H O B B Y P U K
=============
van Hobby Club Dordrecht.
Redactie: G.W.V. van Aardenne en A. Kastelein.
Redactieadres: Zuidendijk 263a.
3e jaargang, nummer 3 december 1956.
===================================================
Als wij U mede delen dat we na de stortvloed in juni totaal geen copy meer binnen kregen, dan willen wij U niet wijs ma ken, dat dit de reden is waarom het derde nummer wat later verschenen is dan wij aanvankelijk gedacht hadden, maar dan is het slechts bedoeld om U duidelijk te maken dat er weer eens wat copy moet verschijnen op ons redactie bureau.
Begonnen zijn wij dit nummer oktobernummer te noemen, hoewel het bedoeld was nog in september te verschijnen, waarna wij verplicht waren het te herdopen in novembernummer, waarvoor wij de copy reeds lang gereed hadden, en thans wordt dit dan het derde redactionneel, terwijl wij ook enkele andere nieuwe pagina's ingelast hebben voor de actualiteit van dit decembernummer.
De eerste reden van het late verschijnen is het merkwaardige feit, dat de leden van de redactie elkaar aangevuld hebben met afwezig te zijn teneinde diverse vacantie- en studiereizen te ondernemen, terwijl de redactie, die toch al met tijdgebrek te kampen heeft, zich daarna nog voor vele problemen geplaatst zag, zoals het verwerven van een goede stencilmachine en het eigenhandig reviseren van deze, om een gunstige exploitatie mogelijk te maken (als U begrijpt wat wij bedoelen... ). Deze stencilmachine, die ons thans in staat stelt onze Hobby Puk geheel zelf te vervaardigen, is ons aangeboden door de heer P. de Waard en hebben wij zeer dankbaar geaccepteerd.
Hoewel wij ons aan niemand verplicht hebben op een bepaalde datum te verschijnen, bieden wij U toch onze excuses aan voor de niet bedoelde grote vertraging en hopen wij U dit door de kwaliteit en hopelijk in de toekomst grotere regelmaat van verschijnen van dit blad, goed te maken.
Wij hopen en verwachten dat deze mededelingen U gerust gesteld hebben en U tevens dusdanig hebben verontrust, dat U de pen ter hand zult nemen om ons van het allernoodzakelijkste, namelijk de copy, te voorzien (liefst op kwartoformaat, duidelijk en aan één zijde beschreven), terwijl we tevens de oproep aan de niet-leden zouden willen herhalen, namelijk dat ook zij ons wat copy sturen!
De fraaie tekeningen die U in dit blad aantreffen zult, hebben wij te danken aan de spontane medewerking van Wim Dolk, die ook de omslagtekening gemaakt heeft. Wim, van deze plaats nogmaals hartelijk bedankt, terwijl we ons aanbevolen houden voor nog meer exemplaren, bijvoorbeeld voor "Puks Peins Pagina" of andere vaste rubrieken.
Tenslotte houden wij ons aanbevolen voor critiek en wachten wij Uw copy voor het volgende nummer gaarne binnen 14 dagen na verschijnen van dit nummer in.
-------------------------------------------------------------------------------------
VAN HET BESTUUR.
In de eerste plaats willen wij een hartelijk dankwoord richten aan de Heer de Waard, die op een prettige en eenvoudige wijze een moeilijk probleem voor ons heeft opgelost door ons geheel belangeloos een stencilmachine te schenken. U kunt ervan overtuigd zijn dat wij, behalve voor onze "Hobby Puk", ook voor vele andere doeleinden hiervan een dankbaar gebruik zullen maken. Wij denken hierbij o.a. aan een schriftelijke toelichting bij de cursus voor de Radio-afdeling, welke door de instructeur A. Kastelein gegeven wordt. Hartelijk dank, mijnheer de Waard, en tot wederdienst bereid!
De vele nieuwe leden, welke de laatste tijd aangenomen zijn, roepen wij van deze plaats een hartelijk welkom toe. Wij hopen dat de Hobby Club evenveel voor jullie zal gaan betekenen als zij voor ons betekent en wij zijn ervan overtuigd, dat jullie je er evengoed thuis zult voelen.
Binnenkort zullen enkele vergaderingen belegd worden om de grote plannen, waaraan wij spoedig gaan beginnen, nader uit te werken. In het volgende nummer van de "Hobby Puk" hopen wij meer bekend te maken.
LEDENLIJST VAN HOBBY CLUB DORDRECHT.
Daar de mutaties in de ledenadministratie vele waren, leek het gewenst de ledenlijst nog eens in zijn geheel te publiceren, wat wij hierbij doen.
Leden van Hobby Club Dordrecht per 6 oktober 1956:
G.W.V. van Aardenne, Zuidendijk 263a. | Radio, Modelbouw. |
J.H.G. Bervoets, Reinkenstraat 15. | Radio. |
J. Boertje, Helmersstraat 3. | Radio, Fotografie. |
L. Bouwman, Jac Catsstraat 81 rd. | Radio. |
R. v.d. Brink, Valeriusstraat 33. | Radio. |
U. Brunner, A. Paulownastraat 21. | Radio, Fotografie. |
H.A. Diemel, van Baerlestraat 24. | Radio, Modelbouw |
E.C. Dijkmans, Joh. Bosboomstraat 24. | Radio. |
J.C. Dortwegt, van Slingelandtlaan 46. | Radio, Modelbouw. |
J.C. Dudock, van Baerlestraat 70. | Fotografie. |
W. de Groot, Herradesstraat 71. | Modelbouw. |
B. Haasakker, Oudelandstraat 31. | Radio. |
H.J.C. Horsman, Ringdijk 169, Zwijndrecht. | Fotografie. |
R. de Jong, Houweningestraat 58 rd. | Modelbouw. |
A. Kastelein, J. Luykenstraat 19. | Radio, Fotografie. |
A. Klop, Jac. Marisstraat 83. | Radio. |
W. de Leeuw van Weenen, Oude Hovenstr. 14. | Radio. |
P. Megens, Nieuwstraat 65. | Radio. |
J. van Noort, Soembastraat 22. | Radio. |
P. Prins, Tesselschadestraat 28 rd. | Radio. |
D. Rosendal, Toulonselaan 43 rd. | Toneel. |
H. Sanders, Vlietweg 78. | Radio. |
C. v.d. Schulp, Ernst Casimirstraat 32. | Modelbouw. |
H. v.d. Schulp, Ernst Casimirstr. 32. | Radio. |
P. de Smit, Varkenmarkt 23. | Modelbouw. |
C. Stiegelis, Bilderdijkstraat 29. | Radio. |
A. Timmers, Ben.Havendijk 111, 's Gravend. | Radio. |
H. Veldman, Heysterbachstraat 43. | Radio. |
A. Verheul, Boeroestraat 74. | Radio. |
W. v.d. Vlies, Binnen Walevest 22. | Modelbouw. |
P. de Waard, Brouwersdijk 120. | Radio. |
Voor zover niet anders vermeld, is Dordrecht de woonplaats.
Voorlopige leden van H.C. Dordrecht:
Chr. Schepers, Emmastraat 1. | Radio, Fotografie. |
A. de Wit, Jac. Marisstraat 21 rd. | Radio. |
M. van Goudoever, Oudendijk 3. | Radio. |
E. St. Nicolaas, Vossiusstraat 28 zw. | Radio. |
A. Zuiderent, N. Voorstr. 15, 'S Gravend. | Radio. |
Bestuur: | |
J.C. Dortwegt, van Slingelandtlaan 46. | Voorzitter. |
G.W.V. van Aardenne, Zuidendijk 263a. Tel 5775. | Secr. |
H.A. Diemel, van Baerlestraat 24. Tel.: 3271. | Penningm. |
H. v.d. Schulp, Enrst Casimirstraat 32. | Materiaalcomm. |
P. de Waard, Brouwersdijk 120. Tel 6318. | Algemeen Adjunct. |
Gironummer: 601060.
Verenigingslokaal: Hellingen 7.
-------------------------------------------------------------------------------------
Aanvullingen ledenlijst per 1 december 1956.
Alle voorlopige leden, behalve A. Zuiderent, zijn lid geworden en tevens hebben zich de volgende voorlopige leden opgegeven:
H. van Kempen, Kievitstraat 20. | Radio. |
J. v.d. Leer, Heysterbachstraat 7 zw. | Modelbouw. |
J.H. Melleger, K. Breestraat 12. | Radio. |
-------------------------------------------------------------------------------------
MATERIËLE BIJDRAGEN.
Dankzij de bemiddeling van de heer J.L. de Parant werd de afdeling Fotografie verrijkt met twee goede platen-camera's, welke geheel belangeloos ter beschikking van de Hobby Club werden gesteld door de heer J.W. Kannemans, die wij langs deze weg onze hartelijke dank hiervoor overbrengen.
Wij kunnen hier niet alle gevers van radio-, scheikunde- en fotografie-materialen noemen, maar betuigen hierbij onze erkentelijkheid jegens alle goede gevers van de laatste tijd en blijven ons aanbevolen houden voor materialen, welke voor U misschien zo'n grote waarde niet meer hebben, maar op de Hobby Club nog goed gebruikt kunnen worden.
M E T E R S.
Wat doe ik met een meter? Wel, met een meter meet ik een stroom of een spanningsverschil. De uitslag van een meter is nl. afhankelijk van de stroom die er door gaat en wel evenredig hiermee bij draaispoelmeters en evenredig met het kwadraat van de stroom bij draaiijzermeters.
Een draaispoelmeter is een meter met een permanente magneet, vroeger een hoefijzermagneet van Wolframstaal (6% W en 94% Fe), tegenwoordig sintermagneten. Een sintermagneet (zie tekening) bestaat uit een stuk magneetstaal met aangesinterde poolschoenen. Het magneetstaal is een legering van ijzer, kobalt, nikkel, aluminium en koper. Dit mengsel wordt verpulverd en met de poolschoenen (weekijzer) in een vorm gebracht, waar het bij een temperatuur van 1300oC en een druk van 4 tot 8 ton/cm2, vier uren in blijft. Het geheel bakt sintert, vast samen en er ontstaat een magneet die 6 maal zo sterk is als een even grote hoefijzermagneet. Dit betekent dat de magneten, dus ook de meters, veel kleiner kunnen worden dan vroeger het geval was. (De induktie in de luchtspleet kan tot boven 4000 Gauss worden opgevoerd.) We hebben nu dus een magneet gefabriceerd, maar met een magneet alleen kun je geen stroom en spanning meten. We gaan dus verder. Nu komt het spoeltje. Dit is van fijn draad gewikkeld op een metalen rechthoekig raampje. Door dit raampje loopt de draaias, tegenwoordig echter meestal twee kleine puntjes aan de binnenkant van het raampje, in de korte rechthoekszijde. Op dit raampje is ook de wijzer bevestigd en twee spiraalveertjes uit hard brons gewalst, die het raampje in de goede stand houden als geen stroom door de windingen loopt. Tevens dienen deze spiralen ervoor om de stroom naar het raampje te voeren.
De draaias is gelagerd in brons bij onnauwkeurige meters, Bij meters die 1,5-2% fout wijzen, is hij gelagerd in agaat bij meters die slechts 0,2-0,5% fout aanwijzen in saffier. In de zeer nauwkeurige precisie instrumenten heeft men tegenwoordig bandophanging, dus geen draaias meer, maar de spoel is opgehangen aan twee bandjes. Hier heeft men dus helemaal geen lagerwrijving meer en hoe minder de wrijving is, des te beter de meter.
Het beweegbare gedeelte is nu ook klaar en wordt door middel van een brugje in het gat van de magneet geplaatst (zie tekening magneet).
Als we nu een stroom door het spoeltje voeren slaat de wijzer uit. De stroom die door het spoeltje vloeit maakt nl. een magnetisch veld om zich heen, dat met het magnetisch veld van de permanente magneet de wijzer doet bewegen. Maken we nu nog een schaal en een huis, dan is onze draaispoelmeter klaar.
Onthoud nu goed: Een draaispoelmeter hoeft een permanente magneet. Tussen de polen hiervan draait een spoeltje, als hierdoor stroom vloeit. Het stroomvoerende gedeelte draait hier dus zelf!
Een draaiijzermeter, gewoonlijk weekijzermeter genaamd (In Duitsland zeggen ze Dreheisen en hiervoor schrijf ik draaiijzer), heeft geen permanente magneet, maar hier wordt het magnetisch veld opgewekt door een vaststaande spoel, waardoor de te meten stroom wordt gestuurd. Binnen in die spoel is een stukje ijzer met een gering remanent magnetisme. Dit betekent, dat als het stukje ijzer bij een magneet wordt gehouden dit direct magnetisch wordt, maar als het van de magneet vandaan wordt gehaald direct al zijn magnetisme verliest. Deze soort ijzer noemt men weekijzer, vandaar de naam weekijzermeter. Dit stukje ijzer, dat de vorm heeft van een kwart maan, is draaibaar om een as, die net eender gelagerd is als de as bij de draaispoelmeters.
Een spiraal (na maar één, want er hoeft nu geen stroom door het ijzertje te vloeien) houdt de wijzer, die op de as is bevestigd, in de uitgangsstand, de nulstand, indien door de spoel geen stroom wordt gestuurd.
Laten we nu door de spoel een stroom vloeien, dan ontstaat er een magnetisch veld. Dit magnetisch veld magnetiseert het ijzertje. Ieder zal wel begrijpen dat de mate waarin het ijzertje gemagnetiseerd wordt afhangt van (en wel evenredig is met) de stroom door de spoel. Het ijzertje wordt dus ook magnetisch en veroorzaakt ook een magnetisch veld. Beide magnetische velden veroorzaken nu samen de uitslag van de wijzer. Daar deze beide magnetische velden afhangen van de stroom, hangt dan de uitslag af van het kwadraat van de stroom.
Iets meer wiskundig: M :: φ1φ2:: I2 f(α)
M = draaimoment aan de draaias,
φ1= de door de stroom I veroorzaakte veldsterkte van de spoel,
φ2= de door het spoelenveld opgewekte induktie in het beweeglijke ijzer.
De factor f(α) brengt tot uitdrukking dat de induktie in het ijzertje afhangt van de plaats van het ijzertje. Deze verandert dus met de uitslaghoek.
Dat de uitslag evenredig is met I2 heeft verschillende gevolgen. Sturen we nl. een wisselstroom door de spoel, dus een stroom die afwisselend plus en min is, dan is de uitslag toch steeds positief want (+I)2 is positief, maar ook (-I)2 is positief. We zien dus dat de meter ook geschikt is voor wisselstroom. De draaispoelmeter is dit niet, want hier is de uitslag wèl afhankelijk van de stroomrichting. Een ander gevolg is, dat de schaal niet lineair is, maar kwadratisch. bij draaispoelmeters is de schaal wel lineair. Door de waarde van f(α) kan men het verloop van de schaal veranderen en wel zodanig dat men hem bijna lineair kan maken (in het begin niet helemaal) en verder bijna iedere vorm kan geven, die men maar hebben wil.
Doordat voor de magnetisatie van het ijzertje toch altijd nog een flinke stroom nodig is (minimaal ongeveer 0,2 A.), zijn de draaiijzermeters niet zo gevoelig als de draaispoelmeters, die maar een stroom van 3 tot 60 mA nodig hebben voor de volle uitslag. Voor zeer gevoelige meters, bv. laboratoriummeters, zelfs 50 tot 75 micro-ampère.
Het draaiijzer systeem heeft echter weer het voordeel dat ze zonder gepruts met shuntweerstanden bruikbaar zijn voor hogere stroomsterkten (tot 400 A.) De spoel bestaat dan nog maar uit één winding, heel dik draad, terwijl bij de draaispoelmeters de stroom door het draaispoeltje beperkt wordt door de spiraalveren, die, slechts een duurstroom van ca. 0,1 A. kunnen voeren zonder dat hun elastische eigenschappen veranderen.
We weten nu dus zo'n beetje hoe draaispoel- en draaiijzermeters werken. Indien er vragen zijn, ben ik bereid hier verder op in te gaan.
Jaap Dortwegt.
Nürnberg, juli 1956.
E R N S T A B B E.
De naam Ernst Abbe zegt ons niet veel, misschien, maar Zeiss, het merk van de bekende vergrootglazen, lenzen, microscopen, enz. is meer bekend. Misschien heb je zelf wel zo'n lens van Zeiss op je fototoestel of filmcamera en je voelt je dan een koning te rijk.
Maar wat heeft dat nu met die Abbe en Zeiss te maken? Dat zit zo. Ernst Carl Abbe werd in 1849 te Eisenach geboren. Zijn vader was spinner en dat betekende in die tijd hard werken. Ernst zag zijn vader dan ook meestal alleen 's avonds even, wanneer hij om 7 uur en soms zelfs om 8 uur thuis kwam na een werkdag van 14 uur.
Nu moeten we niet denken, dat Ernst daarvan gebruik maakte om te spijbelen van school! Integendeel. Hij wist zich op school al zo te onderscheiden, dat het zelfs de directeuren van de spinnerij ter ore kwam. Die zorgden voor een studiebeurs, zodat de jonge Abbe de Realschule - dat is zoiets als bij ons de H.B.S. - kon aflopen. En zij verwachtten misschien, dat de jonge Abbe daarna zijn talenten in dienst van hun fabriek(en) zou stellen.
Maar Ernst voelde zich erg tot de studie aangetrokken. Hij studeerde Natuurkunde in Jena en Göttingen. Dat staat er nu zo eenvoudig, maar als je weet, dat hij dit alleen kon doen door het geven van privaatlessen en ontzaggelijk hard werken, terwijl hij noodgedwongen wel eens moest "klaplopen" om zijn maag te vullen, zul je wel begrijpen, welk een karakter er in die student stak. Op 21-jarige leeftijd had hij de doctorsgraad al behaald en werd hij assistent bij de Sterrenwacht, later ook privaat-docent. Nu werkte aan die zelfde hogeschool de universiteitsmecanicien Carl Zeiss, die in een klein werkplaatsje microscopen vervaardigde.
Carl Zeiss nu wilde het allerbeste leveren wat mogelijk was. En toch waren de professoren niet tevreden. De wetenschap vroeg meer! Nu ging men in die tijd bij het vervaardigen van microscopen bijna uitsluitend op de ervaring af. Een wetenschappelijke ondergrond ontbrak. Ernst Abbe heeft, op verzoek van Zeiss, die ondergrond geleverd met zijn theorie over de leer der afbeeldingen. En nu wil ik de woorden weergeven, waarmee Zeiss de jonge geleerde om medewerking verzocht: "Schept U die mogelijkheid. U heeft de kennis. Ik heb vertrouwen in U, want wie aan de wetenschap de microscopen levert, die zij bij het zoeken naar de allerkleinste pijnigers der schepselen nodig heeft, die helpt het leven op aarde menselijker, reiner en beter te maken!"
Toen deze basis eenmaal gelegd was, kon Zeiss voortwerken aan microscopen die vele malen sterker en beter waren. Later kregen zij ook nog de medewerking van Dr. Otto Schot die de benodigde glassoorten, welke de theorie van Abbe eiste, fabriceerde. Zij hadden geheel nieuwe eigenschappen. Ernst Abbe werd na de dood van Carl Zeiss de enige firmant van de firma. Hij heeft met zijn uitzonderlijk gaven zeer grote bedragen verdiend.
Toch heeft hij na al dat harde werken de jeugd niet vergeten. hij was ook de man die de statuten van de Carl Zeiss-stichting opstelde, waarbij iedere arbeider mede eigenaar werd van zijn fabrieken. In 1901 werd de 48-urige werkweek ingevoerd en ook het pensioen voor alle arbeiders. Ook dit gebeurde door zijn toedoen.
P.P.
-------------------------------------------------------------------------------------
De Nieuwe Morse-cursus.
===================
Evenals vorig jaar wordt ook dit jaar in de herfst- en wintermaanden een cursus in seinen en opnemen gehouden. De cursus voor beginners wordt gegeven op zaterdagavond van 20 tot.21 uur. Daarna volgt een cursus voor gevorderden (minimum-snelheid 10 w.p.m.) van 21.15 tot 22 uur. Bovendien wordt er op iedere laatste zaterdag van de maand een tempotest gehouden met snelheden van 5, 10, 15 en 20 w.p.m. Deze tempotest wordt gegeven van 21.00 tot 21.15 uur. Indien nodig, zal er een extra cursus worden gehouden op woensdagavond van 20 tot 21 uur. Deze extra cursus is speciaal bestemd voor hen, die de cursus op zaterdagavond niet kunnen volgen of om de een of andere reden achterop zijn geraakt.
Zij, die in het bezit zijn van een ontvanger voor de 80 m. band , kunnen ook nog een cursus volgen op zondagavond van 20 tot 21 uur, welke wordt uitgezonden door PAøTMC op een frequentie tussen 3585 en 3615 kHz. Er wordt gebruik gemaakt van toongemoduleerde draaggolftelegrafie (MCW).
Zij, die inlichtingen willen hebben, kunnen zich wenden tot PAøTMC. (A. Verheul, Boeroestraat 74, Dordrecht.)
Omdat er deze maand toch al een theoretische verhandeling over meters is opgenomen, lijkt het me beter om een wat gezelliger onderwerp te behandelen en wel heb ik daarvoor het geluid uitgekozen. Geluid is een specifiek golfverschijnsel en daarom zal ik eerst wat meer over trillingen en golven in 't algemeen vertellen.
Golven kunnen we prachtig waarnemen bij een golvend wateroppervlak, bijv. in een witte wasbak. Als trillingsbron kunnen we bijv. de klepel van een elektrische bel nemen. Rondom deze klepel zullen er cirkelvormige golven ontstaan, die zich uitbreiden met een constante snelheid. De afstand tussen twee golfbergen of golfdalen heet de golflengte. Het aantal keren dat de klepel per seconde op en neer gaat heet de frekwentie van de trilling en wordt uitgedrukt in Hertz (Hz). Vanzelfsprekend komen er per seconde evenveel golven bij als de frekwentie bedraagt, waaruit direct volgt dat voortplantingssnelheid = golflengte x frekwentie. Is bijv. de voortplantingssnelheid 50 cm/sec. en de frekwentie 25 Hz, dan zal de golflengte 2 cm bedragen.
Een op de golven drijvend blokje hout zal slechts op en neer gaan en zich verder niet verplaatsen. De trillingsrichting is dus loodrecht op de voortplantingsrichting. Het is ook mogelijk dat de trillingsrichting dezelfde is als de voortplantingsrichting. In dit geval ontstaan er dus periodieke verdichtingen en verdunningen in de trillende stof. In het eerste geval spreken we van transversale trillingen, in het tweede geval van longitudinale trillingen.
Ontstaat er in de lucht een longitudinale trilling, waarvan de frekwentie tussen 16 en 16.000 Hz ligt, dan nemen wij dit waar als geluid en spreken dan van geluidstrillingen. De voortplantingssnelheid van geluidsgolven in de lucht bedraagt bij kamertemperatuur ongeveer 340 m/sec. Zo zal dus een toon van 1700 Hz geluidsgolven doen ontstaan met een golflengte van 340/1700 = 0,20 m = 20 cm.
Deze eindige snelheid van 340 m/sec maakt het voor ons mogelijk om de afstand van een onweer te bepalen, als we bedenken, dat het geluid voor elke km 3 seconden nodig heeft en we het licht praktisch onvertraagd waarnemen.
Een uitermate belangrijk verschijnsel bij trillingen is de resonantie.
Bij resonantie verkrijgen we grote dingen met weinig moeite Zo kunnen we op de schommel grote uitwijkingen verkrijgen door herhaaldelijk op het juiste moment actie te verrichten. Op dezelfde wijze kunnen we een grote klok aan het luiden krijgen.
Verder weten we dat dit alles slechts in één bepaald tempo kan. Dit tempo of de frekwentie hangt af van de optredende terugdrijvende krachten en van de trillende massa.
Zo kunnen we voor elke frekwentie een stemvork construeren, terwijl een gespannen snaar met een bepaalde frequentie zal gaan trillen, afhankelijk van de dikte en massa van de snaar en de spanning ervan.
Dit resonantie verschijnsel doet zich vaak voor in het dagelijkse leven. Enkele voorbeelden zijn het stuktrillen van glas of vaas, het heftig trillen van machineonderdelen, noodzaak voor een militaire colonne om op een brug uit de maat te gaan marcheren, enz. Ook bij het uitkiezen van verschillende zenders speelt resonantie een grote rol.
De belangrijkste geluidsbronnen zijn de muziekinstrumenten en de menselijke stem, afgezien van alle geraas producerende elementen in steden, enz.
Bij de muziekinstrumenten onderscheiden we snaar-, blaas slaginstrumenten, terwijl we tegenwoordig ook elektronische instrumenten bezitten.
Bij snaarinstrumenten wordt de trilling van de snaar overdragen aan de klankkast, die dan, zij het een kortere tijd, een redelijk luide toon weergeeft.
Bij blaasinstrumenten wordt direkt de lucht in trilling gebracht en kiezen we verschillende tonen door de lengte van de trillende luchtkolom te wijzigen.
De menselijke stem doet op soortgelijke wijze hoorbare tonen ontstaan. Het strottenhoofd in onze keelholte produceert luchttrillingen die ongeveer het gehele hoorbare gebied omvatten. Met de mond en de tong maken we dusdanige klankholtes, dat bepaalde tonen hoorbaar worden.
Als we een klinker uitspreken dan produceren we een grondtoon tezamen met enige formanten die elke klinker hun specifiek karakter geven. Deze formanten zijn trillingen met frekwenties, die veelvouden zijn van de grondtoon en die ook wel boventonen of harmonischen heten. Het zijn dezelfde boventonen die elk muziekinstrument zijn eigen klankkleur of timbre geven. Zonder deze boventonen zou een viool net eender klinken als een piano of een fluit. Het bijzondere van dure violen zoals de Stradivarius ligt hierin, dat ze buitengewoon veel en mooie boventonen produceren.
In vroeger tijden was het zelfs niet mogelijk een toon weer te geven zonder boventonen. Slechts met de moderne elektronen techniek zijn we hiertoe in staat. Het is veelal een vreemde gewaarwording om een zuivere toon zonder boventonen te horen. Een dergelijke toon is dus zuiver sinusvormig of harmonisch. Ook dankzij de moderne elektronentechniek zijn we in staat om elke toon te ontleden in alle sinusvormige trillingen waaruit hij is samengesteld.
Van veel belang hierbij is ook de oscillograaf. Als een versterker vervorming veroorzaakt komt dit omdat hij extra boventonen produceert en ook omdat hij van verschillende tonen verschiltonen maakt, die over het algeneen niet harmonisch klinken.
Wel harmonisch klinken de tonen, waarvan de frekwenties zich verhouden als eenvoudige getallen. Op grond hiervan bezitten de muziekinstrumenten de volgende intervallen:
Octaaf | 1:2 | Kleine Terts | 5:6 |
Kwint | 2:3 | Grote Sext | > 3:5 |
Kwart | 3:4 | Kleine Sext | 5:8 |
Grote Terts | 4:5 |
A.K.
------------------------------------------------------------------------------------
ONS BEZOEK AAN DE FIRATO.
Ja, wij zijn ook naar de Firato geweest en wij zijn er van terug gekomen, echter niet enthousiast, niet voldaan.
"Waarom niet?", zult U vragen?
Och, de gehele tentoonstelling verdronk zo ongeveer in de radio- en televisietoestellen en in de mensen, zodat er van het werkelijk interessante gedeelte weinig overbleef, begrijpt U.
ZOMEROVERZICHT VAN HOBBY CLUB DORDRECHT
Juni t/m oktober 1956.
In de maand juni werd er verder gegaan met de werkzaamheden voor de tentoonstelling "De mens en zijn Hobbies".
Op zaterdag 9 en 23 juni werden algemene ledenvergaderingen ter bespreking van de plannen voor de tentoonstelling. Deze plannen werden verder uitgewerkt door "Groep X" en de Tentoonstellingscommissie, bestaande uit: Peter de Waard, Adri Verheul, Piet Megens, Arend Kastelein, Hans Diemel en Gijs van Aardenne.
Er werden besprekingen met de heer Ruurs gevoerd en in het midden van de maand kon de Hobby Club een butagas-installatie met een teklu-brander aanschaffen ten behoeve van de tentoonstelling, waarvoor het tentoonstellingscommité zich debet stelde.
De afdeling Modelvliegtuig bouw begon zich te ontplooien en door Aart Timmers werd de lichtleiding in het lokaal verder geperfectionneerd.
Begin juli verscheen het juni-nummer van de "Hobby Puk", dat vertraagd was. Door enkele onvoorziene moeilijkheden, tijdgebrek en vakantie van de redactie kon het volgende nummer van de "Hobby Puk" helaas niet meer in september verschijnen, zoals in de bedoeling lag.
Tot de opening van de tentoonstelling "De mens en zijn hobbies" op zaterdag, 14 juli 1956, was de Hobby Club iedere avond geopend en werd er door leden ijverig gewerkt.
Op vrijdag 13 juli werd al het materiaal voor de tentoonstelling naar Kunstmin overgebracht, waar de stemkamer ingericht moest worden.
Hoewel de Gemeentewerken, die zorgdroegen voor de algemene opbouw van de tentoonstelling, door de grote drukte niet in staat bleken zorg te dragen voor alle toegezegde voorzieningen, gelukte het in korte tijd een aardige, gezellige stand te improviseren, welke, misschien juist omdat hij niet zo perfekt afgewerkt was als de andere stands, veler aandacht trok. Er heerste een gezellige sfeer en een ware Hobby Club-geest. Tegen de wanden waren enkele produkten van de artistieke afdelingen gehangen en tekeningen van Wim Dolk. Achter de tafels was het deze week een tweede clublokaal. Vele leden waren voor deze tentoonstelling van 's ochtends half negen tot 's avonds elf uur in touw en niet alleen voor de eigen stand.
Geen wonder dat er gedurende de ogenblikken, dat het niet storm liep, er ter ontspanning vele Donald Duckjes gelezen werden. Om maar niet te spreken van de filmvoorstellingen, welke een extra bekoring hadden tussen de coulisen op het toneel of in de filmcabine boven, waar we zeer gastvrij ontvangen werden.
Met evenveel belangstelling werd er geluisterd naar de prettige en ongedwongen uitleggingen van Johan Bervoets en Kokkie van der Schulp als naar de iets wetenschappelijker vertogingen van Hans Diemel of Adri Verheul, terwijl ook andere jongens de bezoekers met veel enthousiasme rondleidden, voorzagen van een foldertje, vertelden van de werkzaamheden van de Hobbyanen op het gebied van Radio, Modelbouw, Scheikunde, Fotografie of Artistieke hobbies en de verschillende apparaten, toestellen en opstellingen uitlegden en demonstreerden.
Ook op andere afdelingen van deze zo groots opgezette tentoonstelling waren de hobbyanen aktief. Zo hadden enkele leden al van voor een week voor de opening van de tentoonstelling de heer Kees van Dijk geholpen bij de opbouw van zijn ingenieuze en goed uitgevoerde en afgewerkte modelspoorweg (compleet met een "openluchtbioscoop" en vele andere attracties). De verkeerspolitie werd bijgestaan met een versterker en ook de V.E.R.O.N. was dankbaar voor de geboden hulp.
Al met al is deze tentoonstelling een prettige herinnering en een groot sukses (ca. 16½ duizend bezoekers).
Na deze tentoonstelling is gedurende de hele verdere vakantietijd de Hobby Club bijna iedere avond geopend geweest. Er gaven zich gedurende en na de tentoonstelling vele nieuwe leden op, zodat het ledenaantal eind september naar schatting 45 bedroeg.
Piet Megens en Adri Verheul mochten zich in het bezit van een zendmachtiging verheugen.
Begin september startten de seincursussen weer, gecompletteerd met een draadloze cursus, iedere zondagavond.
De seincursussen voor beginners en gevorderden, welke onder leiding staan van A. Verheul (PAøTMC), konden helaas niet altijd op de vastgestelde tijden doorgang vinden. De animo onder de leden was minder groot dan vorig jaar.
Door Adri Verheul werd een bandrecorder gerepareerd. In verband met groentijd e.d. konden de secretaris en de penningmeester in september niet aanwezig zijn, hetgeen een vertraging in de ledenadministratie tengevolge had met de grote toeloop van nieuwe leden.
De instructeur van de afdeling Radio, Arend Kastelein, was zeer actief. Een opzichter van het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf maakte bezwaren tegen het lage tarief, dat door de Hobby Club speciaal was bedongen. Daar een eventuele tariefsverhoging financiëel erg onaangename gevolgen zou hebben, heeft de voorzitter persoonlijk een correspondentie gevoerd om het lage tarief bevestigd te krijgen. Verder heeft de voorzitter deskundige adviezen ingewonnen omtrent de behandeling, welke de muren van het lokaal dienen te ondergaan ter verfraaiing en prijzen aangevraagd. Hij kwam tot de conclusie dat de kosten (verf) niet meer dan ca. tien gulden behoefden te zijn.
De schilder van Van Dijk & Co. zal van advies dienen, nadat als tegenprestatie eerst een radiotoestel gerepareerd zal zijn.
De laatste weken van september was de afdeling Fotografie zeer actief, maar kwamen weinig leden tot goede resultaten. Glanzen op een spiegel bleek te grote moeilijkheden op te leveren.
Door Hans Diemel werden goede afdrukken gemaakt.
Begin oktober werd een brandblusapparaat bij het magazijn bevestigd, dankzij de bemiddeling van de heer Kees van Dijk.
Op zaterdag 6 oktober werd een algemene ledenvergadering gehouden met een zeer goede opkomst van de leden. Op deze vergadering, waarbij 31 leden en voorlopige leden aanwezig waren, werden vijf voorlopige leden aangenomen als lid.
Op deze zeer geanimeerde vergadering, waaraan ook vele leden actief deelnamen, werden vele nieuwe plannen en ideeën geboren.
Hans Diemel ruimde de Doka opnieuw in, na hem grondig schoongemaakt te hebben, evenals de aanwezige apparatuur. Hierna werd er in de Doka veel efficiënter gewerkt dan tot dusver en ook met veel betere resultaten. Enkele leden van de afdeling Fotografie hebben ook zeer geprofiteerd van de rijke ervaring van de heer P. Diemel, welke gedurende enkele zaterdagmiddagen zeer waardevolle aanwijzingen heeft gegeven.
Nieuws van andere Hobby Clubs.
Hoewel wij geruime tijd in het geheel geen nieuws van andere Hobby Clubs ontvingen, zodat wij al vreesden deze rubriek te moeten opheffen, bereikten ons nu toch enkele, berichten, waaruit wij iets zullen proberen te destilleren.
Reeds lang geleden ontvingen wij een Vakantie-editie van de Bondskrant, uitgegeven door de Nederlandse Bond van Hobby Clubs, waarin een buitengewone algemene ledenvergadering aangekondigd was in Alphen a/d Rijn, voornamelijk ter beschikking van een landelijk te voeren propaganda-actie in de laatste week van september.
Deze vergadering is inmiddels inderdaad gehouden, maar van een propagandaweek hebben wij evenmin iets kunnen bespeuren als van het september-, oktober- of novembernummer (de pot verwijt de ketel... Red.) van de Bondskrant, dat voor het eerst in een extra goede uitvoering zou verschijnen. De schuld, die door deze belofte is gemaakt, is dus nog niet ingelost.
Van Hobby Club Zaandam ontvingen wij een uitnodiging tot het bijwonen van een Propaganda-werkavond op 6 oktober j.l., waaraan wij tot onze spijt geen gevolg hebben kunnen geven. Een ons beloofd artikeltje over deze Hobby Club hebben wij inmiddels nog niet ontvangen en dus hopen wij in een volgend nummer meer over deze actieve Hobby Club te kunnen vermelden.
Vermeldenswaard is ook een radio-uitzending in begin november van Minjon, AVRO's jeugdomroep, afdeling Amsterdam Zuid, welke gewijd was aan het Hobby Club-werk.
Van Hobby Club Haarlem ontvingen wij ook het juli en gecombineerde augustus/septembernummer van hun clubblad "Hobby Club Junior". Die zagen er weer prima uit en stonden vol interessante artikelen. Met ingang van september is de H.C.J. op een nieuwe omslag overgegaan. Dit blad verschijnt altijd trouw en regelmatig. Het volgende nummer wat wij ontvingen (het 8e) had een nieuwe redactie en was het oktobernummer (dachten wij), terwijl wij op dit moment ook het Sinterklaasnummer nog ontvingen met een interessante prijsvraag over basketball. Uit dit nummer bleek ons, dat ook het bestuur gewijzigd is en dat Hobby Club Haarlem sindsdien voorzitter-loos is.
Tenslotte ontvingen wij nog een uitgebreide brief van de Technische Verkenners Club Antwerpen, waarvan wij hier enkele gedeelten laten volgen.:
"Onze laatste geschiedenis heeft heel wat veranderingen met zich gebracht. Vooraleer het nieuwe TVC-jaar in september te openen hebben we een 10-tal mensen aan de deur gezet. Dat waren allemaal jongens die meer zaten, te spelen en de boel op zijn kop gooiden dan wat anders en herhaalde vermaningen hielpen niet.
Gelukkig zijn er haast, in nauwelijks drie weken tijd, even veel nieuwe en veel betere leden binnen gekomen, zodat onze effectieven haast onveranderd zijn gebleven. Tijdens de grote vacantie hebben we een hele blok verder gewerkt aan het lokaal zodat dit ook fel vooruit gekomen is. Onze administratie afdeling heeft een gans nieuw en afzonderlijk lokaal gekregen waar het rustig en stil is. Het magazijn hebben we moeten vergroten door nieuwe gereedschapsrekken te plaatsen, terwijl al het materiaal van de ontlenings dienst ergens anders diende gestapeld te worden.
Onze scheikunde afdeling bestaat momenteel niet meer daar de instructor in Leuven is gaan studeren en dus niet meer overhuis komt in de week. Trouwens de leden van deze afdeling waren allemaal op één na ook buitengezet.
Daartegenover is de electriciteitsafdeling weer opnieuw aan het werk gegaan, nog wat haperig, maar dat komt wel klaar met de tijd.
De andere afdelingen zijn zowat gebleven wat ze waren.
In mekaniek afdeling is er veel nieuw materiaal binnen gekomen. We hebben een vrij groot aantal auto-onderdelen kunnen bemachtigen evenals een volledige auto-motor, met al de onderdelen er nog op gemonteerd. Buiten dit heeft deze afdeling een grote bankvijs gekregen, evenals een grote staartbankvijs voor smeedwerk. Een klein smidsevuur is er ook al binnen gekomen. Nu zoeken we nog op een goedkope manier naar flessen zuurstof en acetyleengas om te kunnen lassen. De lasbranders hebben we reeds, evenals de verschillende manometers.
Op 11 november, dus onlangs, hebben we onze jaarlijkse wafelenbak gehad. De verdienste was goed, ± 450 gulden. Het ergste is echter dat we haast al dat geld terug hebben moeten afstaan om onze rekeningen te betalen van het werken tijdens de grote vacantie: hout, unalit, verf, electrische installatie, enz ... zodat we nu weerom droog zitten. We zoeken naar de mogelijkheid om een tweede wafelenbak te kunnen organiseren."
"Voor het ogenblik moeten we zeggen dat onze zaak goed werkt, zeer zeker, het zou nog veel beter kunnen, maar perfectie waar is dat te vinden in jeugdwerk? De moeilijkheden die we momenteel kennen zijn wel lastig, maar niet van die aard dat ze veel schade zouden kunnen aanrichten. Laat ons hopen voor de toekomst....
Het idee der technische clubs krijgt stilaan ingang in bredere kringen. Zo heeft het tijdschrift: "De professionele radio en televisie" ons zelf om een reportage artikel verzocht. Ons eigen Scoutsverbond heeft om een reeks van 5 teksten met foto's verzocht aangaande de TVC, om te publiceren in "De Verkenner". Zo zal het clubidee met één slag door al de leden, zijnde 22.000 gelezen worden, wat wel kans geeft op nieuw entoeziasme in andere steden.
In Aalst is men reeds van wal gestoken, in zeer beperkte mate. Men er eerst instructors vormen en een lokaal klaar hebben, dan pas zal er aan ledenwerving en uitbreiding gedaan worden. Momenteel bestaat die ploeg er uit 7 voortrekkers, candidaat-instructors.
In Gent kende men moeilijkheden met het willen stichten van een club. Daar is het dan op een akkoordje gegooid. Men is er begonnen met het geven van een cursus in radiotechniek en fotografie olv. een instructor. Dit met de hoop van zo de weerstand te breken en stilaan over te gaan tot een club. Dat komt daar wel klaar, maar we moeten tijd van wachten hebben. Intussen volgen toch al een kleine 60 jongens deze twee cursussen."
Tot zover deze brief. De T.V.G. Antwerpen hoopt in januari met een clubblad uit te komen.
Nogmaals het adres: Sleutelstraat 29, Antwerpen.
Dan willen wij nog eens alle Hobby Clubs die een clubblad of andere belangwekkende mededelingenbronnen verspreiden, verzoeken hiervan ook een exemplaar naar de redactie van "Hobby Puk" te zenden en alle secretarissen ook anderszins eens iets van zich te laten horen.
------------------------------------------------------------------------------------
Wegens plaatsgebrek kon in dit nummer niet meer een artikeltje van PAøTMC (A. Verheul) geplaatst worden over de exameneisen voor het verkrijgen van een zendmachtiging voor amateurs, waarvoor momenteel erg veel belangstelling blijkt te bestaan.
Puks Peins Pagina.
Te oordelen naar het aantal binnengekomen oplossingen van Peinsding no. 2 - nl. 0 stuks - is deze te moeilijk geweest. En inderdaad is de oplossing heel moeilijk zomaar in te zien.
Halen we er echter wat wiskunde bij, dan zien we dat de totale oppervlakte O van de figuur - als we de basis a stellen - gelijk is aan: O = a2 + ¼a2 = 1¼a2.
Omdat de te vormen figuur een vierkant is, moet de zijde van dit vierkant de wortel uit 1¼a2 = √5/4a2 = ½a√5 zijn.
En ½a√5 is juist de lengte van de schuine zijde van een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden a en ½a.
Als we dit eenmaal weten, vinden we gemakkelijk de hieronder geschetste oplossing.
Na deze moeilijke opgave zullen we maar eens een gemakkelijke ter hand nemen en dat is dan Peinsding no. 3.
Stelt U zich voor een glazen bak, die gevuld is met water. Op het water drijft een houten plankje, waarop een metalen gewicht staat.
In deze toestand reikt het water juist tot aan de rand van de bak. Nu komt het gewicht te glijden en het glijdt van de plank af in het water. Mijn vraag is nu: Daalt de waterspiegel, blijft hij gelijk of loopt de bak over?
Oplossingen inzenden aan:
A. KASTELEIN JR.,
JAN LUYKENSTRAAT 19,
DORDRECHT.
binnen 14 dagen na uitkomen van dit nummer.
Voor de beste oplossing wordt weer een prijs uitgeloofd.