Nummer 1, 12e jaargang --------------- Winter 1968. --
Redactie: Margreet de Waard en Kees Snoek.
Gironummer: 601060 t.n.v. penningmeester H.C.D.
Clublokaal: Christiaan de Wetstraat 21.
van de redactie
van het bestuur
propaganda avond
gedichten
zomerkamp
overzicht
puzzel
grafologie
overgangsriten
enquête
de krant
fotograf ie
Er is de laatste tijd nogal wat verwarring geweest omtrent het verschijnen van de Hobby Puk. Deze verschijnt één keer per kwartaal, daar het ondoenlijk zou zijn iedere maand een Hobby Puk uit te laten komen.
We hebben evenwel gebrek aan kopy. Schroom niet ook eens een stukje voor de Puk te schrijven, bijvoorbeeld over je hobbies.
Hierbij willen we mevrouw A. Bezemer-Marczyck danken voor het maken van de hoes voor onze nieuwe typemachine. Tevens willen we ieder, die meegeholpen heeft met de bezorging van de Hobby Puk, hartelijk bedanken, om er een paar te noemen; Wijnand Camerling, Pim Scheffer, Emiel Bolier, Peter Vink, Kees Aaldijk, Ger de Pee en André van Putten. Laten deze leden een voorbeeld voor de anderen zijn. Neem daarom ook eens wat Puks mee.
De redactie hoopt, dat je ook nu weer van de Hobby Puk zult genieten.
Kees Snoek.
Zoals je waarschijnlijk al gemerkt zult hebben, is nu het Hobby Journaal, een actueel maandelijks mededelingenblad, al verscheidene malen verschenen. Voor de Hobby Puk is een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe naam en omslag, waarvoor reeds diverse inzendingen zijn binnengekomen. Dit is dus de laatste Puk in zijn bekende blauwe jasje. Sinds het verschijnen van de laatste Puk is er wel het een en ander op de Hobby Club gebeurd. In de eerste week van juli is een zomerkamp in Vorden gehouden, en hierover kun je verop in dit blad lezen. Er is een nieuw bestuur gekozen, bestaande uit 5 leden. Op 20 oktober is er een geslaagde propaganda-avond in Kunstmin gehouden, hiervoor echter konden wij reeds ons 100 ste lid ontvangen, n.l. Alexander Paul, aangebracht door Wim Boer. Voorts zijn er twee excursies georganiseerd. Eén naar het Evoluon in Eindhoven en nog een naar de Jeroen Bosch-tentoonstelling in Den Bosch.
Onze adviseur en secretaris van de Stichting, Gijs van Aardenne, is onlangs helaas vertrokken naar Amerika. Namens alle Hobbyïsten wensen wij hem en zijn echtgenote veel succes toe en vooral danken wij hem voor alles, wat hij voor de Hobby Club heeft gedaan. Namens hem en Anke worden alle Hobbyïsten veel succes toegewenst.
Dat was het dan! Voortaan zullen al deze aangelegenheden meer uitvoerig in het Hobby Journaal worden behandeld.
En hierbij nemen wij ook afscheid van de laatste Hobby Puk met zijn bekende blauwe omslag.
Kees Snoek, secretaris.
Nadat er een paar weken hard was gewerkt aan de voorbereidingen, brak eindelijk de propaganda-avond aan. De donderdag daarvoor had de H.C.D. een houtskooltekening, gemaakt door Anton van der Laan, overhandigd aan burgemeester mr. J.J. van der Lee.
Zaterdagmiddag werd de nodige ruchtbaarheid gegeven aan deze avond door met een geluidswagen door de stad te rijden, die aldoor propaganda maakte met moderne plaatjes, de posthoorngalop en aankondigingen van de avond. Ook werden er stencils uitgedeeld, die ook al op de scholen waren verspreid. ’s Middags ook werden de stands opgesteld, die van radio, fotografie, artistieke hobbies, chemie, modelbouw, hout- en metaalbewerking, toneel, astronomie en uiteraard was ook de redactie vertegenwoordigd.
Toen de zaal van lieverlee was gevuld, werd er met het programma aangevangen. Een kleine technische storing verhinderde dit echter. Na enig oponthoud verwelkomde Ger de Pee toch de aanwezigen. Hij gaf een uiteenzetting van het doel en de opzet van de Hobby Club. In dit verband werden o.a. genoemd: het jongerenbestuur, de instructeurs, het organiseren van excursies, kampen, cursussen e.d. Wethouder P.J. van Meurs, die al vele malen met de H.C. in aanraking is geweest, vertelde toen iets:
Hij zei, dat ondanks de vele klachten over"die jeugd van tegenwoordig" er tòch nog iets zeer positiefs wordt gedaan en de Hobby Club was hier een goed voorbeeld van. Aangezien de avond op zich maar een klein beetje een idee geeft van de H.C., raadde hij iedereen aan op de H.C. zélf te gaan kijken; hij wenste hun een prettige tijd op de H.C.D. toe.
Na deze sympathieke toespraak kwam Kees Ruurs aan het woord. Hij vertelde iets over de geschiedenis van Hobby Club Dordt gesticht op 25 februari 1950 in een zolderkamertje op het Mauveplein. Na veel omzwervingen belandden we in de Hellingen en tenslotte in het nieuwe gebouw, over de bouw waarvan hij nog het een en ander vertelde.
Ger zei, dat het niet de bedoeling was de H.C. te redden zoals in 1963, maar wel om anderen gelegenheid te geven lid te worden, daar er nog voldoende ruimte over is op de H.C.D. Tevens vertelde hij iets over de practische punten zoals contributie, openingstijden, verantwoordelijkheid van de leden enz.
Toen alle belangstellende jongeren een formulier hadden ingevuld, stroomde de zaal langzamerhand leeg.
Enkele hobbyïsten opperden toen het idee op de HCD een feestje te organiseren, waar natuurlijk iedereen voor was!
John Hagen en Emmy Wiessner voerden nog een geïmproviseerd toneelstukje op. Emmy hield zich echter niet aan de spelregels; als Julia, geliefde van Romeo, wilde ze niet doodgaan.
Er werd nog eventjes doorgefeest tot half één, waarna ieder weer voldaan naar huis reed.
Kees Snoek.
Gedichten ter verheerlijking van de Kampraad.
Telkenjare gaan wij mee
Met het zomerkamp der H.C.D.
Voor het leiden van het kamp
Is de kampraad, wat een ramp.
Deze kampraad is een schone zaak;
Ze geeft de leden veel vermaak.
Edoch, gezegd moet worden, dat
We nog nooit zo'n goeie hebben gehad.
We wensen de kampraad veel nachtrust toe,
Want daaraan ontbrak het tot nog toe.
Emiel Bolier, Sipke van Egmond, Dick van de Knaap.
Op een grote paddestoel,
wit met rode cijfers
stond de weg naar vorden,
maar die was gans fout.
Aaldijk en Camerling gingen de mist in,
omdat ze de weg naar het kamp
niet terug konden vinden, wat een ramp!
Dick van de Knaap.
Die kampraad is een lekkere troep
en ze maken zulke fijne soep,
het is haast niet te eten.
Het is iets om nooit meer te vergeten;
's Nachts wordt er niet geslapen;
overdag ligt iedereen op apegapen.
Er zit er een op een gitaar te spelen
en de rest zit mee te kwelen.
Het is zo slecht voor onze oren,
want het is haast niet om aan te horen.
------door censuur verwijderd --------
En de kampraad doet of ze niets ziet.
Al met al is het kamp toch wel geslaagd,
Al worden er enkele personen ontzettend geplaagd.
N.N.
Het zomerkamp 1967 is deze keer gehouden te Vorden, en wel op het terrein van boer Berenpas. Zaterdagmorgen, klokke zes, zeer vroeg, vertrokken de eerste twee in een vrachtwagen van Van Dijk met de fietsen en de bagage naar Vorden, voor welke vrachtwagen wij deze firma nogmaals hartelijk willen danken. Zondagmorgen- enmiddag gingen de laatste auto’s met hobbyanen en hobbyaantjes weg, nl. die van Frank van Hees, Ger de Pee en Kaspar Jansen, ook zij nog hartelijk bedankt!
Nadat ieder na aankomst in het kamp zijn tent had opgezet en gegeten en gedronken had, werd er een verkenningstocht ondernomen.
Voorts is er deze week een zachte tot bikkelharde dropping georganiseerd (weet je nog, Kees Aaldijk en Wijnand Camerling, 1.55 uur des nachts?), fietstochten zijn gehouden, w.o. één naar Zutphen, waar wij een oude kerk met de Librijen bezichtigden en de drukkerij "Nauta", schunnige gedichten zijn gemaakt en moppen van hetzelfde soort verteld en natuurlijk bereidde onze onmisbare voedingsspecialiste Lineke Wolkenfelt steeds weer het eten, op een enkele uitzondering na, toen Maarten en Frank hun "Specialité d’Eyc et d’Hés" klaarmaakten en niet te vergeten Kees Aaldijk met zijn heerlijke macaroni en Emmy's slaatje.
Zaterdag en zondag vertrokken we veer van lieverlee naar huis, na ieder, die ons welwillend terzijde heeft gestaan, vooral de heer en mevrouw Berenpas, bedankt te hebben.
Dankzij het zonnige weer en het beleid van de kampraad bestaande uit Kees Aaldijk, Lineke Wolkenfelt, Kees Snoek en als adviseur Wijnand Camerling, die we hierbij danken, mogen we het kamp geslaagd noemen ondanks de moeilijkheden die de kampleider, zelfs 's nachts om drie uur heeft ondervonden, maar die gelukkig ook weer opgelost zijn.
Kees Snoek.
OVERZICHT van HOBBY CLUB DORDRECHT
van 1 januari tot 1 juli 1967.
Het op de algemene ledenvergadering van 14 januari gekozen bestuur ziet er als volgt uit:
Kees Ruurs - voorzitter; Maarten van IJk - vice-voorzitter; Wim Wiesner - secretaris; Daan Tits - 2e secretaris; Huib van de Weijden - penningmeester; Frank Noordzij - archivaris-bibliothecaris; Hans van der Wiel - materiaalcommissaris; Lineke Wolkenfelt - algemeen adjunct; Kees Aaldijk - redacteur.
Bij deze vergadering kreeg Jaap Timmermans wegens zijn grote verdiensten op bijna elk gebied een zilveren H’tje opgespeld.
Door de bouw waren de activiteiten van de afdelingen de eerste vier maanden van het jaar gering.
De afdeling toneel echter repeteerde een toneelstuk; in februari is de afdeling modelracing opgericht en er is enkele maanden hard gewerkt aan de modelracebaan.
In april begon de instructeur radio, Ger de Pée met een cursus elektronika, die veel toehoorders trok.
Op 4 februari heeft de UFO Groep Puttershoek een geslaagde lezing gehouden over "Unidentified Flying Objects", bij ons beter bekend als vliegende schotels.
Voorts heeft Wijnand Camerling in maart onder de leden een enquête gehouden over het zomerkamp, waarvan de kampraad dankbaar gebruik heeft gemaakt.
Op één april is een gezellige filmavond georganiseerd. Maar inmiddels was alle aandacht op de bouw en de opening gericht. Daar op een bepaald moment niemand nog iets deed, heeft het bestuur strenge maatregelen moeten nemen. De hobbyavonden werden afgeschaft en er werd een lijst gemaakt van alle nog te verrichten werkzaamheden. Op 8 april is met de leden de opening besproken en verscheidene zaterdagen is tot diep in de nacht hard gewerkt aan de verbouwing. Hierbij was vooral opmerkelijk de gezellige sfeer, die anders vaak ontbrak.
In overleg met de burgemeester werd de opening vastgesteld op zes mei. Vele brieven, mededelingen en uitnodigingen zijn verstuurd door de toenmalige secretaris Wim Wiessner, die voortreffelijk werd bijgestaan door Margreet de Waard, Anke en Gijs van Aardenne.
Burgemeester mr. J.J. van der Lee kon zijn ogen bijna niet geloven.
De voorzitter van de Hobby Club, Ger de Pee overhandigde de eerste burger namelijk een houtskooltekening, waarop de heer van der Lee zich zelf zag uitgebeeld. De Hobby Club wilde de burgemeester verrassen als dank voor het vele werk dat het college van B.en W. in het verleden ten bate van de Hobby Club heeft verzet.
De tekening was gemaakt door Anton van der Laan, lid van de Hobby Club en studerend aan de Rotterdamsche kunstacademie.
Dankzij de grote hulp van de leden en allerlei mensen was op zes mei het gebouw klaar voor de opening, die werd verricht door burgemeester mr. J.J. van der Lee. Vele mensen waren hierbij aanwezig. Na de speeches van Kees Ruurs, voorzitter van Hobby Club Dordrecht, de heer Dortwegt, voorzitter van de Stichting tot Bevordering van het werk van Hobby Club Dordrecht, Gijs van Aardenne, secretaris van voornoemde stichting en na het openingswoord van de burgemeester werd de H.C.D. geopend door het overhalen van een hefboom. Daarna gingen de aanwezigen rond langs de afdelingen. Zo mag de opening in bijna alle opzichten geslaagd heten.
Op 16 mei werd een bestuursvergadering gehouden, waarbij de bestuursmutaties werden besproken. Wim Wiessner trad af als secretaris, zodat het bestuur er aldus uitzag: Kees Ruurs - voorzitter; Maarten van IJk - vice-voorzitter; Kees Snoek - secretaris; Huib van der Weyden - penningmeester; Lineke Wolkenfelt - 2e penningmeesteresse; Daan Tits - algemeen adjunct; Hans van der Wiel - materiaalcommissaris; Frank Noordzij - archivaris-bibliothecaris; Kees Aaldijk - redacteur.
Wegens de opening kon er dit jaar helaas geen pinksterkamp worden gehouden.
Op 27 mei werd speciaal voor de ouders van de leden een ouderavond georganiseerd, waarbij ook oud-burgemeester mr. J.A.H.J. van der Dussen werd uitgenodigd, aan wie de Hobby Club veel te danken heeft.
Op 10 juni werd een algemene ledenvergadering gehouden, waarbij Margreet de Waard wegens haar vele verdiensten voor de H.C.D. een zilveren H’tje kreeg opgespeld.
Op 19 juni kreeg het bestuur bericht, dat Gijs, onze adviseur, was geslaagd, wat aanleiding was om hem namens de gehele Hobby Club hartelijk te feliciteren.
Van 19 t/m 24 juni werd de anjeractie gevoerd, waaraan de Hobby Club ook haar medewerking heeft verleend. Een maand later ontvingen wij f 2.000,- voor de inrichting van ons gebouw.
Op 28, 29 en 30 juni hebben wij onze versterkers verhuurd voor de sportdagen op de Windhondpolder.
In de eerste helft van dit jaar zijn er elf bestuursvergaderingen gehouden.
Aan het einde van de maand bedroeg het ledental 82 ( nu 150). Zo kunnen we de eerste helft van dit jaar geslaagd noemen.
Kees Snoek, secretaris.
is donderdag, 14 december 1967, ’s middags ten stadhuize van Dubbeldam voltrokken. Dit huwelijk is het tweede, ons bekende Hobby Club-huwelijk van twee mensen, die elkaar door de Hobby Club hebben leren kennen en waarderen.
Beiden zijn zeer verdienstelijk geweest voor de H.C.D. Dick heeft ruim twee jaar in het bestuur zitting gehad en heeft bovendien 4½ jaar het instructeurschap van de afdeling scheikunde gedragen, terwijl Jenny een tijdlang tweede instructrice van artistieke hobbies is geweest. Wij willen hun hierbij dan ook danken voor alles, wat zij voor de H.C. hebben gedaan en namens alle leden wensen wij hun het allerbeste!
De redactie.
BIECHT VAN EEN HAAS.
Mijn naam is haas met dubbel a; mijn moeder heet konijn met een lange ij; zes van mijn 7 broertjes zijn opgevreten door een wolf; in de zevende stikte hij en dat was ik. Hetgeen verklaart, dat ik maar één oor heb. Mijn zevende broertje heeft verkering met een ezel. Pa en ma zeggen, dat hij gek is en waarschijnlijk wel eens het haasje zal zijn.
Nu, ik ben veel verstandiger, ik eet alleen maar gras en flirt met de dochter van de boswachter. Maar nu zijn wij allen droevig gestemd; wij moeten ons hol uit van de gemeente wegens zedelijke overlast van onze familie, mijn broer trouwde. Er zit nog gebak op mijn snuit, worteltjesgebak. Trouwens, ik ben laatst uitgescholden voor varken, d’r zat een krul in mijn staart, zeiden ze, ma heeft hem eruit gestreken, nu is hij plat. We zijn nu verhuisd, alleen mijn zwager gaf moeilijkheden; we trokken ons lam voor hij het hol uit was. We wonen nu op een vuilnisbelt, ik slaap in een po, een gebruikte geloof ik, want het stinkt.
Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan. Pa gaat vertellen, waar de konijnen vandaan komen. Ik ben wel een haas, maar het lijkt me interessant. Ik geloof, dat wij hazen niet geboren zijn, want ik heb nog nooit een naveltje bij mezelf ontdekt.
Wordt vervolgd… John Hagen.
Uiterlijke inleverdatum 29 februari 1968.
Onder de goede inzenders wordt een pocketboekje verloot.
Horizontaal |
12 zangnoot - spil - titel - opstootje
vertikaal |
6 berggeit - zangvogel - uiting van droefheid |
De grafologie houdt zich bezig met bepalen van aanleg en karaktereigenschappen uit het schrift. De grafoloog analiseert deze eigenschappen. Om dit goed te doen is een grote psychologische kennis en een zo mogelijk nog grotere hoeveelheid intuïtie nodig. Psychologen en grafologen zijn het onderling vaak oneens over de interpretatie van een bepaald aspect van de grafologie, zodat het duidelijk zal zijn dat ik hier niet zal proberen een cursus grafologie te geven; afgezien nog van het feit dat mijn psychologische kennis veel te gering is, om niet te zeggen helemaal ontbreekt.
Tot standkoming van de veranderingen in het handschrift.
Bepaalde psychische indrukken kunnen fysische veranderingen in ons lichaam ten gevolge hebben, b.v. verhoogde afscheiding van bepaalde klieren, en zullen direct of indirect invloed uitoefenen op ons motorisch zenuwstelsel; b.v. beven van angst en stotteren van nervositeit of opwinding. (zie punt D van de analyse van de briefindeling).
Uiteraard wordt ook het handschrift hierdoor beïnvloed, zonder dat deze veranderingen in het handschrift veel over het innerlijke van de schrijver onthullen.
Buiten vernoemde invloed wordt de vorm van het handschrift in hoge mate bepaald door onze diepst menselijke gevoelens, verlangens en driften. Het zijn deze laatste krachten die de grafoloog probeert te analyseren.
Deze onbewuste krachten oefenen een geweldige invloed uit op al onze bewegingen. Een beschaafd mens onderdrukt zijn gemoedsaandoeningen, maar in het handschrift komen ze tot uiting.
Onderzoek van het handschrift.
Tussen zeven en veertien jaar schrijft iedereen hetzelfde schoolschrift. Dit handschrift heeft voor de grafoloog weinig of geen waarde.
Na deze periode wordt het handschrift onregelmatig en onrustig. Dit is een weerspiegeling van het stuwende geslachtsleven en het zoeken van de puber naar een eigen weg. In dit handschrift worden allerlei tegenstrijdige kenmerken gevonden. Hieruit blijkt dat de puber een vat vol tegenstrijdigheid is. Om het karakter dan toch uit het handschrift te bepalen, is een grote mate van intuïtie nodig. In latere jaren, gedurende de adolescentie wordt het handschrift weer regelmatiger. Bij het onderzoek let men op alle mogelijke kenmerken: bovenlussen, onderlussen, onderlinge afstand van de letters, schrijfhelling enz.
a. onechtheid
b. koudheid
c. warm gevoelsleven
d. emotionaliteit
e. hartstochtelijkheid
f. vatbaar voor hevige gemoedsaandoeningen
Schrijfhelling en conclusie vlg. E. Schwiedland (1883)
De dynamische mens schrijft levendiger, groter en sneller dan de passieve mens, die een handschrift van bescheidener omvang heeft.
(zie voor de analyse van de briefindeling de volgende bladzijde).
Praktische waarde.
De bekwaamheid van de grafoloog hangt af van zijn psychologische en grafologische kennis, zijn intuïtie en de mate waarin hij zich verplaatsen kan in de persoon van de schrijver van het handschrift dat hij onderzoekt. Dit alles maakt de grafologie dus niet bepaald tot een exacte wetenschap. Het verslag van een grafoloog is dan ook meer een speculatie dan een opsomming van feiten, een verklaring voor het feit dat grafologie als wetenschap nog maar nauwelijks erkend is.
Op de schouders van de grafoloog rust soms een grote verantwoording, b.v. bij rechtszaken kunnen zijn bevindingen invloed uitoefenen op de uitspraak. Ook bij sollicitaties word vaak hulp ingeroepen van de grafoloog. Wanneer er een groot aantal sollicitanten zijn selecteert de grafoloog hieruit enkele geschikte kandidaten. Onze leraar Nederlands Dhr. de Kruys vertelde dat, toen hij eens in gesprek was met een grafoloog deze hem het volgende vertelde: "Wanneer een sollicitant de naam van de firma fout schrijft, ligt de sollicitatiebrief al in de prullenmand.
Analyse van de briefindeling.
1. brede marge is normaal
2. smalle marge betekent zuinigheid
A. levensdurf
B. levensangst
C. verlegenheid
D. onderhevig aan subjectieve invloeden
DRUKTECHNIEKEN IN DE RECLAME.
Er bestaan drie methodes van drukken:
1 degeldruk (door middel van een degel)
2 cylinderdruk (door middel van een cylinder)
3 rotatiedruk (twee roterende cylinders die tegen elkaar indraaien)
Er bestaan drie drukprocedés:
1 hoogdruk
2 diepdruk
3 vlakdruk
HOOGDRUK houtsnede, houtgravure, linoleumsnede, zetsel, stypen, galvanos, autotypie en lijnclichés
DIEPDRUK drukken van een uit een koperen plaat of cylinder gegraveerd beeld dat met inkt gevuld wordt.
kopergravure, ets, door handwerk verkregen drukbeeld, raster diepdruk, langs fotografische weg verkregen drukbeeld
VLAKDRUK steendruk, offset
De volgende keer een uitgebreider beeld hierover.
Margreet.
De meeste ontwikkelde, maar vooral ook primitieve volkeren, hechten een groot belang aan de overgang tussen kinderjaren en volwassenheid.
Bij de meisjes bestaat dit vrijwel uitsluitend uit bijzonder afmattende dansen, die wel uren kunnen duren en uit andere lichamelijke oefeningen.
Bij de jongens, uit het aanjagen van angst, een lange afzondering, besnijdenis, lichamelijke marteling of een combinatie van deze.
De overgangsriten dienen om de jeugd te harden en voor te bereiden op de volwassenheid.
Bij de Mandan-Indianen moesten de jongelingen een gruwelijke marteling ondergaan.
Deze vond plaats in een speciale hut, in het bijzijn van enkele vooraanstaande indianen en een ceremoniemeester. Een indiaan kneep het vlees van de "Patient" tussen duim en wijsvinger en stak er dan een mes doorheen.
In het gat werd dan een houten pin gestoken en hieraan werd een touw gebonden.
Dit werd twee keer op de rug en twee keer op de borst gedaan en aan deze vier touwen werd de jongen door een gat in het dak omhooggetrokken.
Ook in armen en benen werden op dezelfde manier pinnen gestoken en hieraan werden wapens, schilden, huiden en dergelijke gehangen.
Aldus versierd werd hij snel rondgedraaid, terwijl de aanwezigen zijn uithoudingsvermogen en zelfbeheersing testten.
Als hij volkomen bewusteloos weer op de grond werd gelaten, wachtte men tot hij weer bijgekomen was.
Verzwakt door bloedverlies, kroop hij dan naar een wand van de hut, waar een indiaan hem de pink van de linkerhand afhakte.
Vervolgens werd hij door twee indianen bij de polsen gegrepen, die hem net zo lang over de grond sleepten tot alle pinnen door de wrijving met de grond uit zijn lichaam waren gerukt.
Als hij ook hiervan weer bijgekomen was, kon de jongen zich man noemen.
Kees Aaldijk.
Enquête Hobby Club leden 1967.
Onderwerp: Hobby Club Zomerkamp.
1. Heb je al ingeschreven of keuze gemaakt voor een bepaalde hobby?
86% antwoordde met ja,
14% antwoordde met neen.
2. Welke hobbies zou je willen doen, die nog niet op de Hobby Club aanwezig zijn?
nieuw genoemde hobbies: muziek 3 x, dansen 2 x, tafeltennis, biljarten, schaken, voordrachtskunst, aardrijkskunde, karate, constructiebouw, sport, kaarten.
4. Voel je iets voor om spelmateriaal te kopen of wat ruimte te maken voor eventueel spel of sport tussen de bedrijven door?
54% antwoordde: stel ik zeer op prijs,
36% antwoordde: kan me niet schelen,
7% antwoordde: ik ben er tegen,
3% had geen oordeel.
5. Wat wil je van onderstaande suggesties in de Hobby Club gerealiseerd zien?
57% antwoordde: tafeltennis,
25% antwoordde: tafelbiljart,
18% antwoordde: schaakspel,
Als suggesties werden genoemd: karate, monopoly, sjoelbak; tafeltennis, tafelvoetbal.
6. Zit je op school?
79% antwoordde: ja
21% antwoordde: neen.
Welke tijd kan je met de Hobby Club op kamp? Vul de weken in, die je daarvoor eventueel vrij hebt in de maanden juli of augustus.
1e week juli 32% 1e week augustus 25%
2e week juli 25% 2e week augustus 25%
3e week juli 21% 3e week augustus 18%
4e week juli 18% 4e week augustus 11%
5e week augustus 11%
8. Ga je in principe wel of niet mee met het zomerkamp? Dezevraag is onvoldoende begrepen en vervalt hierdoor; geconstateerd is, dat 68% van de leden wel en 32% niet meegaat.
9. Moeilijke en tevens belangrijke vraag: Waarom ga je met het Hobby Club Kamp mee?
Men antwoordde veelal: sfeer 4 x, leuk 3 x, fijn, nuttig jongens onder elkaar, gezellig,7x, lol, contacten leggen (? red.) andere leden leren kennen, kennismaken met andere leden.
25% had geen mening.
10. Waar zou je het liefst heen willen?
39% antwoordde: strand en duinen,
68% antwoordde: bos en heide.
18% van bovengenoemden wilden het liefst gecombineerd.
11% had geen oordeel.
11. Waar zou je ook heen willen in Nederland? Noem een bepaalde streek.
Genoemd werden: Veluwe 8 x, Brabant 6 x, Drente 3 x, Zuid-Limburg 2 x, Ijselmeer, Biesbosch, Terschelling, Belgische grens, Haamstede, Oosterhout, Drunense duinen. 18% had geen voorkeur.
12. Wil je op het kamp ook enige tijd aan je hobby besteden?
39% antwoordde: neen
25% antwoordde: iedere dag iets.
32% antwoordde: maar een enkele keer in de week.
4% had geen oordeel.
13. Wat zou je speciaal voor je hobby op het kamp willen doen?
Genoemd werden vossejacht 5x, fotograferen 4x, sterrenkijken 2x, koken, korte golf beluisteren.
54% had geen voorkeur.
14. Als we het programma van het kamp gezamenlijk bespreken wil je dan zitting nemen in een te vormen kampraad?
15. Hoeveel keer ben je het afgelopen jaar naar het museum, de bioscoop of een feest geweest?
Ieder lid ging gemiddeld 1-3 keer per jaar naar het museum, 1-6 keer naar de bioscoop en 2-3 keer naar een feest. 25% beantwoordde de vraag niet.
16. Ben je in het bezit van een eigen tent of kan je er een lenen?
14% kan een tent lenen.
32% bezit een eigen tent.
54% kan niet voor een tent zorgen.
17. Heb je zelf wel eens gekookt?
89% antwoordde: ja.
11% antwoordde: neen.
18. Weet je zelf enkele originele programmapunten?
Genoemd werden: atletiek 2x, excursie, muziek, nachtspel, puzzeltocht, dagmars, dropping, spoken, quiz, tafeltennis, dansavond.
68% wist geen programmapunten.
19. Welk muziekinstrument kan je bespelen?
Genoemd werden: gitaar 6x, blokfluit 2x, mondharmonica 2x, trompet, viool.
68% kan geen muziekinstrumenten bespelen.
20. Zou je mee willen werken aan een moderne muziekavond in het Hobby Club Kamp?
64% antwoordde: ja
32% antwoordde: neen.
4% had geen oordeel.
21. Wat vind je van een Hobby Club-discussieavond tijdens het kamp?
57% antwoordde: goed idee.
14% antwoordde: kan me niet schelen.
29% antwoordde: slecht idee.
22. Hoe vind je het, als ook niet-leden met het kamp meegaan?
39% antwoordde: vind ik goed.
29% antwoordde: kan me niet schelen.
32% antwoordde: vind ik niet goed
23. Ben je in het bezit van een geldige kampkaart?
75% antwoordde: ja.
25% antwoordde: neen.
++++++++++++++++++++++++
Wij danken Wijnand Camerling, dat hij deze enquête heeft gedaan. Het was een goede bijdrage voor de kampen van de Hobby Club.
Uit de enquête kon ik opmaken dat het over een kleine groep van circa 40 leden gaat. Wil je een juist beeld krijgen, dan zou je in het vervolg een groter aantal van ten minste 100 jongens en meisjes moeten nemen. Ook moet je nog rekening houden met de afdeling waaruit ze komen, bijvoorbeeld niet 20 leden van artistieke hobbies en 3 van radio en 2 van fotografie, maar alles in de juiste proporties. Misschien helpt je dit voor de volgende keer. Overigens vond ik het een leuk idee!
Margreet.
Elke dag valt bij miljoenen mensen een krant in de bus. Hun èigen krant. Met de zo vertrouwde kop, lettertype, opmaak, vaste rubrieken, strips, cursiefjes en alles waardoor een krant, hoewel de inhoud elke dag weer anders is, toch dezelfde blijft.
Een krant heeft een karakter, dat we langzaam leren kennen en waarderen als van een goede huisvriend. En dat is de krant ook. Een huisvriend die elke dag over de vloer komt, ons prettig, maar meestal onprettig nieuws vertelt, maar die we niet graag zouden willen missen. Slechts zelden denkt de krantenlezer er over na hoe die krant gemaakt wordt, hoe snel dat moet gebeuren om ook het laatste nieuws nog "mee te kunnen nemen". Hoe moeilijk het is voor de dagbladdirecties om bij alle abonnees een krant waarin ongeveer evenveel staat als in een pocketboek, voor ongeveer 15 cent te laten bezorgen.
Laten we eens zien hoe dat gebeurt, misschien dat de krantenlezer er dan enig begrip voor krijgt als hij zetfouten of andere foutjes ziet.
De kranten bestaan omdat er nieuws is. En nieuws is alleen nieuws als het zo snel mogelijk ontvangen en in de krant gezet kan worden. Het nieuws komt bij de krant op verschillende manieren binnen, per telefoon, telegram, treinbrief, maar vooral via de telex. De telex is wel het fascinerendst.
In een apart kamertje staan een paar van die toestellen te ratelen, helemaal automatisch verschijnt letter na letter, woord na woord, regel na regel op een lange rol papier.
Een telexbediende scheurt ze af en brengt de berichten naar de verschillende redacties. Dan begint het werk van de journalist. Hij bekijkt welke berichten in de krant moeten komen, wat op de voorpagina moet en wat op de andere pagina’s en welke opmaak het moet krijgen, hij schrijft het artikel, leest het nog eens goed over, verbetert het en dan gaat het met een buizenpost of met een loopjongen naar de zetterij.
Nu is het moeilijk op een krant een rustig plekje te vinden, maar de zetterij is toch wel een van de lawaaiigste . De grote zetmachines kunnen behalve door de zetter ook door een ponsband bediend worden. Wanneer er op het toetsenbord, dat er net zo uitziet als dat van een schrijfmachine, een letter wordt aangeslagen valt er uit een magazijn bovenaan de zetmachine een matrijs waarin de aangeslagen letter verdiept in staat. Al die matrijzen komen naast elkaar te liggen en wanneer de regel vol is, verdwijnen de matrijzen naar het binnenste van de machine. Daar wordt lood in de matrijzen gegoten, zodat een loden plaatje, net zo breed en smal als een regel ontstaat. Dat komt even later weer naar buiten en komt dan naast de andere regels te liggen, die al eerder gezet waren. De matrijzen worden weer naar bovenin de zetmachine getransporteerd, waar ze automatisch gesorteerd worden, zodat ze weer gebruikt kunnen worden. Als het artikel zo helemaal in lood gezet is, wordt de drukproef gemaakt. De drukproef gaat naar de corrector die de zetfouten eruit haalt. Als die ook in het lood verbeterd zijn, verhuist het zetsel naar het steen.
Dat is een grote lange tafel waarop ijzeren ramen liggen zo groot als een krantenpagina waar al het lood ingeklemd kan worden. Omdat die vroeger van steen was wordt die nog steeds zo genoemd. Aan de hand van een vooraf gemaakt schema voor de pagina indeling worden alle artikeltjes in de ramen gezet, de koppen, die met de hand gezet worden, er boven gezet, zodat we dan de hele pagina in spiegelbeeld kunnen zien. Die pagina is plat en in de rotatiepers kunnen alleen halfronde matrijzen gebruikt worden. Daarom wordt van de loden pagina een afdruk gemaakt in dik karton, dat we wel halfrond kunnen buigen.
Dat gebeurt op de präge, een pers die een enorme druk kan uitoefenen. Eerst wordt de loden pagina er onder gelegd, daarop het vel karton en een paar lagen vilt.
Dan gaat de präge aan het persen en even later hebben we een kartonnen pagina, waar alle letters heel scherp in staan en die we kunnen lezen omdat het nu niet meer in spiegelschrift staat. Het karton wordt in een andere machine halfrond gebogen waarna er lood tegengespoten wordt, wat we dan hebben heet een stype en is geschikt om er op een rotatiepers kranten mee te drukken. De pers is een enorme machine. Onderin hangen de grote rollen papier, bovenin de rollen waar de stypes op gemonteerd worden. Dan begint de pers te draaien, eerst langzaam maar dan steeds sneller. Een enorme stroom automatisch gevouwen en gesneden kranten komt de pers uit. Iedere vijftigste krant steekt er een eindje uit zodat de kranten door de expeditieafdeling gemakkelijk geteld kunnen worden. Met autos en per trein worden de kranten naar de agentschappen gebracht, waar de bezorgers ze op komen halen. Dat zijn meestal middelbare scholieren die er op deze manier iets bij willen verdienen. In de stad is het niet zo’n probleem om ze te krijgen, maar op het platteland waar de afstanden veel groter zijn is het wel eens moeilijk.
En dan rolt de krant bij U in de bus. Dat kan niet later zijn dan ongeveer zes uur – half zeven. Zo terugrekenend de tijd die nodig is voor het bezorgen, het vervoeren, het drukken, en het zetten komen we aan het tijdstip waarop de journalisten uiterlijk hun laatste artikelen klaar moeten hebben, willen ze nog in de krant kunnen komen. De journalisten willen dat tijdstip zo laat mogelijk om ook het laatste nieuws nog in de krant te hebben, de zetters willen vroeger beginnen om zo rustig mogelijk hun werk te kunnen doen.
Elke dag worden meer dan 3.600.000 dagbladen door zo’n negentig kranten gemaakt. De krant neemt in ons leven een grote plaats in. Hoe vaak zeggen we niet "het stond in de krant"? De krant kunnen we niet missen, geen dag. (behalve zondag).
K.J. Jansen.
Dank je wel Kasper voor dit geweldig leuke en leerzame stukje (de redactie).
Sinds de opening is er in de doka goed gewerkt aan de eigenlijke afdeling fotografie.
Het nut van een ontwikkelcabine is in de afgelopen periode bewezen. Vele films zijn in deze ruimte op de "spiraal" gerold om dan verder ontwikkeld te worden in de donkere kamer.
In de donkere kamer is men er in geslaagd ook in het begin al zeer goede vergrotingen te maken. Kwaliteit en afwerking is goed.
Op het ogenblik zijn er nog slechts twee vergrotingsapparaten in gebruik, te weten, een van de Hobby Club en een van Pim Scheffer.
Ook het derde vergrotingsapparaat is onlangs in gebruik genomen.
Tot nu toe is de tweede set ontwikkelbakken nog niet gebruikt, doch als er meer belangstelling komt, zal ook deze set in gebruik worden genomen.
Het systeem van verkooppapier is afwijkend van het systeem uit het andere gebouw. Leden, die fotopapier willen hebben, kunnen dit tegen directe betaling bij de instructeur kopen. Het is de bedoeling, dat de leden hun papiervoorraad in de doka opbergen. Daarom zijn we een vaste kast aan het bouwen, waarin we het papier van de leden en van de club kunnen bergen. Ieder lid krijgt hierin zijn eigen vakje.
Tot zover het afdelings-nieuws van Fotografie.
Jaap Timmermans.