OFFICIEEL ORGAAN VAN HOBBY CLUB DORDRECHT.
14e jaargang, nummer 2,.......……………….april 1971.
Adres H.C.D.: Chr. de Wetstraat 21, Dordrecht.
Openingstijden: wo 19-22; za 14-17½ en 19-22½.
Gironummer: 601060 t.n.v de penningmeester van de Hobby Club Dordrecht.
Redactie: Anja Boogaard, Tom Dogterom, Kees Snoek.
Inhoud
In memoriam Gijs van Aardenne
Wat zal de toekomst van Hobby Club Dordrecht zijn?
Van de redactie
Van het bestuur
Een Amerikaanse modelbaan-ervaring
H.C.-kalender
Afscheid H.C.-leden
Hobby Club Congres
Specifiek pathogeen-vrije dieren en kiemvrije dieren
Vogelliefhebberij
Wereld
Rozen
Gedicht
Puks Peins Pagina
in memoriam
Gijs van Aardenne 1937 - 1971.
Toen geheel onverwacht ons het bericht bereikte van het overlijden van Gijs van Aardenne, betekende dit een grote schok voor allen die hem persoonlijk hebben gekend. In de tijd, dat we ons nieuwe gebouw betrokken aan het Oranje Vrijstaatplein, en ook daarna, tijdens de bouw, hebben we hem leren kennen en waarderen als een bijzonder getrouw en enthousiast medewerker, voor wie geen moeite teveel was en die alles over had voor de leden van de Hobby Club.
Het zou moeilijk zijn Gijs weg te denken uit de geschiedenis van de H.C.D. Hij is er onverbrekelijk mee verbonden; in 1950 was hij een der oprichters, een paar jaar later kwam hij in het bestuur in de functie van secretaris, die hij vele jaren zou vervullen en waarvoor hij als blijk van waardering een zilveren H'tje ontving. Maar ook op ander gebied was hij actief: vele jaren berustte de zorg voor ons clubblad de Hobby Puk voor een groot deel op hem. Toen de bloeiperiode van de H.C.D. voorbij was, hielp hij in 1963 het jonge bestuur met de propaganda-actie, die wonderwel slaagde. Ook daarna bleef hij ons met raad en daad terzijde staan en dankzij Gijs konden we ons op deze zolder vestigen.
Gijs wist als het ware intuïtief wat goed en nodig was voor de Hobby Club. Daarom is deze uitspraak van een oud-bestuurslid zo juist: "Gijs had altijd gelijk." Ook al had je ergens niet veel vertrouwen in, als Gijs sprak, wist hij je te overtuigen en mee te slepen in zijn enthousiasme. Voor vele leden, die zo intensief met hem samenwerkten, was Gijs méér dan een adviseur: hij was een vriend, van wiens hulp je zeker was en bij wie je altijd te rade ging. Toen hij met zijn vrouw Anke naar Amerika vertrokken was, werd nog altijd – schriftelijk of door middel van gesproken bandjes – het contact onderhouden; en als hij in Nederland was, kwam hij steevast even een bezoek brengen aan de H.C.D.
Nog kort geleden, toen hij eind december een paar weken in Nederland verbleef, heeft hij niet vergeten ons op te zoeken. Met vele leden heeft hij toen kennisgemaakt en lang gesproken over de toekomst van de H.C.D. Het is zeker geen overdrijving, als we zeggen, dat zonder Gijs de Hobby Club niet meer zou bestaan. Maar als we hem herdenken, zal vooral in onze herinnering blijven zijn sympathieke bereidwilligheid je te helpen en de grote eerlijkheid, waarvan hij getuigde. Naar zijn vrouw Anke, die overblijft met hun zoon Bartje, gaat ons aller medeleven uit. We wensen haar veel sterkte toe in deze moeilijke tijd.
Wat zal de toekomst van Hobby Club Dordrecht zijn? Heeft het zin hierover te schrijven? Ik waag het niet enige voorspellingen te doen, maar het is wel iets wat mij de laatste weken, nu ik besloten heb om, na 10 jaar lidmaatschap, definitief de Hobby Club te verlaten, intensief heeft beziggehouden en ik wil met dit stukje dan ook speciaal die leden, welke zich voor de gang van zaken op de Hobby Club verantwoordelijk voelen ( naar ik hoop zijn dat er meer dan de leden van het bestuur: ieder lid hééft een deel van deze verantwoordelijkheid!) iets ter overweging geven.
Het kan nuttig zijn, zeker bij het bereiken van een mijlpaal, zich een voorstelling te vormen van datgene wat wenselijk is om te bereiken. Wat zal je persoonlijk aandeel daarin zijn? Welke invloed kun je op de gang van zaken uitoefenen?
Het is niet eenvoudig, zo niet onmogelijk, om, zelfs op korte termijn, de ontwikkeling van iets geheel te voorzien. Met goede wil(en zonodig verantwoordelijkheidsgevoel en plichtsbesef) is het evenwel bijna altijd mogelijk om een redelijk gesteld voornemen ten uitvoer te brengen.
Als het een plicht betreft, valt h et meestal niet mee. Maak er daarom een hobby van ook datgene te doen wat je oorspron kelijk(misschien) niet tot het gebied van je hobby rekende, maar wat noodzakelijk is om je hobby goed te kunnen beoefenen. Als simpel voorbeeld: opruimen en je zaken op orde houden. Ook het onderhoud van gereedschap behoort hier bijvoorbeeld bij. (Als je niet weet hóe, vraag er dan naar! Gereedschap wordt gemakkelijker verknoeid, dan dat het op de goede manier behandeld wordt, zèlfs het meest eenvoudige stuk gereedschap!) Een goede stelregel is: als je iets doet, doe het dan goed, namelijk zo goed als je kunt. Wees critisch voor jezelf en help anderen.
Een voorwaarde voor goede samenwerking is, dat je eerlijk en openhartig tegen elkaar bent en dat je veel aan elkaar vertelt en met elkaar bespreekt.
Als je eens met elkaar bespreekt wat je zal doen of maken, heb je de meeste kans van slagen. Misschien is er wat meer tijd voor nodig, maar is goede samenwerking niet belangrijk? Dit alles geldt zowel voor kleine zaken als voor grote en, uiteraard, ook voor de Hobby Club in zijn geheel! Het op gang houden van de organisatie is geen gemakkelijke opgave.
De bestuursteken zullen zeker ook tot de hobbies van de bestuursleden moeten behoren (en voor de toekomstige bestuursleden moeten gaan behoren) willen alle bestuursleden hun (zelf aanvaarde!) taak zo goed mogelijk volbrengen. Het bestuur behoeft aller medewerking en verdient alle waardering voor de, soms zo ondankbaar schijnende, dienende taak, die ze heeft.
Ook bij de voorbereiding van een nieuwe fase in het bestaan van Hobby Club Dordrecht kunnen samenwerking, overleg, wikken en wegen belangrijk zijn. Bezint voor ge begint! Vertrouw nooit op een gunstig toeval.
Betrek het voorgaande nu eens op jezelf, op de plaats die jij in de bescheiden gemeenschap Hobby Club Dordrecht inneemt. Lees het voorgaande nog eens over en trek je conclusies. Veel succes!
Wat de toekomst van Hobby Club Dordrecht zal brengen, weten we niet, maar wat de toekomst van Hobby Club Dordt zal zijn, daarvoor is ieder lid mede verantwoordelijk!
Wat jullie er zelf van maken en wat de volgende Hobbyanengeneraties ervan zullen maken, dát is de toekomst van Hobby Club Dordrecht.
Moge het een goede toekomst zijn!
Hobby Puk 1960 G.W.V. van Aardenne.
Het vervulde ons met vreugde, dat we erin geslaagd zijn nu al het tweede nummer van de veertiende jaargang uit te brengen. Deze vreugde werd echter geheel overschaduwd door het vlak voor het verschijnen van deze Hobby Puk ontvangen bericht, dat ons oud-lid en mede-oprichter van de Hobby Club Dordrecht, Gijs van Aardenne, overleden is. We dachten er goed aan te doen dit nummer vrij sober te houden. Om een indruk te geven van Gijs zijn persoonlijkheid en van zijn grote betekenis voor de Hobby Club hebben we een artikel van zijn hand opgenomen, waarin hij de toekomst van de H.C.D. belicht.
De redactie, onlangs versterkt met Tom Dogterom, vestigt er verder de aandacht op, dat het artikel "Een Amerikaanse modelbaanervaring" van Kees Ruurs geschreven is, toen deze nog in Amerika verbleef. Helaas konden wij het niet eerder plaatsen. Onze medewerker Herman Rozendaal heeft weer voor een raadsel gezorgd. Helaas hebben we maar weinig reacties gekregen op het vorige Peinsding. We sporen dan ook iedereen aan zich vol vuur op dit Peinsding te werpen, met de beloning van een boekenloon in het vooruitzicht!
Allen die aan deze Hobby Puk hun medewerking hebben verleend zeggen wij nogmaals dank. Voor copy voor het volgende nummer houden we ons aanbevolen, speciaal van degenen die nog nooit iets gepubliceerd hebben. Bij voorbaat onze hartelijke dank!
De redactie.
Even een kort overzicht over de gang van zaken op de H.C.D. Allereerst onze complimenten aan de harde werkers (Hans Huijsman en John Boogaard) die hun paasvakantie opofferden om de Hobby Club een enorme opruim- en schoonmaakbeurt te geven.
Voorts wordt er op afdeling biologie ook flink gewerkt. De verbouwings- en inrichtingsbezigheden zijn daar grotendeels achter de rug en onder de enthousiaste aanwijzingen van Frits van Vugt wijdt men zich ijverig aan de biologische studies.
Op fotografie is het aantal leden nogal teruggelopen, maar enkelen zijn sinds kort begonnen met "experimentele fotografie". Op afdeling artistieke hobbies wordt helaas meer gekletst e.d. Maar sommigen emailleren naar hartelust.
De bar is geopend van kwart voor negen tot negen uur.
Het PINKSTERKAMP wordt 29, 30 en 31 mei gehouden in Brabant. De kampraad bestaat uit Dick Kamberg, Kees Ruurs, Bram Bogaard, Eva Hartog, Marja Klaas en Margriet Bodbijl. Zij proberen een leuk kampprogramma samen te stellen. Ga dus allemaal mee!
Binnenkort kunnen we ook nog een uitvoering van afdeling toneel verwachten. Enthousiast hebben de acteurs en actrices het stuk "Zwendelaffaire" ingestudeerd o.l.v. de Heer Van Munster.
Margriet Bodbijl, voorzitster.
Terwijl ik op bezoek was bij Gijs en Anke van Aardenne in het prachtige San Francisco (California) hebben we een enorme spoorwegmodelbaan bezocht, gelegen in een voorstad van San Francisco.
Wanneer je door een halve wagon, zonder voor- en achterkant, die als deur fungeert, naar binnen stapt, word je overweldigd door de enorme ruimte, een ruimte van minstens 25 bij 30 meter, volgebouwd met rails en landschappen, maar dat is nog niet eens alles: als je eromheen loopt, ontdek je dat daarachter nog een ruimte is, bijna even groot, weer met een vreselijk groot emplacement. Er zijn drie verschillende schalen waarop gebouwd wordt: HO, O en HON, alles bij elkaar een raillengte van 2050 meter, meer dan 2 km.
De club is begonnen in 1933, toendertijd alleen voor ouderen, maar sinds korte tijd kunnen ook jongere leden ingeschreven worden. Er zijn gemiddeld 50 leden, die ieder voor een bepaald stuk van de baan verantwoordelijk zijn. Ze hebben hun eigen lokomotieven die ze op de baan laten rondrijden, met treinen van soms 5 tot 6 meter lengte. Als echte conducteuren hebben ze vaak petjes op of shirts met de naam van een treinmaatschappij op de rug zoals Santa Fe of Great Northern enz. Omdat de baan zo groot is hebben ze microfoons en ontvangers waarmee ze met elkaar in contact staan, tevens wordt aan de controlekamer (5 tot 7 mensen achter een enorm schakelpaneel) doorgegeven wanneer waar welke treinen aankomen of vertrekken, of welke route hij wil nemen.
Er zijn verschillende steden nagebouwd als Fresno, Oakland, Monte Vista, enz., verder natuurlijk prachtige berglandschappen, stations, rangeeremplacementen en alles wat er nog meer bij hoort.
De club is open voor leden iedere avond en het publiek is welkom iedere derde vrijdagavond van de maand van 19.30 tot 22.00. uur. Ieder jaar houden ze een grote show van een heel weekend, en wordt alles nog eens extra opgepoetst, nieuw gras "gezaaid" en een uitleg erbij gegeven. Dit is een reuze goed idee ook voor de Hobby Club, zelfs wanneer er genoeg leden zouden zijn is het nuttig om minimaal een maal per jaar een propaganda-actie of show te houden, om de goede naam van de Hobby Club hoog te houden. Natuurlijk als het ledental gedaald is, is het helemaal noodzakelijk om het door middel van een show of actie weer omhoog te schroeven. Ondanks dat de grote baan van de Hobby Club verdwenen is, hoop ik toch dat de treinen modelbouw afdeling niet helemaal stil komt te liggen en al is het dan in het klein, toch door gaat met bouwen. Vanuit het verre Amerika wordt de H.C.D. veel succes toegewenst door de oud-leden van de H.C.
Kees Ruurs.
JARIG ZIJN:
in april: 1. Anja de Jong, 7. Dick den Otter, 9. Tom Dogterom, 19. Lies Wiessner, 26. Hans Schreuder, 30. Cora Verschoor.
in mei: 1. Peter van Mersbergen, 2. Toon Ossewaarde, 6. Kees Snoek, 8. Frits van Vugt, 11. Wim Rozendaal, Bob Solinger, 13. Tineke van Wijngaarden, 14. Peter van Kerckhove, 15. Fred Janse, 18. René Mijdam, 22. Frans Schafffels. 24 Wim Wiessner, 27. Eric Hordijk.
in juni: 12. Rob v.d. Pol; Henk v.d. Waal, 15. Don Roubos, 21. Wineke Robinson, Ans Versluys.
in juli: 10. Ruud Ooyen, 13. Mart Hurkmans, 17. Berry Driessen, 20. Dick Samshuyzen, 24. Ron Borger, 26 Fred Damler, 29. Hilliy Smit, 30. Greet Schuiling.
GETROUWD. Op 1 april 1971 traden in het huwelyk Emiëlle Wiessner en Frank van Hees, beiden oud-leden. Frank werd al in 1959 lid; Emiëlle in 1966. Tijdens de bouw van onze zolder hebben zij een behoorlijk steentje bijgedragen en tevens de fundamenten gelegd voor wat nu is uitgemond in een huwelijk. Wij wensen hun veel geluk toe in hun nieuwe woonplaats Breda! |
VERLOOFD! |
Afscheid namen we van Dick en Jenny van der Knaap en hun zoon Dicky.Omdat Dick zijn werk verplaatst zag naar Deventer, moest hij met zijn gezin Dordrecht en de Hobby Club Dordrecht verlaten. Wij willen niet nalaten hem nogmaals te bedanken voor het vele werk, dat hij voor de H.C.D. heeft verricht. Nadat hij op 29 maart 1963 lid was geworden na de propaganda-actie heeft hij van 14 november 1964 tot 14 januari 1967 in het bestuur gezeten.
Daarnaast wijdde hij zich gedurende heel zijn lidmaatschap nijver aan afdeling scheikunde. Zijn tweede bestuursperiode liep van maart 1969 tot 29 augustus 1970, waarvan hij de laatste zeven maanden voorzitter was. Zijn doel was steeds een prettige werksfeer te scheppen om mensen van goede wil te maken van de leden. Zijn echtgenote Jenny heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt bij de afdeling artistieke hobbies. Wij hopen, dat wij hen en hun zoon nog dikwijls op de H.C. terugzien en wensen hun veel geluk toe in Deventer!
Afscheid namen ook Wijnand Camerling en Marijke Schipper, wegens hun definitieve vestiging in Eindhoven. Wijnand die eveneens op 29 maart 1963 lid werd, gaf blijk vele oorspronkelijke ideeën te bezitten. Hij werd dan ook in het bestuur gekozen, en wel als tweede penningmeester van 7 juli 1965 tot 21 mei 1966. Enkele leden zullen zich nog wel de zwarte en de gouden contributielijst herinneren, waarop men prijkte tot schande of tot eer van de H.C.D. Na deze bestuursperiode heeft Wijnand alleen buitenparlementair gewerkt, diverse goede ideeën naar voren gebracht en zich vooral bezig gehouden met de organisatie van kampen. Ook op de afdeling artistieke hobbies heeft hij zijn sporen verdiend, door o.a. een cursus emailleren.
Wij wensen Marijke en Wijnand een voorspoedige tijd toe in Eindhoven en we hopen hen nog vaak op de H.C.D. te zien!
De wens, dat er weer eens een Hobby Club Congres zou worden gehouden, is in 1970 eindelijk bewaarheid. Op 6 maart togen hobbyïsten uit Delft, Huizen, Den Haag, Krimpen aan de Ijssel, Rotterdam en Gouda naar de stad bekend om zijn Lips-sloten, DFC, de Grote Kerk en de HCD. Het welkomstcomité begeleidde de hobbyïsten naar de Chr. de Wetstraat, waar de hobby-familie door Leonard de Vries als een glimlachende hobby-vader (overgrootvader volgens zijn eigen zeggen) werd opgewacht. De koffie die Margriet Bodbijl had gezet verkwikte de vermoeide reizigers al spoedig. Leonard de Vries vertelde het een en ander over zijn geesteskind: de Hobby Club en hoe de H.C. Dordrecht, begonnen in een klein tentje als "clublokaal", tenslotte de enige overlevende was van ± 80 hobby clubs die omstreeks 1950 werden opgericht.
Het leek ons allen een plezierige gedachte, dat de H.C.D. niet lang meer een unicum in Nederland zou zijn, en in die gedachte werden we gesteund door het enthousiasme dat de hobbyïsten aan de dag legden. Het grootste probleem voor de meesten was echter het vinden van een geschikte ruimte. Eén van hen had een leegstaand ziekenhuis tot zijn beschikking, maar zat weer met andere moeilijkheden. Voor zover dat in onze macht lag, hebben we zoveel mogelijk wenken gegeven voor het op gang brengen van een Hobby Club. Evenmin werd vergeten te laten zien hoe alles in de praktijk verloopt, want na de broodmaaltijd, toen allengs de leden binnendruppelden, kon ieder naar believen hobbiën en inlichtingen vragen aan de verantwoordelijke personen van de desbetreffende afdelingen. Hobby Club Den Haag gaf blijk van een groot improvisatietalent, want 's avonds na de soep werden we vergast op een zeer amusant toneelstukje. Ook de anderen bleken aanleg te hebben, ieder voor zijn speciale hobby. Voor sommigen was dat radio, anderen waren weer geïnteresseerd in artistieke hobbies of fotografie. Voldaan gingen allen in de loop van de avond weer naar huis, in de wetenschap dat een grootse taak voor hen is weggelegd. Mogen zij die zó goed vervullen, dat we volgend jaar weer een Hobby Club Congres kunnen houden, en wie weet….misschien is de H.C.D. dan wel te gast bij een andere Hobby Club!
C.S.
Het moge duidelijk zijn, dat proefdieren die in een bepaalde proef of in een bepaalde groep van een proef zijn ingedeeld, zo min mogelijk van elkaar moeten verschillen. Zo let men bij het kiezen van de dieren, die in een proef terecht zullen komen o.a. op (voor de hand liggende) criteria als: stam, geslacht, gewicht en gezondheid. B.v. ratten van de Wistar-stam zullen voor een even lange slaaptijd een andere hoeveelheid van een narcosemiddel toegediend moeten krijgen dan ratten van hetzelfde gewicht en dezelfde leeftijd en geslacht van de Spraque Dawley-stam; mannelijke muizen zijn gevoeliger voor alkohol dan vrouwelijke; een jong dier ( laag lichaamsgewicht) zal per kg lichaamsgewicht meer water nodig hebben dan een volwassen dier (hoog lichaamsgewicht) ; dieren, met welke ziekte dan ook, zullen uiteraard anders reageren dan gezonde dieren.
Door inteelt heeft men bijzonder zuivere stammen kunnen kweken, geslachten zijn van elkaar te onderscheiden en dieren van een bepaald gewicht kan men door weging selecteren. Wat dit betreft dus geen problemen bij het "kiezen" van dieren voor een bepaalde proef. Of deze dieren al dan niet volkomen gezond zijn, is echter soms moeilijk na te gaan.
De grote bezwaren die latente maar vooral de acute infectieziekten hebben voor proefdieren hebben geleid tot de ontwikkeling van s.p.f. dieren (s.p.f. = specific pathogen free). Deze dieren zijn vrij van met name genoemde schadelijke micro-organismen.
Men kan deze toestand bereiken door in een "gewone" (conventionele) kolonie die bepaalde ziekten te bestrijden, b.v. door een intensief onderzoek en uitschakeling van alle positieve dieren, of door geneesmiddelen. In de praktijk is het zeer moeilijk om op deze manier het doel te bereiken. Steeds weer komen enkele ziektegevallen voor en uitbreiding kan het gevolg zijn. De bestrijding van uit- en inwendige parasieten, en van salmonellose (paratyphus) heeft op deze wijze nog het meeste succes gehad. Zeer moeilijk wordt het wanneer de ziektekiemen direct na de geboorte van moeder op jong dier worden overgebracht.
Nu blijkt, dat de meeste micro-organismen inderdaad pas na de natuurlijke geboorte van een jong dier door de moeder worden overgebracht. M.a.w. in de baarmoeder bevindt zich een geheel steriel dier! (er zijn uitzonderingen m.n. enkele virussen die in staat zijn de z.g. placentale barrière tussen moeder en jong te passeren. Ook bij honden komt het voor dat de jongen reeds voor de geboorte met spoelwormen zijn besmet).
Wanneer het ons lukt zo'n steriel dier op kunstmatige wijze uit het moederdier te halen, zonder het met micro-organismen te besmetten, dus b.v. door een aseptische (= steriele) keizersnede, dan zijn die dieren in één maal van alle micro-organismen die de moeder had bevrijd.
Willen we dit kunstmatig geboren dier steriel houden, dan moet het worden opgekweekt in een geheel steriele omgeving. Tegenwoordig gebruikt men hiervoor opblaasbare doorzichtige tentjes van plastic folie (z.g. isolatoren) die voorzien zijn van een luchtfilter, ingebouwde rubber handschoenen en een sluis voor invoer.
Het aantal diersoorten dat met deze isolatoren kiemvrij gehouden kan worden is al zeer groot.
De eerste jongen, op steriele wijze in de isolator gebracht, moeten door kunstmatige opfok worden grootgebracht. Heeft men eenmaal volwassen steriele dieren, dan kunnen later jongen van een andere stam of zelfs van een geheel andere soort bij de steriele moeders worden gelegd als pleegkinderen.
Steriele dieren (meestal wordt gesproken van kiemvrije dieren) zijn zeer interessante objecten voor allerlei wetenschappelijk onderzoek. Ze dienen echter steeds onder absolute voorzorgen tegen besmetting te worden gehouden. Wanneer deze dieren zonder meer uit hun beschermende omgeving worden gehaald en in een besmette kamer geplaatst dan sterven ze als regel. Er is immers geen enkele afweer tegen de micro-organismen. (geen antistoffen)
Wel is het mogelijk de steriele dieren geleidelijk aan micro-organismen te gewennen. Daartoe besmet men ze aanvankelijk met een apathogene (= niet dodelijke) bacteriesoort. Dergelijke besmette dieren met een volledig bekende bacterieflora noemt men tezamen met de kiemvrije dieren "gnotobionten" (gnotis = Gr. voor kennis en bios = leven).
Gnotobionten moeten onder absolute voorzorgen tegen infecties met andere bacteriën worden gehouden en worden dus in isolatoren geplaatst.
De met enkele bacteriestammen besmette dieren kunnen zich gemakkelijker dan geheel kiemvrije dieren aanpassen aan natuurlijke omstandigheden. De dieren kunnen nu uit de isolatoren worden gehaald en in goed gedesinfecteerde dierkamers worden geplaatst. Hier komen ze geleidelijk aan in contact met meer bacteriën, vooral afkomstig van de dierverzorger.
Vanzelfsprekend moeten deze dieren worden beschermd tegen de besmetting met die micro-organismen waarvan we de schadelijke werking kennen of vermoeden. Slagen we in deze bescherming dan kunnen we deze dieren s.p.f. noemen.
Wanneer s.p.f. dieren in een proef gebruikt worden weet men dus dat deze dieren vrij zijn van schadelijke micro-organismen, dus gezond zijn! Als men dan de proef laat verlopen in een omgeving waar ook geen schadelijke micro-organismen voorkomen heeft men de factor "gezondheid" evenals de criteria stam, geslacht, gewicht e.d. in de hand.
J.H. Kraal.
Het totale aantal vogelsoorten dat in Nederland is waargenomen bedraagt ± 375. Ongeveer een kwart hiervan is het gehele jaar in Nederland waar te nemen. Een vijfde deel trekt in de herfst weg en keert in het voorjaar terug om hier te broeden. De bekendste daarvan zijn de ooievaar, de zwaluwsoorten, de koekoek en vele kleine zangvogeltjes. Tevens zijn er vogels die hier overwinteren en die in het voorjaar naar het noorden trekken om daar te broeden, zoals grauwe gans, kleine rietgans, kransvogel en koperwiek. De beide laatste soorten zijn 's winters gemakkelijk waarneembaar: ze komen nl. veel voor in villadorpen en parken.
Andere soorten bezoeken ons land alleen in het voor- en najaar op hun trektochten naar hun broed- en overwinteringsplaatsen zoals kraanvogels en visarenden.
De bekendste vogels die hier het gehele jaar vertoeven zijn natuurlijk de mus en de merel. Door de grote bevolkingsdichtheid in Nederland heb je eigenlijk twee soorten merels gekregen, nl. de "stads"merel en de veel veel schuwere merel die in de vrije natuur voorkomt.
Het woon- en leefmilieu van de Nederlandse bevolking heeft vanzelfsprekend grote invloed op de vogelstand. Het treffendste voorbeeld is het verdwijnen van het natuurreservaat "De Beer" op Rozenburg ten behoeve van de uitbreiding van de Rotterdamse havens. Bepaalde ontwikkelingen zijn economisch echter niet tegen te houden, maar men wordt er zich tegenwoordig meer en meer van bewust dat er niet alleen economische aspecten zijn, maar ook nog recreatieve en milieu-hygiënische aspecten. Door de uitvoering van het Deltaplan, dat overigens een noodzaak is, zijn er toch enige nadelen voor de vogelstand ontstaan, zoals: door de afsluiting van het Haringvliet is er in de Brabantse Biesbosch praktisch geen getij-invloed meer, waardoor een uniek natuurgebied verloren is gegaan. De ganzen namelijk zoeken hun voedsel vooral op de slikgronden die bij eb droog vallen; door deze afsluiting nu zijn die vogels genoodzaakt een ander voedselgebied te zoeken.
Een ander nadeel van onze welvaartsstaat zijn de chemische bestrijdingsmiddelen. Dit is vooral te merken aan de teruggang van de aantallen zwaluwen, vliegenvangers en roofvogels. De eerste twee soorten eten nl. veel insekten, die reeds veelal vergiftigd zijn door allerlei chemische bestrijdingsmiddelen, waardoor de zwaluwen en vliegenvangers ook vergiftigd raken. Met de roofvogel gaat het op identieke wijze: deze vogel eet nl. de zwakke dieren op, die vaak op hun beurt zwak geworden zijn door de chemische middelen, zodat de roofvogel ook weer vergiftigd wordt.
Door deze voorbeelden aan te halen is natuurlijk nog niet bewezen, dat de vogelstand in Nederland reddeloos verloren zou zijn. Er blijkt wel uit, dat er natuurreservaten moeten komen, als we de vogelstand zoals die nu is willen houden. Gelukkig is het tegenwoordig zo, dat er in streek- en bestemmingsplannen ruime groenstroken gepland zijn, maar of dit genoeg zal zijn moet de praktijk uitwijzen.
Maarten van IJk.
De wereld.
De aardoppervlakte = 509.950.000. km2 en bestaat voor iets meer dan een kwart (150.225.000. km2 = 29,5%) uit vast land en voor nagenoeg drie kwart (359.725.000 km2 = 70,5%) uit water.
Landoppervlakte: | 11.345.061 km2 |
Europa | 42.378.000 km2 |
Azië | 30.065.000 km2 |
Afrika | 40.663.000 km2 |
Amerika | 8.867.000 km2 |
Australië | 11.188.000 km2 |
Poolgebied | 11.345.061 km2 |
Wateroppervlakte: | Grootst bekende diepte: | |
Grote Oceaan | 178.225.000 km2 | 10.793 m. |
Atl. Oceaan | 92.000.000 km2 | 8.526 m. |
Ind. Oceaan | 75.500.000 km2 | 7.000 m. |
Nrd. IJszee | 14.000.000 km2 | 4.850 m. |
Omtrek van de equator: | 40.076.594 m. | |
Omtrek v.d. meridiaan: | 40.009.152 m. |
('t is maar dat je 't weet)
moi.
De ogen die het hart zich heeft gekozen
Zijn zorgeloos en diep en donker als rozen
En 's morgens als de nacht hen heeft bemind
Vochtig en wild als rozen in de wind.
In deze dichtregels van J.W.F. Werumeus Buning zijn aan de rozen heel wat qualificaties toegekend:ze zijn zorgeloos, diep, donker, vochtig, wild. De roos past bij elke stemming: is men blij en opgewekt, welke bloem anders dan de roos zou kunnen bijdragen aan de vreugde? Is men daarentegen verzonken in grondeloze weemoed, hoezeer leent de roos zich dan niet dit gevoel te accentueren: de droefheid druipt er donker als dauw van af. Niet in de laatste plaats is de roos geïdentificeerd met de Liefde: zij is symbool van de liefde bij uitstek. Eeuwenlang geven minnende harten hun geliefden rozen als onderpand van duurzame trouw en oprechte minne. De roos is symbool van de Liefde en als zodanig kan zij ook tot zinnebeeld dienen van het lief en leed, dat de Liefde begeleidt, in al zijn schakeringen.De roos is van alle gezindheden zinnebeeld,symbool van alle tijden ook is de roos.
Ja, want deze klassieke bloem hebben vele generaties, vele groepen van mensen, vele volkeren in vele tijden uitverkoren: reeds Grieken, Romeinen en Gothen kweekten en bezongen ze. Bij de Grieken was de roos de bloem van Venus, de godin der Liefde. Haar zoon Eros schonk ze aan Harpocrates, opdat geheim zou blijven welke verkeerde daden zijn moeder misschien had begaan. De roos gold kennelijk ook als waarborg voor geheimhouding. De waard schilderde een roos aan de zoldering boven de stamtafel; wat daaronder, sub rosa, verteld werd, mocht geen oningewijde ter ore komen. Bladert men in "Naturen Bloeme" van Jacob van Maerlant, die bekoorlijke encyclopedie der Middeleeuwen van flora en fauna, dan merkt men op, welke een ongekende geneeskracht de Middeleeuwer toeschreef aan rozen: "Rosa, als Plataerius seghet,/ Es een vrucht daermen of pleghet/ Vele te nutten in medicine." Van rozen werd o.a. rozenhoning, -suiker en -stroop gemaakt: "Dusghedaen honech rosaet (rozenhoning)/ Confortiert des menschen maghe/ Ende suvertse van menigherhande plaghe/ Ende purgiertse van humueren (dampen ),/ Die sijn van couder natueren." Het sap van groene rozenbladen vermengd met suiker, aldus Van Maerlant, laxeert het lichaam van binnen, is goed tegen buikloop en bezwijmingen. En hij besluit: "Rosen roeke droegh of groene/ Conforteert (versterkt) in allen doene/ Hersine ende herte mede,/ Als hem deert enighe siechede." Aan rozen werd in de Middeleeuwen zo'n waarde gehecht, dat ze apart genoemd werden, als men van bloemen sprak, alsof zij een eigen individualiteit bezitten die ze boven andere bloemen verheft en waardoor men spreekt van bloemen en rozen als van mensen en Uebermenschen. (vgl. Floris ende Blanchefloer, vs. 2994) En inderdaad, terwijl andere bloemen, als akelei, anemoon, orchidee en lelie populair zijn geweest en weer in de vergetelheid geraakt, heeft de roos altijd de aandacht van de mens gevangen gehouden.
De natuurvorser Heimans weidde in zijn boek "Wandelen en waarnemen" uit over het "Geheim" aan de roos. Deze heeft nl. vijf vergroeide kelkbladen in een eigenaardige stand:
Het teken in het midden van de kelk komt ook voor op de brieven van Pythagoras, de wiskundige filosoof die een hoge, bovennatuurlijke kracht toekende aan het getal en aan sommige tekens. Vooral de oneven getallen (drie, zeven, dertien) beschikken over mysterieuze krachten en waarschijnlijk heeft ook het getal vijf iets vertegenwoordigd.
Een roos is heel wat meer dan een stengel met wat blaadjes; niet alleen voor de "ouden", maar ook voor de mensen van nu. En al staan wij dan wat nuchterder tegenover allerlei dingen, zodat we niet rozensap zullen aanwenden bij iedere ziekte en nu we af en toe heel prozaïsch en weinig geheimzinnig, zinnebeeldig of bovennatuurlijk in de krant kunnen lezen, dat de naam van een of andere moderne held (van politici tot topsporters) gegeven is aan wéér een nieuwe roos, toch blijft de roos in ons hart een eigen en dierbare plaats innemen:
Dit levende geheim met U:
De roos geworteld in Uw hart.
C.S.
Een haring beminde een oester,
In het diepst van de zee, op de grond.
Hij wou haar zijn liefde verklaren,
Verlangend een kus van haar mond.
Hij zong haar de schoonste romances,
Van liefde en maneschijn rood...
De oester, zij riep van beneden:
"Ik blijf je getrouw tot de dood."
Ons harinkje dook naar beneden,
Stak zijn kop tussen haar schalen en zei:
"O liefste, o zachtste der oesters,
O Engel, kom kozen wij vrij."
Maar O! Diep rampzalige haring,
Hoe werd hij door zijn liefde verteerd;
De oester die sloot er haar schalen,
En h ij werd geguillotineerd.
Nu drijft er zijn lijk op de baren.
In doodsangst riep hij nog: "O wee!"
"Verkikker je nooit op een oester,
Want anders verga je op zee!"
Leert vrienden, het lied van de haring,
Als liefde U van zinnen berooft;
Wees toch bij het vrijen voorzichtig,
Want anders verlies je je hoofd!
Uit de staartdeling in de vorige Hobby Puk moest men het woord "OPLOSSING" als oplossing krijgen. De winnaar is de Heer F.J. Stuurman, Wijenburglaan 5, Arnhem, die een boekenbon ontvangt. Dezelfde prijs voor dit kruiswoordraadsel (inzendingen in de copybus of naar Chr. de Wetstraat 21, Dordrecht):
Bij dit kruiswoordraadsel is het niet de bedoeling om woorden in te vullen maar getallen (elk hokje een cijfer)
Horizontaal:
1 kwadraat
3 101-voud
5 4e macht x 10
8 priemgetal
10 8-voud
11 product van 2 getallen die elk kleiner dan 10 zijn
12 priemgetal
13 10 x 3e macht
14 2-voud
15 vul in: 56 of 65
17 13-voud
19 getal dat geschreven is met de cijfers 6,7,8 en 9
21 2x het bij 11 verticaal bedoelde getal
22 getal, dat geschreven is met de cijfers 2, 4 en 6
Verticaal:
1 3 horizontaal gedeeld door 5
2 4e macht
3 5 voud
4 4e macht verminderd met 100
6 7-voud
7 58 of 85
9 som van 2 priemgetallen (beide tussen 10 en 20) x het bij 12 hor. bedoelde getal
11 priemgetal
14 1 verticaal verminderd met 1
15 priemgetal x 3
16 het getal dat bij 15 hor. niet bedoeld is
18 182, 192 of 202
19 20 vert. vermeerderd met 10
20 8-voud