aantrekkingskracht van de maan gelijk, doch tegengesteld, aan die van de aarde. Hier is dus geen zwaartekracht aanwezig.

De volgende keer zullen we de voortstuwing onder ogen nemen.

A.K.

Enkele tips voor bouwers van peilontvangers.

De laatste tijd valt er op de Hobby Club een verhoogde activiteit te bespeuren, voor wat betreft de bouw van peilontvangers. Voor hen, die een dergelijk "vossejachtgeweer" gaan fabriceren, volgen hier enkele tips:
1. Zorg voor een compact geheel, zowel mechanisch als elektronisch. Mechanisch: geen open ruimtes, stevige kast, goede bevestiging van batterijen en antennes, geen uitstekende assen en/of knoppen. Elektronisch: deugdelijk "kraakvrij" materiaal (buisvoetjes), goede schakelaars, korte, doch niet te dunne bedrading (geen haakse, slingerende of trillende bedrading), stevige entree's.
2. De afmetingen dienen zodanig te zijn, dat het apparaat gemakkelijk met één hand vast te houden is en geen hinder veroorzaakt bij het nemen van hindernissen en obstakels (sloten, hekken, e.d.). In verband hiermee is het wenselijk er voor te zorgen dat de afstemming niet gemakkelijk verandert. Het aanbrengen van een vergrendeling verdient aanbeveling.
3. Teneinde de afmetingen zo klein mogelijk te houden wordt aangeraden de peilantenne uit te voeren met een ferrietstaaf, welke tevens het voordeel van een hoge Q oplevert.
4. Door een speciale schakeling is het mogelijk het gebruikelijke achtvormige peildiagram van een raamantenne (2 maxima en 2 minima) te veranderen in een hartvormig diagram (1 maximum en 1 minimum) (zg. éénrichtingsontvangst). Zij, die dit aan willen brengen, dienen bij voorkeur reeds bij het ontwerpen van de ontvanger hiermede rekening te houden. Deze schakeling voorkomt in vele gevallen tijdverlies door het de "verkeerde kant op gaan".
5. Daar vossejachten soms wel eens letterlijk in het water vallen, dient men een figuurlijk in het water vallen te voorkomen door ervoor te zorgen, dat de constructie waterbestendig is.
6. Soms is het mogelijk door toepassing van een zg. "reflex" schakeling meerdere functies door één buis te doen verrichten (batterij en ruimtebesparing).

Voor nadere inlichtingen en hulp kun je te allen tijde bij de radio-instructeurs en de zendamateurs terecht.

-O-

VEGETARISCHE MUGGEN.

Kareltje mug leerde van z'n moe:
"Als je een mens ziet sla je toe".
"Als je een mens ziet dan steek je maar raak,
want menselijk bloed heeft een heerlijke smaak.
Het ene wat bitter, het andere wat zoet,
ja, er zit variatie in menselijk bloed.
Inieder geval moet je van bloed leven;
er zit niks anders op dan een prikje te geven,
en dan betaal je als eerlijke mug
netjes wat van je jeukserum terug.
Zo zal niemand je kunnen verwijten
dat je een mens voor niks zit te bijten.
Dus, lieve jongen, ik hoop dat het smaakt
en dat je bij die mensen fijne jeukbulten maakt.
Prik eerst de dikken en de dunnen
omdat die minder goed bloed maken kunnen.
En met deze woorden vloog Kareltje uit
en beet voor het eerst iemand in zijn kuit
Maar hoe hij ook prikte en hoe hij ook beet,
hij vond zichzelf vreselijk, vreselijk wreed.
Hij vond het verschrikkelijk, de mensen te prikken,
bij iedere beet moest hij even slikken
en soms, als de tranen bij beekjes liepen
dan zuchtte hij:"Nee,'t is tegen mijn principe.
Misschien hoort het dan wel niet bij een mug,
maar ik trek me onvoorwaardelijk terug.
Ik houd er mee op met prikken geven
en ga nu maar vegetarisch leven".
Dus begon Karel mug plantaardig te eten
en begon de smaak van het bloed te vergeten.
En hij heeft net zo lang gestreden
tot ook andere muggen het deden.
Zij vonden het mensen verdedigen een plicht
en hebben toen een vegetarische club opgericht.
Dus wanneer je zo'n beest ziet, sla niet te vlug,
want misschien is het een discipel van Kareltje mug.
En als hij dan toch bijt denk dan maar beslist:
"Dat was de verkeerde, ik heb me vergist".
Dus weet je behalve de jeuk nog een ding:
"Dit was dus geen Kareltje mug volgeling".
 

PUKS PEINS PAGINA.

Dit keer een middelmatig aantal oplossingen, althans inzenders, namelijk 4.
De ingezonden oplossingen waren – uiteraard – allemaal goed.
Hier volgt een oplossing:

                      
 

Ongetwijfeld zijn er nog meer oplossingen mogelijk.
Eén omgekeerde 6 is uiteraard ook een 9.
De prijs zou ik ditmaal willen toekennen aan de snelste inzender, te weten

P.J. van de Weg
Wijnstraat 209.

Nieuwe opgave.

Teneinde wat meer fleur te geven aan mijn dagelijkse treinreizen naar Delft, heb ik een keer het volgende spelletje gespeeld:
Tegelijk op het moment dat de trein zich in Dordrecht in beweging zette, liet ik een duif los met de opdracht alvast regelrecht naar Delft te vliegen. Daar aangekomen moest hij terugkeren tot hij de trein (mijn trein) ontmoette, om op dat moment weer rechtsomkeert te maken naar Delft.
En zo door tot ik zelf ook in Delft zou zijn.
De afstand Dordt - Delft is 40 km. De snelheid van de trein mag op 55 km/uur gesteld worden.
De duif vliegt met een snelheid van 88 km/uur.
Gevraagd wordt nu: Hoe lang is de totale weg welke de duif vliegend aflegt?

Oplossingen binnen 14 dagen aan:

A. KASTELEIN Jr.,
Jan Luykenstraat 19,
Dordrecht.

(Dat de puzzelredacteur zijn duif niet meer terug zag, doet aan de aardigheid van het probleem niets af! – Red.)